Recensie: Jean-Yves Ferri en Didier Conrad – Asterix en De papyrus van Caesar
Een ouderwets goede Asterix
Julius Caesar bestormt de bestsellerlijsten (‘een enorm succes al vijftig exemplaren verkocht’) met zijn boek Commentaren over de Gallische oorlog, maar op aanraden van zijn adviseur Bonus Promoplus heeft hij het beschamende hoofdstuk weggelaten over één dorpje dat dapper weerstand biedt tegen de almacht van de Romein. In De papyrus van Caesar wordt die geheime boodschap natuurlijk naar buiten gebracht en de man die het verloren hoofdstuk naar het dorp van Asterix brengt is Polemix, een op Julian Assange gebaseerde journalist die tuk is op nieuwtjes en graag geheimen onthult.
Voor iemand die de strips van Asterix en Obelix al vanaf zijn jeugd verzamelt, is dit album voor het eerst sinds lange tijd weer een echt ouderwetse Asterix. Na de dood van René Goscinny heeft Albert Uderzo nog een hele reeks mallotige Asterix-albums op de markt gebracht, die je als trouwe fan maar wel kocht om de serie compleet te houden, maar ze misten allemaal de humor en scherpte van Goscinny. Sinds het vorige album, Asterix bij de Picten, hebben Jean-Yves Ferri en Didier Conrad de strip overgenomen en daarmee is het tij wel ten goede gekeerd.
Wat Ferri opnieuw inbrengt in de strip is een tweede laag die de strip voor volwassenen ook leuk maakt, terwijl kinderen van het avontuur op de eerste laag kunnen genieten. Zo draagt iemand de naam Wifix. Zo wordt er ingegaan op de nieuwe snellere media (post via duiven), terwijl we mopperende soldaat in een ossenkar zien brommen (‘en wie staat straks op straat? De bode!’) en op de grond slakken voorbijkruipen. Conrad levert perfect tekenwerk af dat kan wedijveren met de stijl van Uderzo.
Natuurlijk spelen de vertrouwde figuren weer de gebruikelijk bijrol al heeft de bard Kakafonix (ik moet nog steeds wennen aan de naam die hij al enige jaren draagt) in tegenstelling tot eerdere albums nu een keer een gunstige rol. Natuurlijk heeft het stamhoofd Heroïx (ik moet nog steeds wennen aan die naam) weer woorden met zijn vrouw en natuurlijk vaart het piratenschip weer langs. Het zijn de vertrouwde elementen die horen bij een Asterix-verhaal.
Krijgt Julius Caesar de weggesmokkelde papyrusrol weer terug in handen, dat is de vraag die de spanning moet oproepen en het antwoord kun je op voorhand al raden. Maar die voorspelbaarheid doet niets af aan het actuele verhaal dat ten grondslag ligt aan dit album en die samen met de komische constanten zorgen voor een Asterix die je eindelijk weer met fatsoen aan iedereen kunt aanraden.
Coen Peppelenbos
Jean-Yves Ferri en Didier Conrad – De papyrus van Caesar
Bedankt voor de Recensie, ik kan me helemaal vinden in de inhoud. Met de nieuwe tekenaar en schrijver worden de verhalen weer duidelijk beter. Wat mij enorm tegen de borst stuit is een deel van de vertaling door Frits van de Heide. Hoewel het over het algemeen prima is, erger ik mij enorm aan de nieuwe namen van enkele personages en plaatsen. Als kind vond ik het een sport om bv. Abraracourcix goed te kunnen uitspreken en nu werden om uit taalpuristische redenen enkele namen verandert. Een absolute farce. Frits van de Heide heet toch ook niet, om modern te zijn, Fratz van den Hoeden?
In dit album viel de volgende verandering op: tot op heden werden de Galliers “onoverwinnelijke Galliers” genoemd. In dit boek, na 35 voorgaande delen, zijn ze om de één of andere reden de “onverzettelijken” geworden. Dit soort ziekelijke “modernisering” naast de aanpassing van de namen is voor mij een reden om de serie met dit album af te sluiten.