Recensie: Marja Vuijsje – Het rijbewijs van Nematollah
Waarom mensen hun land ontvluchten
‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op z’n eigen manier.’ De openingszin van Tolstojs Anna Karenina biedt een goed uitgangspunt voor de nieuwe roman van Marja Vuijsje. Met Het rijbewijs van Nematollah voert ze de lezer mee naar het leven van een Iraanse familie in deze en vorige eeuw.
Iran, het rijk van de mythische koning Darius heeft altijd tot de verbeelding gesproken. Toen onze streken nog de duistere Middeleeuwen kenden, bloeide het Perzische rijk. Dichters als Hafez, Ferdowsi en Omar Khayyám bezongen in hun werk de schoonheid van hun tijd. Het verschil met het hedendaagse beeld van een islamistische kernmacht die gebukt gaat onder het juk van ayatollahs kan niet groter zijn.
De lezer maakt kennis met stamvader Nematollah die het kalme boerenbestaan van het Iraanse platteland achter zich laat om zijn geluk te beproeven in de stad. In het Teheran van de Pahlavi-monarchie kent zijn familie gelukkige tijden. Nematollah haalt zijn rijbewijs en werkt zich op tot chauffeur van een minister en andere notabelen. De hardwerkende stamvader zwoegt dag en nacht, koopt enkele oude vrachtwagens en start zijn kleinschalig transportbedrijf. Later zal ook nog een garage volgen. Maar Nematollah is ook een levensgenieter die, volgens de traditie, er meerdere vrouwen op nahoudt. Arash, de Iraanse vluchteling in Nederland, is de jongste telg van zijn huwelijk met Fatemeh. Deze Arash zal op vraag van zijn dochter Maryam het familieverhaal op laten tekenen. Als nakomertje heeft Arash zijn vader amper gekend. Nematollah was immers al in de zeventig toen Arash geboren werd.
De familiegeschiedenis loopt parallel met die van het land. De lezer is getuige van de ‘gouden tijden’ onder de Pahlavi-dynastie. Rezah Sjah seculariseerde zijn land en in enkele jaren was Iran een modern land naar westers model. In 1951 nationaliseert minister-president Mossadegh de oliebedrijven die tot dan door de Britten gedomineerd werden. Dit leidde tot een coup in 1953 waarbij de CIA en de Britten ervoor zorgden dat de westersgezinde Sjah opnieuw op de troon kwam. Mohammed Reza en Farah Dibah werden het koningskoppel dat het Perzische wereldrijk opnieuw op de kaart wilden zetten. Aan deze droom kwam een einde toen in 1979 Ayatollah Khomeini uit zijn Franse ballingschap terugkeerde en een streng fundamentalistisch-islamitische staat uitriep. Alle westerse invloeden werden verboden en het land trok zich terug achter een sluier van politieke terreur. In deze wereld speelt zich het leven af van Arash en zijn broers. Ook zij worden een politiek slachtoffer, verdwijnen achter tralies en ontvluchten het land.
En hierbij wil ik mijn verwijzing naar Tolstoj bovenhalen. De auteur heeft tijd genomen om het familieverhaal op te tekenen. Ze leerde er zelfs Farsi voor. De familiegeschiedenis vloeit naadloos over in de gebeurtenissen die zich op dat ogenblik in Iran afspeelden. Maar daar knelt voor mij ook het schoentje. Boeken zoals De vliegeraar (dat zich weliswaar afspeelt in Afghanistan), Persepolis en Rooftops of Teheran (dat wellicht te onbekend is in onze streken) hebben reeds een gelijkaardig beeld geschetst van het leven achter een fundamentalistische sluier. Een sterker beeld als je het mij vraagt. Ik heb me bij de lectuur vaak afgevraagd waarom ik – en dat is mijn persoonlijk oordeel – niet opgeslorpt werd bij de lectuur van Het rijbewijs van Nematollah. Ik leg de schuld bij het tweede deel van Tolstoj’s bekende openingszin. Het ongeluk in Arash familie was zoals alle andere Iraanse gezinnen die plots geconfronteerd werden met de politieke terreur van de ayatollahs. Vuijsje observeert en beschrijft een tijdsgeest waarvan Arash de exponent werd, maar het gezin had net zo goed Satrapi (Persepolis) kunnen heten.
De drie boeken die ik hierboven reeds aanhaalde, zitten veel dieper op de huid. Bij Persepolis speelt natuurlijk het visuele een grote rol. Wanneer we de jonge Marjane Satrapi zien revolteren tegen de chador, dan is dit een uniek beeld van een tiener in opstand. Wanneer Arash uit Iran vlucht is hij een gezicht dat inwisselbaar is met andere vluchtelingen die in hetzelfde schuitje zitten. In Mahbod Seraji’s Rooftops of Teheran is er zelfs nog geen sprake van de ayatollahs, maar daar speelt de SAVAK, de geheime politie van de Sjah, een gelijkaardige rol. We maken kennis met de zeventienjarige Pasha Shahed en de knappe Zari, die echter uitgehuwelijkt is aan zijn vriend Doctor, student en politiek activist. Op een avond leidt Pasha de geheime politie per ongeluk naar de schuilplaats van zijn vriend. De zomer van onschuld op het dakterras lijkt plots eindeloos ver weg (ik ga de ontknoping ook niet weggeven). Ook hier word ik als lezer niet alleen meegenomen langs de personages, maar ik word ook in hun hoofd gedwongen, ervaar de keuzes die ze moeten maken.
Vuijsje hanteert ook een camera, maar dringt niet binnen in de hoofden van haar personages. Een gemiste kans? Neen, zeker niet, want Het rijbewijs van Nematollah biedt de lezer een sterk beeld van de redenen waarom mensen hun land ontvluchten en elders trachten een nieuwe leven op te bouwen. De bootjes die nu op de Middellandse Zee drijven bewijzen – spijtig genoeg – dat mensen nog steeds hun land moeten ontvluchten en dat dit boek niets aan actualiteitswaarde ingeboet heeft.
Yves Joris
Marja Vuijsje – Het rijbewijs van Nematollah. Atlas Contact, Amsterdam, 256 blz. 19,99.