Recensie: Thomas Verbogt – Als de winter voorbij is
Een echte herfstjongen
Thomas Verbogt (1952) levert reeds meer dan drie decennia in een gestaag tempo toneelstukken, romans en verhalenbundels af, getuige ook de enorme waslijst voorin zijn nieuweling Als de winter voorbij is. Een roman in gekopte hoofdstukken, een roman in verhalen, in feeërieke analyses van de zoektocht naar een rechtvaardiging van het bestaan. Een leven lang trachten de juiste omgangsvormen te vinden met het leven zelf. De zoektocht naar de waarheid die schuilgaat onder de bijna altijd verontrustende werkelijkheid.
In elk geval voor de hoofdpersoon Thomas, net als Verbogt begin zestig jaar oud en eveneens geboren in Nijmegen. Iemand die gelijk opgaat met de schrijver zoals twee naast elkaar gelegen spoorbanen, maar toch heb je het gevoel dat er af en toe een andere wissel wordt genomen, wordt stilgehouden bij verschillende stations. Al komen de rails uiteindelijk telkens toch weer bijeen. In elk geval bij het eindstation van de overdenking. Dat maakt van herinneringen, van ‘belevenissen’ literatuur. In de titel zit hoop, maar ook twijfel ingebakken. Er kan nog iets worden ondernomen in het derde bedrijf van het leven, maar is die tijd wel al aangebroken? Is er genoeg over het verleden nagedacht. Is de schuld wel vervaagd, genuanceerd of misschien zelfs ingelost?
Voor zover er een thema aan te wijzen is in deze roman, speelt schuldverwerking, of eerder het gebrek aan de mogelijkheid om de opgedane, vaak zelfopgelegde schuld van je af te schudden een centrale rol. Maar is het wanneer je zo geserreerd schrijft, wanneer je het zware zo fijntjes licht weet te brengen en de schijn van die lichtheid precies genoeg weet te verbergen, ergens ook weet te verzwaren eigenlijk, van belang of je al dan niet ‘grote thematiek’ breeduit aankaart? Nee dus. Juist in de kleingehouden scène schuilt de kracht, wordt als het ware een loep op de onderliggende emotie gehouden. Ja, Verbogt kan werkelijk geweldig schrijven. En men zou zich langzamerhand (weer) moeten realiseren dat het ook gaat om hóe een verhaal wordt verteld. Misschien is het, slik, eigenlijk wel de essentie.
De pers, en gelukkig ook de lezer, is steeds welwillender geworden ten opzichte van het werk van Verbogt. Werp maar eens een blik op de persuitingen over eerder werk op de achterflap, samenvattend: ‘Een verrukkelijke loomheid, zen-achtige melancholie, fijnzinnige humor, glanzende herinneringen, droge formuleringen en dromerige understatements.’ ‘Dit doet denken aan het proza van Gerard Reve en J.D. Salinger.’
Los van het feit dat je behoorlijk wijdbeens moet gaan staan om het werk van deze laatste twee auteurs te linken, kun je een boek ook doodquoten. Het klopt allemaal ergens wel, maar het maakt toch ook een beetje tegendraads. Overkill. Remedie: gewoon vooraan beginnen. Terug naar waar het daadwerkelijk om draait: de tekst.
Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Er worden dozen ingepakt, een huis wordt ingeruild. ‘De winter’ lijkt voorbij. Maar de melancholie slaat natuurlijk onverbiddelijk toe. Het besef dat het waarschijnlijk de laatste verhuizing is. Foto’s op de schoorsteenmantel vertellen alsnog een verhaal. Over een door de oorlog uit Duitsland aangewaaid weesmeisje. Deze Becky is al tien wanneer de hoofdpersoon wordt geboren. Ze was tijdens de oorlog ondergedoken in een klein Duits dorp.
Bij goede Duitsers. Die waren er ook. Dat zei mijn vader altijd als hij het over goede Duitsers had: ‘Die waren er ook.’
Vanwege een dergelijke tweede zin, vanwege alleszeggende details, een typering van mens en tijdsgeest lees je een roman.
Het huis lag aan een brede, drukke straat in Nijmegen. Aan de achterkant keken we uit op stadstuinen die perfect onderhouden werden, zoals bijna alles in de jaren vijftig, alsof strikte orde een streep kon zetten onder een verleden dat nog steeds maar niet ophield.
Het jongetje is uiterst sensitief, weet – of is dit de schrijver in retrospectief? Maakt niet uit. – bijvoorbeeld het verschil te duiden tussen ‘harde’ en ‘zachte’ ernst. De harde ernst hoort bij opvoeders met overbekende termen als ‘voor je bestwil’. De zachte ernst is de ernst van de waarheid, van de liefde die poëtisch krachtig wordt verwoord middels de oude zus, de vertrouweling zonder bloedband:
We kennen elkaar goed, zonder dat we heel veel weten van elkaar. Want wat zou je over me kunnen vertellen als iemand je dat vroeg? Maar tegelijkertijd weten wel heel van elkaar. Alleen een ander soort weten. Misschien is dat weten wel belangrijker. […] zinvoller ja.
Becky heeft een Amerikaanse vriend en wil wanneer ze twintig is, de oversteek maken. Echt afscheid nemen kan de tienjarige jongen niet. Zij is eigenlijk de enige met wie hij daadwerkelijk onbevangen om kan gaan. Hij wil niet dat ze gaat, maar blijft verlamd staan zwijgen. Becky verdwijnt in het trappenhuis, plaatsmakend voor de kou. En dan haalt Verbogt zijn voorhamer tevoorschijn. Becky is een van de slachtoffers van de treinramp bij Harmelen. Een eerste maxima culpa. Had hij maar zijn ogen opgeslagen, zijn stem gebruikt, tenminste gepoogd om haar thuis te houden.
Kleine gebeurtenissen die een leven direct een andere wending geven, de seconden die tellen. Een overbekend gegeven, maar Verbogt weet het als nieuw te brengen. Het duurt lang, maar ergens heeft de jongen, de volwassene, de man in zijn derde levensfase altijd geweten dat denken, dat altijd maar weer beredeneren zich tegen je kan keren. De hoofdpersoon is iemand die letterlijk en figuurlijk niet aan te raken is. (Al in zijn vroegste jeugd bij een ziekenhuisopname.) Die geen daadwerkelijk contact lijkt te kunnen maken met om het even wie. Die zich het liefst met muziek en een paar goede boeken (en natuurlijk schrijfwaren) zou terugtrekken op de spreekwoordelijke hei. Met de gedachten aan hoe het hád kunnen zijn met Becky, met verschillende andere vrouwen die in deze roman de revue passeren.
Iemand brengt je op een gedachte en daar maak je de jouwe van, misschien maar voor een deel, en dan laat je er een nieuwe uit voortkomen.
Resulterend in bijvoorbeeld een roman. We kunnen nog zo ons best doen, maar Als de winter voorbij is leert maar weer eens dat we hoe dan ook elkaars voorbijgangers zijn. Dat is pijnlijk, maar het is dermate mooi beschreven dat de woorden troost bieden. Dit boek is de coming-of-age-roman van een man in zijn laatste levensfase. Iemand die misschien verder kan nadat hij zijn pijn, zijn schuld heeft geanalyseerd, of in elk geval op papier heeft gezet. De mens, een briljant en broos bolwerk tegelijk. Hebben schrijver en hoofdpersoon Thomas daar vrede mee? Verbogt is een schrijver die zijn verhalen leeft.
Guus Bauer
Thomas Verbogt – Als de winter voorbij is. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 222 blz. € 19,98.