Literaire slapstick

Met Boem!, de nieuwe, dikke roman van Bill Mensema kun je iemand de hersens inslaan. Het boek had met gemak de helft dunner gekund, want Mensema is niet vies van een uitwijding of herhaling. Bovendien heeft hij zijn eigen ruimtevretende methode om een dialoog te noteren: voorafgaand en gevolgd door een witregel. Mensema benoemt en beschrijft daarnaast elk gevoel van zijn hoofdpersoon die toevallig Bill Mensema heet. Het voordeel van Mensema is echter dat hij geen enkele literaire pretentie heeft en dat ook grif toegeeft: ‘Weliswaar is het geen hoogstaande literatuur, maar die lees ik zelf ook niet graag. Mijn boeken zijn gewoon leuk, vlot geschreven en zelfs vrolijk.’

BOEM! mensemaEn vrolijk is Boem! zeker, al heeft Bill zich wel in de nesten gewerkt. Terwijl zijn vrouw Aisha in Casablanca verblijft, waar ze naar later blijkt een verhouding blijkt te hebben, wordt Bill hevig verliefd op Daniëlle die echter al een relatie heeft en bezwangert hij en passant de kersverse stadsdichteres van Groningen: Agatha. De fistfuck-scène die Mensema beschrijft is zo hilarisch dat de tranen van het lachen je over de wangen lopen. Agatha zegt: ‘Het mag wel wat ruiger, Bill.’ Vinger na vinger steekt Bill tussen haar schaamlippen totdat het onvermijdelijke gebeurt.

GLOEP!

Gloep? Wat de fuck! Maar ik voel het, Mijn hele vuist schiet ineens bij haar naar binnen. Mijn hele vuist! Mijn god! Mijn hele vuist zit in haar.

En dat zorgt natuurlijk weer voor andere kopzorgen: ‘Als mijn pols maar niet breekt…’

Naast alle liefdesperikelen is er een verhaallijn die gaat over de aardbevingsschade in de provincie. Han de maat van Bill, is adviseur van de Commissaris van de Koning Max van den Berg geworden en Bill volgt hen naar allerlei talkshows in het westen en naar informatiebijeenkomsten in de provincie. De running gag is dat de piepkleine Saxo van Bill het wel doet, terwijl er met de peperdure Espace van Han steeds iets mis is. Van den Berg ontpopt zich meer en meer als redder van de provincie, Han krijgt een seksschandaal aan zijn broek.

Apart hiervan wordt op grijs gekleurde bladzijden een jeugdverhaal verteld, ‘Als het begin maar goed is’ met dezelfde personages maar met andere namen, misschien wel de meest serieuze bladzijden van het boek. Waar de verliefdheden in de rest van de roman vooral komisch en grotesk worden beschreven, wordt de liefde in het grijze gedeelte nog gezien als een puur verlangen.

De roman wordt een literaire slapstick op het einde. Er is zelfs een heuse achtervolging per scootmobiel in Midwolda als Bill en zijn maat Han voor hun leven moeten rennen, omdat de laatste zijn blaas had willen ledigen in de hortensia in de voortuin van een oud mannetje. Geen hoogstaande literatuur, maar wel hoogst vermakelijk.

Coen Peppelenbos

Bill Mensema – Boem! Passage, Groningen 418 blz. € 23,90.

Deze recensie verscheen in een iets kortere vorm eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 27 november 2015.