Recensie: Hugo Borst – Ma
Gehecht aan de herinneringen
Wanneer Hugo Borst (1962) als voetbalanalyticus op tv verschijnt, is hij altijd onverbloemd, geeft hij denkelijk zijn oprechte mening. Of dat nu goed in het voetbalstraatje past of niet. Borst kan schrijven, dat heeft hij met de diverse (voetbal)boeken, zoals Schieten op Volkert van der G., De Coolsingel bleef leeg en O, Louis wel bewezen, maar het is juist die nietsontziende eerlijkheid die de verzameling columns over zijn dementerende moeder, eenvoudigweg Ma genoemd, zo krachtig maakt. Zo oprecht, intens, ontroerend. Zonder vals sentiment. Hij spaart bij de teloorgang zijn moeder noch zichzelf. Ze gaan zogezegd beiden met de billen bloot. Moeder letterlijk wanneer ze een keer de controle heeft verloren, zoonlief overdrachtelijk met betrekking tot zijn gevoelens aangaande die verduivelde vent Alzheimer.
Want af en toe heeft hij ook, ondanks de warmte, de liefde die sterk aanwezig is, genoeg van het mantelzorgen, zou hij vooral als moeders geheugen verder afglijdt en ze haar twee zonen de huid vol scheldt omdat ze vindt dat ze haar hebben weggestopt in een verpleeghuis in Rotterdam, weleens thuis willen blijven. Even de moeder van voor de diagnose in zijn armen willen houden. De ongecompliceerde, pragmatische vrouw, opgegroeid in een arbeidersgezin, maar met een verfijnde smaak wat kunst, wat literatuur, wat muziek betreft. Een kleine, maar dappere vrouw die in die tijd op het ereschavot van troostbieders stond.
Er is maar zo weinig nodig om een boek te maken dat een grote impact heeft. Je schrijft gewoonweg op wat er om je heen gebeurt. Zonder poespas, zonder mooischrijverij. Het échte leven levert meermaals het meest intieme op. De eenvoud beklijft. Af en toe een frappe, een leuke uitsmijter is voldoende.
Ma is een portret van een moeder, van een alles verwoestende ziekte, maar ook van de observator zelf, van de analyticus, de schrijver, van de man als zoon, als jonge jongen. Het verzamelen van columns heeft vaak als nadeel dat er ongemerkt overlapping plaatsvindt, dat de stukjes min of meer toevallig in een zekere volgorde zijn gezet. Dat is hier niet het geval. De stukken in Ma, in het midden afgewisseld door een aantal zeer pakkende kleurenfoto’s van Margi Geerlinks, meanderen voort, zijn vaak oorzaak en gevolg. Er zijn een aantal rode draden, tekenende vervolgjes. De Huisarts, de kat Tijger bijvoorbeeld, en het kruisje dat moeder aan Hugo cadeau heeft gedaan toen hij vijftig werd. Bij aflevering 1 weet moeder nog dat ze dat zelf rond 1970 op Kreta van haar man heeft gekregen en dat ze het heeft weggegeven. Bij Kruis 2 wijst moeder op het kruisje en zegt dat het van haar is. ‘Nee ma, die heb je me gegeven.’ ‘Ja, dat kun je nou wel zeggen…’ ‘Echt moedertje, voor mijn verjaardag.’ Ze kijkt de andere kant op en zwijgt. Bij Kruis 3 vindt ma het kettinkje mooi. Ze knikt. Ze gelooft het wel. Bij Kruis 4 zegt ze, een moment van helderheid, dat ze er ook zo een heeft gehad. Hugo herhaalt dat ze het cadeau heeft gegeven. ‘O,’ zegt moeder, ‘dat weet ik niet meer.’
Het verloop van de ziekte in een notendop. Wat elke keer weer opvalt wanneer je met dementie wordt geconfronteerd, is het improvisatietalent en het doorzettingsvermogen dat de mantelzorgers steeds maar moeten op zien te brengen, terwijl degene die lijdt aan Alzheimer zelf minder verandering kan verdragen, of eigenlijk helemaal niet. De moeder van Hugo weet bij tijd en wijlen goed wat er met haar aan de hand is. Dat is de ware ontluistering. Dat je zelf bewust bent van de aanstaande teloorgang.
En dan is er de twijfel van de familieleden, had moeder wel moeten worden opgenomen? Doen we er wel goed aan? Had ze toch niet nog wat langer op haar vertrouwde plekje kunnen blijven? (Mooie columns over een latent schuldgevoel, over het sentiment van Hugo zelf, zijn jeugd die hij verliest met het opzeggen van het huurhuis, het ‘opruimen’ van de spulletjes van ma waar de kinderen toch ook op een bepaalde manier aan gehecht zijn geraakt. Gehecht aan de herinneringen.)
En wat doe je als schrijver zelf, wetende dat opa, oma, tantes en je moeder de ziekte hebben gekregen? Koop je een pistool of sla je pillen in?
Ma is een mooie, gevoelvolle kroniek, en gewoon ook lekker geschreven, als je dat van dit beladen onderwerp mag zeggen.
Guus Bauer
Hugo Borst – Ma. Lebowski, Amsterdam. 208 blz. € 17,50.