Recensie: Laura van Eerten en Raymond Noë – Waar komt hagelslag vandaan?
Pas op als je een patat bestelt
Het is goed om af en toe stil te staan bij de taal, bij de woorden, uitdrukkingen en gezegdes die we meestal achteloos gebruiken, voor lief nemen. Etymologie is bovendien interessant. Het laat zien hoe verschillende talen elkaar beïnvloeden. De herkomst van sommige termen is verrassend, zoals blijkt uit het onder meer door Laura van Eerten van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie en Raymond Noë van het genootschap Onze Taal samengestelde boek Waar komt hagelslag vandaan?
Zij pluisden met een team van onderzoekers verschillende ingeburgerde lemma na. Wat doet de ‘grape’ bijvoorbeeld in grapefruit? Dat blijkt te zijn omdat de vruchten in trossen dicht bijeen in de boom hangen. De grapefruit is van oorsprong een kruising tussen een sinaasappel en een geelgroene citrusvrucht met een dikke schil, in Nederland al eeuwenlang bekend als pompelmoes. De term die in Vlaanderen en Suriname momenteel voor de grapefruit wordt gebruikt. En naar blijkt ook in een groot gedeelte van de rest van de wereld. In India heet die vrucht ‘pampalimasu’ (voor het eerst vanuit Nederlands-Indië naar Brits-Indië geëxporteerd in de zeventiende eeuw), in het Engels eerst ‘pompelmoose’ nu ‘pomelo’ en in het Frans ‘pamplemousse’. Zo zijn er naast veel scheepvaarttermen dus wel meer Nederlandse woorden geëmigreerd.
Het (soms kleine maar verstrekkende) verschil van betekenis tussen het Vlaams en het Nederlands wordt mooi geïllustreerd door ‘patat’ en door ‘friet’. Boven de rivieren betekenen beide woorden hetzelfde, maar in Vlaanderen moet je oppassen als je een patat bestelt. Een patat is daar een aardappel, maar tevens ook een muilpeer. (Het stuk fruit verwijst waarschijnlijk naar de zwelling na de klap.) Een patat met zou dus kunnen worden opgevat als een dubbele kaakslag.
Vaak is de oorsprong van een woord niet helemaal duidelijk en dan geven de samenstellers verschillende mogelijkheden, die elk op zich logisch klinken. Maar vaak is de eerste associatie die je met een woord hebt niet de juiste. Woorden zijn vaak op een totaal andere manier de taal binnengeslopen dan men denkt. In sommige gevallen met een behoorlijke omweg. Neem ‘opkalefateren’. Van oorsprong een scheepsterm, ‘kalefateren’ is het dichtsmeren van de naden van een boot. Via het Frans is dat ontleend aan het oud-Griekse woord ‘kalaphatein’. Het is niet direct in het Latijn en in de Romaanse talen terechtgekomen, maar via het Arabisch tijdens de Moorse overheersing van het Spaanse schiereiland, beginnend in de achtste eeuw. Veel Grieks is in die tijd door de Arabieren doorgegeven. Net zoals vergeten en nieuwe (medische) wetenschap en verschillende eetwaren. Het woord ‘tarief’ (niet vermeld, maar schiet ineens te binnen) is ook afkomstig uit die tijd. In een van de eerste door de Moren veroverde kustplaatsen in het zuiden van het huidige Spanje vroegen de Moren liggeld aan schepen die wilden afmeren. De hoeveelheid geld die betaald moest worden was afhankelijk van de grootte van het schip. De havenplaats werd Tarifa genoemd.
De taal is natuurlijk in ontwikkeling en de betekenis van woorden verschuift daardoor, soms zelfs heel drastisch. Zo was ‘plee’ vroeger een deftige benaming voor een gelegenheid zonder stromend water. Sommige woorden zijn niet eenduidig. ‘Oubollig’ betekende in eerste instantie ‘gepikeerd’, verschoof toen naar ‘lastig’ en later naar ‘dwaas’. In de achttiende eeuw stond het voor ‘grappig’. Nu heeft het een duidelijk negatieve connotatie. Het betekent nu eerder ‘kneuterig’ en ‘benepen’ en vooral ‘ouderwets’. Maar het kan dan ook weer ‘leuk-ouderwets’ betekenen. Communicatie is nu eenmaal confusie.
Waar komen onder veel meer ‘broodje aap’, ‘nerd’, ‘blooper’, ‘takkeweer’ en ‘het uur U’ vandaan? Tja, dat is de hamvraag. (De hoofdprijs bij een vraagspelletje waarbij men na elk goed antwoord een stukje in een mast mocht klimmen was een ham.) Waar komt hagelslag vandaan? is een informatief, onderhoudend en verrassend boek. Beslist geen eenheidsworst (de worst die in de laatste maanden van de Eerste Wereldoorlog vanwege schaarste overal in Nederland dezelfde samenstelling en gewicht moest hebben.)
Guus Bauer
Laura van Eerten en Raymond Noë – Waar komt hagelslag vandaan?. Thomas Rap, Amsterdam. 144 blz. € 10,-