Nieuws: De beste boeken van 2015 volgens Tzum
Het is december en de eindejaarslijstjes vliegen je weer om de oren. Tzum houdt wel van deze lijstjesmanie en presenteert u de beste boeken van 2015 volgens de Tzum-redactie!
Jelle Spijkstra
Sinds zo’n twee jaar geleden een ongekende leeshonger in mij werd aangewakkerd las ik zo’n 180 romans. Liefde bij wijze van spreken was (na het geweldige De waarheid omtrent Marie van Jean-Philippe Toussaint) pas het tweede boek dat me totaal overmeesterde en mijn ontembare drift even wist te temmen. Door het haast intimiderende stilistische meesterschap; de ene keer schrijft Yves Petry lyrisch, soms met een huppelende zwier, vaak meanderend, maar altijd precies raak (het zeldzame gevoel dat de woorden op papier de enige juiste zijn). Maar ook vanwege de geëtaleerde vertellersouplesse, ideeënrijkdom en fenomenale personages. Een boek dat me – in heel z’n ongrijpbaarheid – paradoxaal genoeg het gevoel gaf de wereld en de literatuur met een verscherpte blik tegemoet te kunnen treden. Een gotspe dat er literatuurprijzen bestaan die langs dit boek kijken.
(Lees de recensie hier)
Justin Waerts
Steven Millhauser is de meester van de magie. In zijn laatste verzameling korte verhalen, Voices in the Night, toont hij hoe onverklaarbare verschijnselen het gewone leven van Amerikaanse dorpelingen veranderen. Zijn personages reageren telkens verschillend. Ze zijn verlamd door angst. Ze zijn sceptisch. Ze zijn geobsedeerd. En ’s nachts horen zij stemmen. Maar Millhauser is geen horrorschrijver die je de stuipen op het lijf wil jagen. Op sprookjesachtige wijze weet hij het alledaagse met het bovennatuurlijke te combineren, in een heldere en poëtische stijl. Verslavende verhalen voor bij het kampvuur.
Johannes van der Sluis
Hoewel niet nieuw was het beste boek voor mij persoonlijk: Woeste Hoogten van Emily Brontë. Maar eigenlijk waren, enkele uitzonderingen daargelaten, alle boeken die ik het afgelopen jaar las steengoed (bekijk alle recensies van Johannes hier, en lees het essay over Woeste Hoogten hier)
Yves Joris
Literatuur moet rijpen. Wellicht de reden dat mijn beste boek van 2015 in feite al in november 2014 het levenslicht zag. Met De Voorlezer van 6:27 schreef Jean-Paul Didierlaurent een debuut dat naar mijn oordeel te weinig aandacht kreeg. Een man met een sociaal leven dat zich beperkt tot enkele randfiguren en een goudvis, is geen aandachtstrekker. Een novelle over een man die beroepsmatig boeken moet recycleren stemt ook niet gelukkiger. Maar het is net in de kracht van het uitzichtloze en de zoektocht om daaruit te geraken aan de hand van een gevonden manuscript, dat zich de ware literaire meester openbaart. (Lees de recensie hier)
Miriam Piters
Mijn favoriete Nederlandstalige roman van 2015 is, zoals ik in een ode voor nrc.nl heb betoogd, De ijsmakers van Ernest van der Kwast(Te lezen via deze link).
2015 gaat bij mij vooral de boeken in als een jaar dat steengoede dichtbundels voortbracht (Krog, Boskma, Vanhauwaert). Bovenop de Olympus staat Ilja Leonard Pfeijffer met zijn bundel Idyllen. Wat een engagement, wat een overdonderende, hartstochtelijke lyriek en wat laat Pfeijffer goed zien dat dichters moderne zieners zijn die voor de troepen uitlopen. (Op Tzum verschenen maar liefst twee recensies van De ijsmakers. Lees ze hier en hier. Lees de recensie van Idyllen hier)
Maarten Praamstra
Eén van de mooiste boeken van 2015 werd eind november gepresenteerd in Nijmegen tijdens Wintertuin . Uut de bron is een, prachtig vormgegeven, bundeling (+CD) van de teksten van broeder Dieleman die in Zeeuws-Vlaams dialect liedjes zingt die je niet meer wilt vergeten. Ook het beklemmende De laatste regel van Rudolf Sloboda (vertaald door Abram Muller) was een hoogtepunt. Dicht op de huid van de misantropische hoofdpersoon volg je hoe alles mis gaat en dat levert een schitterend boek op. Doodgewoon van Bette Westra en Sylvia Weve las ik dit jaar voor het eerst en kan ik nog steeds niet loslaten. (Lees de recensie van Doodgewoon hier)
Martijn Nicolaas
Dertig dagen van Annelies Verbeke was voor mij het boek van het jaar. Een verhaal met een zomerse, landerige sfeer en kleurrijke personages dat langzamerhand onder de huid kruipt en je niet meer loslaat. Zeker ook door het heftige slot, dat zich aankondigt, maar toch verrast. Ook noemenswaardig: Compassie van Stephan Enter en Jij zegt het van Connie Palmen. (Lees de recensie van Dertig dagen hier, van Compassie hier en van Jij zegt het hier)
Doeke Sijens
Mijn favoriete boek voor 2015 is Onrust. Het leven van Jacob Israël de Haan (Bezige Bij, 2015) van Jan Fontijn. Een fascinerend boek over een grillige persoonlijkheid, met sympathie en distantie geschreven. Gestimuleerd door deze biografie las ik eindelijk Pijpelijntjes: wat een ontdekking! (Lees de recensie hier)
Djuna ter Beke
Het mooiste boek uit 2015 is voor mij De Bijbel voor ongelovigen. Koning David en de splitsing van het rijk, deel 4 uit de bijbelreeks van Guus Kuijer. Interessant, meeslepend en humoristisch. Ook het melden waard zijn Station Eleven van Emily St. John Mandel (laat je niet afschrikken door de chicklit-achtige voorkant van de Nederlandse uitgave, hij is spannend!) en Vergeten reus van Kazuo Ishiguro (sprookjesachtig!). (Lees de recensie van Vergeten reus hier)
Roel Weerheijm
Mijn favoriete boek van 2015 was een dichtbundel: Verloop van jaren van Remco Campert. Deze bundel las als niets minder dan een groots poëtisch afscheid van een van de grootste nog levende dichters in ons taalgebied. Verloop van jaren heeft een verrassend fris en zelfs eigen karakter, zelfs binnen het oeuvre van Campert, zelfs met diezelfde thema’s als die hij zo vaak bewandelt. Zoals Rutger Kopland dat (per ongeluk) deed met Toen ik dit zag, vermoed ik dat Campert bewust afzwaait met een persoonlijk werk dat tegelijk volstrekt hetzelfde en volstrekt veel serieuzer is dan wat we van hem gewend zijn. (Lees de recensie hier)
Koen Schouwenburg
Het beste dat oorspronkelijk in 2015 is verschenen is Jij zegt het van Connie Palmen, een bijkans perfecte balans tussen emotie en intelligentie. Het beste dat in vertaling is verschenen is Kamel Daouds Moussa of de dood van een Arabier, een briljante variatie op De vreemdeling dat je in een avond uit hebt maar waar je avonden over kan praten en discussiëren. En Berlijn Alexandersplatz van Alfred Döblin in de uitstekende en leesbare vertaling van Hans Driessen, een stadsroman (beter dan zijn voorgangers van Bely en Dos Passos) en een modernistisch hoogtepunt over goed en kwaad. (Lees de recensie van Jij zegt het hier en van Moussa of de dood van een arabier hier)
Wiebren Rijkeboer
Zia Haider Rahman – In het licht van wat wij weten. Toch mijn favoriete boek van het jaar. In de eerste plaats omdat het een debuut betreft; een overdonderende entree in de literaire wereld. Ten tweede omdat de roman de hele wereld omvat: liefde, wetenschap – wiskunde -, filosofie, geopolitiek en vele continenten. Het is een epos dat het financiële systeem en de uitwassen daarvan verbindt met de aanslag op de Twin Towers, de Britse private schools, de bankwereld van New York, de oorlog in Bangladesh in 1970 en de kookpot van Kabul, Afghanistan. Een breed uitwaaierende, maar toch verrassend coherente, belangwekkende roman.
Coen Peppelenbos
Deze zomer overleed Eriek Verpale en misschien is Alles in het klein niet het mooiste boek dat ik dit jaar gelezen heb, het was toch goed dat het overlijdensbericht me dwong dit boek te herlezen. Ik las het boek in 1994 voor het eerst en misschien wel te vroeg, want ik vergat alles. Sommige boeken werken misschien beter als er wat leven over de lezer is heen gegaan. Alles in het klein is een hybride boek, met autobiografische verhalen, brieven, gefictionaliseerde autobiografie, steeds cirkelend rondom het leven van de schrijver. Hunkering naar jonge meisjes (en een afkeer van de progressieve vrouw, ‘macramétuig’), de geschiedenis van zijn eigen, deels joodse, familie en het schrijverschap dat niet commercieel succesvol is, maar wel noodzakelijk is om te leven. De Arbeiderspers herdrukte dit boek waarin je een mens en een rasschrijver ontmoet, maar dan moet je als lezer dus wel een beetje geleefd hebben.
Rieuwert Krol
Het beste boek dat ik het afgelopen jaar las is De buurt van Ab Visser, een roman uit 1953 waarin de jeugd van een jongen op fabelachtige wijze tot leven komt. Ik had nog niet eerder van De buurt gehoord maar het is zoals Johannes van der Sluis terecht opmerkte (lees de recensie hier) een roman die recensenten ‘een pareltje’ zouden noemen. Een voorbeeld: ‘Wij waren vurige jonge dieren, wreed soms en ongebonden en wij wisten nog geen raad met de driften die in ons woelden, waarop wij wegdroomden en waarvoor wij bang waren. Wij waren kleine, zorgeloze straatschuimers, nog niet als in deze tijd netjes opgeborgen in speeltuinen en sportverenigingen.’ Lebowski bracht de roman dit jaar opnieuw uit. (De buurt werd ook besproken door Guus Bauer, lees de recensie hier )
Guus Bauer
De roman Portret van een onbekend meisje van Aleksandr Skorobogatov (1963) opent met een stomp in het gezicht. ‘Ter nagedachtenis aan mijn zoon Vladimir (1987-2002)’. De gruwelijke moord op zijn zoon is de aanleiding tot dit subtiele epos. Skorobogatov heeft als uitgangspunt puurheid en onschuld genomen, maar de ‘echte’ wereld neemt langzaam bezit van de tekst. De roman is met veel ziel geschreven, heeft een prachtige melancholische ondertoon. De gebruikte taal – in de vertaling schemert precies genoeg Russisch door – heeft iets ongekends bedwelmends. (Lees de recensie hier)
Anton Brand
Zijn debuut Lipari (2006) was een klein meesterwerk, en daarna heeft Robbert Welagen nog vijf van die kleine meesterwerken geschreven – fantastische vertellingen, die uitblinken door verstilde gebeurtenissen en een delicaat taalgebruik. Aan prachtige recensies geen gebrek, maar met de herdrukken wilde het tot nog toe niet zo vlotten. Wat mij betreft, komt daar met In goede handen verandering in: Welagen schreef alweer een adembenemend boek in een bijna volmaakte stijl, een lust om te lezen voor wie oog heeft voor het detail. Erik Bergmans, tekenaar, heeft de leeftijd bereikt om vader te worden – maar wil hij dat eigenlijk wel, als hij terugdenkt aan de echtscheiding van zijn ouders toen hij twaalf was? Misschien lopen er wel twee Eriks op de wereld rond, de een het product van het jongetje dat nog geen twaalf is, de ander het almaar weifelende resultaat van de veranderingen die zich vrijwel ongemerkt door die scheiding in zijn leven hebben voltrokken. Welagen schrijft zo goed dat zijn verhaal soms aan je ziel schuurt en zijn woorden je pijn doen. Beter kan het niet.
Obe Alkema
Klasse van Francesco Pacifico draagt de fantastische ondertitel ‘Ongelukkige levens van Romeinse rijkeluiskindjes in New York’ en is net zo decadent, uitzichtloos en vuig als de ondertitel suggereert. Degenererende volwassenen die hun kindertijd nog niet afgesloten hebben, de handjes blijven ophouden, hun welgestelde ouders en alles wat ze tegenkomen op ironische en/of seksistische wijze benaderen, maar nóóit te dichtbij laten komen, want – zoals nu ook onder jonge Nederlandse romanciers trending is – écht contact, écht leven, écht doordringen in de ander is niet mogelijk. Pacifico’s portret van een verdwaasde generatie is weergaloos, smerig en getuigt bovenal van zijn stilistische en inhoudelijke flexibiliteit.
Henry Sepers
Dit jaar is mij vooral het werk van twee virtuozen opgevallen: Ilja Leonard Pfeijffer met Idyllen en Tonnus Oosterhoff met Op de rok van het universum. Terwijl Pfeijffer een klassieke versvorm een geheel nieuwe inhoud geeft, verbouwt Oosterhoff in zijn eentje de klassieke roman en stelt tegelijkertijd vragen bij het genre. (Lees de recensie van Idyllen hier en die van Op de rok van het universum hier)
Roosmarie Custers
Svetlana Alexijevitsj, Het einde van de Rode mens. Leven op de puinhopen van de Sovjet-Unie. Het einde van de Rode mens lag vorig jaar voor mij onder de kerstboom en het was zodoende het eerste boek dat ik in 2015 las. En het beste. Alexijevitsj laat middels interviews en getuigenissen honderden mensen aan het woord die tezamen een uiterst gelaagd en genuanceerd beeld schetsen van het leven in de voormalige Sovjet-Unie. Al die stemmen vormen een wolk aan ideeën en opvattingen en daartussendoor schemert iets van een werkelijkheid. Die niet eenduidig is en zich ook niet zo laat benoemen. Afwachten wat de kerstman dit jaar brengt.