Recensie: Paul Baeten Gronda – Wanderland
Het gaat richting een einde
De hoofdpersoon Igor Nast in Wanderland, de vijfde roman van de Vlaamse schrijver en columnist Paul Baeten Gronda (1981), is een wereldwijd gewilde schilder afkomstig uit armoedige omstandigheden, uit een gebroken gezin. Zijn doeken gaan voor astronomische bedragen van de hand. Hij is rijk, heeft huizen in alle werelddelen, maar is naar zijn idee nergens echt op z’n plaats want hij ziet en hij voelt dat het licht de aarde en zijn wereld langzaam aan het verlaten is, letterlijk en figuurlijk. Op een dag is hij in zijn wolkenhuis in Los Angeles wakker geworden, alleen, verlaten door zijn geliefde. Al duizend dagen komt er geen spat meer van hem op papier. Dan krijgt hij, gezeten op een bankje in Venetië, een paar dagen voor de opening van een grote overzichtstentoonstelling, plots een bericht van een van zijn halfbroers. Hun vader is ziek en stervende. Igor reist af naar Luzern in Zwitserland om hem te bezoeken.
Baeten Gronda heeft zijn roman in drie delen opgedeeld. De constructie is sowieso zwaarwegend in dit boek, schraagt het verhaal naar behoren. Na een hoofdstuk van één enkele alinea vallen we bruusk in een verhoor tussen Igor Nast en twee Sloveense agenten. Het zorgt er wel voor dat de tekst direct je aandacht heeft. Het eerste deel heet ‘Luzern’, maar speelt zich binnen een paar pagina’s af in Los Angeles, Nova Gorica in Slovenië en tenslotte toch in Zwitserland. Wat is er gebeurd met Hans Nast, de vader van een trits kinderen bij een trits vrouwen? Wat heeft Igor met hem uitgespookt? De spanningsboog is direct aangespannen. De binnenflaptekst vermeldt het navolgende:
In het huis van zijn vader leert hij zijn vervreemde familie kennen. Zijn halfbroers, zijn verloren zus, zijn bijzondere neefje. Alles lijkt te verlopen zoals gevreesd, tot blijkt dat vader Nast nog een laatste grote verrassing in petto heeft. Wat die verrassing uiteindelijk zal opleveren, had Igor nooit kunnen voorzien.
Wordt de verwachting ingelost? Is dat eigenlijk in deze roman, in romans in het algemeen van belang? Baeten Gronda heeft een gloedvolle stijl. Het draait hier om de taal en om de daadkrachtige beschrijvingen van scheve familieverhoudingen. De schrijver verweeft op een heel natuurlijke wijze jeugdherinneringen van Igor (of misschien gedeeltelijk van hemzelf) en laat zien hoe een leven herschikt wordt na verloop van tijd, hoe gebeurtenissen in het verleden een andere lading krijgen. Je ziet de angst sidderen in het hoofd van Igor, zijn creatieve en menselijke faalangst. Hij is een boodschapper, een uitverkorene die met licht en kleur werkt en dus merkt dat het langzaam donkerder wordt. Maar de kosmos behoort de mens niet toe, is er niet op gebouwd om de werking te zien, te doorgronden.
Igor is op zoek gegaan naar geestverwanten, maar treft alleen gekken en fantasten, of hij krijgt het advies om maar eens wat minder boven de verf te hangen. Igor is totaal alleen, van de wereld afgesloten, geïsoleerd door het verlies van zijn liefde, van zijn kunnen. Hij heeft een goed leven opgebouwd, zeker met zijn achtergrond. De mens die het leven in de hand neemt, het schijnidee dat we de (eigen) toekomst kunnen bepalen. Het lot laat zich niet tarten, bepaalt in een oogwenk wat er met iemand gebeurt. Met Delmira bijvoorbeeld, het echte zusje van Igor dat al jong onder een auto kwam. Een moment van onachtzaamheid en de tijd wordt gesplitst, in voor en na het ongeluk.
Zodra mensen vermoeden dat je gek bent, lijkt meteen alles wat je daarna aanvoert, ook feiten die het tegendeel bewijzen, dat vermoeden te versterken.
Een gedachte van Igor, van Baeten Gronda, waar je niet omheen kunt. In het tweede gedeelte vraagt vader Nast juist aan Igor hem te begeleiden naar een streek in Slovenië waar hij nog iets te regelen heeft, waar hij eigenlijk ook wil sterven. Ze komen in een onooglijk vakantiehuisje terecht. Hier is Baeten Gronda op z’n best, laat hij het aan- en afstoten tussen twee vreemden het sterkst invoelbaar zien. Er is natuurlijk geen tijd meer om een band te kweken. Het is te laat, in vele opzichten te laat, maar toch gebeurt er iets tussen hen, maar ook bij Igor zelf. Zou Igor de escapist, iemand die schildert voor de verkoop, voor het geld, voor de mogelijkheid om zich te kunnen verstoppen, zich juist weer op z’n plaats voelen, zal het mistgordijn weer optrekken? De duisternis ook ingegeven door die jeugd zonder moeder, zonder zus, vakanties eens in het decennium tezamen met een surrogaatfamilie.
Het verhaal over de verhouding tussen Igor en zijn moeder, iemand die – heel mooi, deze roman zit vol met sterke beelden – ‘haar geraamte kwijt leek te zijn’ toen haar man haar verliet en kort daarna haar dochter omkwam, is de harde kern van deze roman. Baeten Gronda is een vaardige verhaleninpakker. Wanderland is een psychologisch en constructueel sterke roman over het noodlot; de taal van Baeten Gronda is beeldend en verfrissend. In deel drie komt Igor terug in het wolkenappartement. Dat huis heeft verf nodig (sic!). Misschien zal hij weer gaan schilderen, met zijn hart. Het gemis is er, maar Igor realiseert zich dat hij nergens op moeten rekenen.
Alles gaat ooit verloren. Zoals een naaimachine twee lappen stof aan elkaar stikt, zo haasten wij ons een weg, plaats en tijd met elkaar verbindend. Slag na slag, richting een einde. Wat we intussen vaak vergeten, is dat eenvoudige feit. Het gaat richting een einde.
Guus Bauer
Paul Baeten Gronda – Wanderland. Hollands Diep, Amsterdam. 222 blz. € 19,99.