Recensie: Daan Remmerts de Vries – Groter dan de lucht, erger dan de zon
Elmer heeft het woord eenzaamheid ontdekt
Groter dan de lucht, erger dan de zon, de nieuwe jeugdroman van Daan Remmerts de Vries, bestaat uit drie duidelijk van elkaar onderscheiden delen. In het eerste deel blikt de elfjarige Elmer terug op een ingrijpende ervaring tijdens een zomerkamp op Vlieland. Dat het niet om een alledaagse jeugdvereniging gaat, wordt al snel duidelijk:
Ik begreep, vooral tijdens dat zwemmen in dat donkere, kille, korrelige water, dat ik moest volhouden, volhouden, volhouden. Dat ik mogelijk op den duur bevrijd zou worden. Dat alles uiteindelijk weer gewoon zou kunnen worden. Die kans zat er wel in. Zeker was het niet.
Nadat hij een zware pollepel tegen het hoofd krijgt, hoort Elmer steeds duidelijker een zekere ‘Lomax’ in zijn hoofd, die hem belooft nooit meer alleen te hoeven zijn. Elmer ontdekt dat hij druk kan uitoefenen en de macht heeft om ‘dingen te weigeren’. Hij overdenkt tevens de consequenties van zijn verregaande beslissingen:
Moet je dus altijd gehoorzamen? Nee. Je moet blijven nadenken bij wat je doet. En als een opdracht al te erg indruist tegen alles wat je redelijk vindt, dan mag je die opdracht weigeren.
Elmer wordt als overtuigende en innemende verteller geportretteerd, al fungeert hij soms wat nadrukkelijk als Einzelgänger. Hij kan nauwelijks in groep functioneren, zelfs niet wanneer hij de gangbare omgangsvormen van de peergroup imiteert:
Ik begreep op dat moment dat ik geen vrienden had en dat ik die ook niet zou krijgen. Er waren alleen maar anderen. Die in een groep bijeen gingen zitten en daar tevreden mee waren.
Elmers bevindingen zetten tot kritische (zelf)reflectie over vrijheid, aanpassen aan de norm en voldoen aan een verwachtingspatroon aan. Ondanks de filosofische inslag blijft Elmers gedachtegang erg concreet, zonder in een zweverig geheel te verzanden. Daan Remmerts de Vries schrijft op een doordachte, volwassen manier over jongeren en hun leefwereld, emoties en gedachten. Het resulteert in een stuitend psychologisch portret, dan aantrekt en weer afstoot. De auteur weet echt een gevoelige snaar te raken en doet een geslaagd appel aan het empathisch vermogen van de lezer.
Het tweede deel bevat Elmers dagboek, dat meteen na het zomerkamp begint. Elmer blijkt pas verhuisd en dat wordt duidelijk als een nieuwe start gemarkeerd. In sterk geschreven flashbacks worden herinneringen opgehaald aan Elmers besognes op z’n vorige school en de ondoordachte wraakactie op enkele irritante klasgenoten. Tussen de regels door suggereert Remmerts de Vries dat Elmer aan autistisch of hoogsensitief kind is, dat zich nauwelijks kan concentreren: ‘Voor mij is de wereld vaak iets wat me stoort.’
Ook op de montessorischool blijkt de kwetsbare Elmer een makkelijk slachtoffer voor nietsontziende pestkoppen. Noch de goedbedoelende maar naïeve ouders, noch zijn leerkracht kijken verder dan Elmers schijnbaar onbewogen façade. Aangemoedigd door Lomax verglijdt Elmer in een neerwaartse spiraal van donkere gedachten, haatgevoelens en achtervolgingswaanzin, wat enkel tot een verregaande apotheose kan leiden.
In het derde deel slaagt Elmer er uiteindelijk in om zijn gevoelens en gedachten te verwoorden. Met zijn moeder reist hij opnieuw richting Vlieland, waar hij Lomax wil achterlaten om ‘zichzelf weer te vinden’. Katalysator vormt de vriendschap met de schijnbaar wereldvreemde Arri, een jongen met ene spraakgebrek die hele dagen vult met strandjutten en toeristen rondleiden. Uiteindelijk blijkt Arri minder naïef dan gedacht en geeft hij Elmer enkele levenslessen mee. De moraal wordt expliciet verwoord en dat blijkt gezien het verhaalverloop totaal overbodig. Al na enkele dagen blijkt Elmer grotendeels verlost van zijn neuroses. En precies dit onrealistisch snelle verhaalverloop doet de wenkbrauwen fronsen. Je wenst elk getraumatiseerd kind wel zo’n Arri toe. Helaas blijken die beschermengelen en therapeuten ineen enkel in verhalen te bestaan. Net daardoor wordt de geloofwaardigheid van de eerste twee delen volledig onderuitgehaald en benadrukt Remmerts de Vries dat Elmers relaas een papieren verhaal blijft. Het lijkt wel alsof de auteur geen andere uitweg meer zag dan de figuur van Arri te introduceren, een jeugdige non-conformist, aan wie Elmer zich makkelijk kan spiegelen. Dan mag Arri nog een boeiend karakter zijn, geloofwaardig is deze verhaalwending in het geheel niet.
Het ongeloofwaardige, wat naïeve einde doet geheel afbreuk aan het ijzersterke psychologische portret van een getroebleerde tiener. En zo is nogmaals bewezen hoe moeilijk het is om een evenwichtige (psychologische) jeugdroman te schrijven.
Jürgen Peeters
Daan Remmerts de Vries – Groter dan de lucht, erger dan de zon. Amsterdam/Antwerpen, Querido, 184 blz. € 14.99.