Recensie: Nell Zink – De rotskruiper
Vooral een hype
Waar een mening tot overeenstemming leidt vindt men elkander. Maar waar deze meningen uiteen lopen ontstaat er een spreekwoordelijk mijnenveld. Ergens in dit mijnenveld bevind ik mij, nu ik mij niet zomaar kan overgeven aan het schrijverschap van Nell Zink. En dat terwijl ‘Her Nellnes’ – als zodanig liefdevol omschreven in diverse media – omarmd wordt als een nieuw en eigenzinnig talent. Zij duikt op in vele jaarlijstjes. Ik kan dat niet helemaal volgen.
Wat van Nell Zink vooral bekend is, is dat zij ontdekt is door Jonathan Franzen. In de media gaat het dan over de gedeelde voorliefde voor vogeltjes. Op die manier kwamen Zink en Franzen met elkaar in contact, waarna de laatste Zink aanspoorde haar verhalen onder de aandacht van een uitgever te brengen. Een hype werd geboren, met als eerste resultaat De rotskruiper, een roman die Zink naar verluidt in een tijdsbestek van luttele maanden afrondde.
De rotskruiper heeft in die zin autobiografische trekjes dat Nell Zink woonachtig is in Duitsland en dat haar personage Tiffany een Amerikaanse is die in Bern, Zwitserland woont. Tiffany – waarvan zij zelf zegt dat het lampenkap betekent – is met haar eveneens Amerikaanse man Stephen vogeltjes aan het bekoekeloeren in de Alpen, als een ongelukkige automanoeuvre zowel een ongeluk als een miskraam bij Tiffany veroorzaakt. Daarbij rijden ze een vogeltje aan, een rotskruiper. Deze rotskruiper is de aanzet tot een verhaal over gefnuikte verwachtingen, onvervulde verlangens en falende relaties. Tiffs relatie met Stephen houdt dan ook geen stand, veroorzaakt door de combinatie van de miskraam en de zorg voor het vogeltje – door Stephen Rudolf Hess gedoopt. Tiff knoopt dan een parttime relatie aan met Elvis, een Montenegrijnse pompbediende: ‘Jij bent zoveel mooi,’ beweert Elvis telkenmale. Het is allemaal een beetje belachelijk. En het wordt nog belachelijker als Tiff en Stephen scheiden en beiden zich op hun eigen militante manier gaan inzetten voor het milieu. De setting verplaatst zich dan naar Duitsland, naar Berlijn, alwaar Zink eco-fanatici als de hoogblonde Birke, de lelijk uitgedoste vergadertijger Olaf en Gernot, de anglicaanse pastor van Wittenberg introduceert.
Zinks literaire stijl is wars van Amerikaans realisme, heeft dan ook niets gemeen met Franzen, maar is eerder Europees, ironisch angehaucht; zoals we dat kennen van Michel Houellebecq: een net van de werkelijkheid afwijkende parallelle wereld. In De rotskruiper haalt Zink echter nauwelijks het niveau van Houellebecq en blijft er van het eco-kritische wereldbeeld niet veel meer over dan een metafoor van ons gezamenlijke falen:
Liefde voor de natuur is een contradictio in terminis. Datgene waarvan iedereen zegt dat niemand er voldoende van heeft, het is een non-existent persoonlijkheidstrekje.
Ik ben niet onder de indruk van De rotskruiper. Voor mij eindigt de roman in het niets; een doel of plot heb ik niet kunnen onderkennen. Evenmin als een betrokkenheid in de schrijfstijl; Nell Zink blijft voor mij op grote afstand. Niettemin blijven de verwachtingen hooggespannen voor Misplaatst, Zinks tweede roman die in februari 2016 in vertaling zal verschijnen.
Wiebren Rijkeboer
Nell Zink – De rotskruiper. Vertaald door Gerda Baartman. Uitgeverij Ambo Anthos, Amsterdam. 174 blz. € 17,99.