Over een oude dame

Geachte heer Pam, Beste Max,

(Ik ben maar zo vrij)

Allereerst: ik vond het gisteren in restaurant Schiller een memorabele avond, stijlvol is het woord.

Doorgaans mijd ik samenscholingen, net als ongelukken in het verkeer, maar de uitnodiging van Pieter Waterdrinker om de verschijning van zijn nieuwe boek De correspondent luister bij te zetten, was zo hartelijk en dwingend tegelijk, dat ik niet kon weigeren. Welnu, ik heb van dit intellectuele en artistieke conglomeraat genoten. Mannen die ieder hun eigen metier vertegenwoordigen, die in staat zijn tot wat de Engelsen noemen polite conversation, die elkaar geen vliegen afvangen, maar wetenswaardigheden uitwisselen en in gedreven samenwerking niet langer over een fles wijn doen dan een minuut of tien. Bij thuiskomst in Haarlem, viel ik op het stationsplein van mijn fiets en rolde een poosje verder in de richting van Heemstede (je kunt een val breken of er plezier aan beleven) in mijn geval een teken dat ik weer eens met volle teugen had genoten.

        Met niemand ruzie gekregen of gemaakt, ook dat nog.

        Slechts één verschil van mening resteerde, dat tussen ons.

Het betreft de simultaan schaak seance die Jan Timman ooit heeft gehouden in het Zandvoortse gemeenschapshuis en waarbij mijn moeder hem schaakmat zette. Dit is een historisch gegeven. Dat mijn moeder in het laatste stadium van haar leven soms haar eigen stukken sloeg, staat hier geheel los van. Ook wil ik wel toegeven dat mijn moeder een opening speelde waar de honden geen brood van lustten, maar een feit blijft dat Jan Timman een kleinigheid over het hoofd zag en mat ging.

        Er bestaat een foto waarop Timman mijn moeder de hand schudt. Deze foto heeft ooit gestaan in Het Zandvoorts Nieuwsblad of in De Zandvoortse Koerant (er bestonden destijds twee elkaar beconcurrerende bladen) het ene werd gemaakt door IJs de Jong, een plaatselijke verzetsheld, en het andere door de vader van Bubb Kuyper, later directeur van het gerenommeerde literaire veilinghuis, maar dit ter zijde.

        Ik heb vandaag mijn woning op enkele essentiële plaatsen doorzocht, maar daarbij nog geen enkel bewijs boven water kunnen halen, hoewel dat dus zeker bestaat. Laten we de zaak verder maar aan de vergetelheid prijsgeven, maar dat jij/u mij botweg betichtte van een scheut pseudologica fantastica (het uit de duim zuigen van een zeker voorval, waarvan men het werkelijkheidsgehalte volhoudt) weiger ik over mijn kant te laten gaan. Wie weet kan Jan Timman zich nog herinneren dat hij eens door een oudere dame in Zandvoort mat gezet is, alhoewel, verdringing ligt altoos op de loer. En wij praten over een lange tijd geleden. Ik denk aan eind jaren zeventig, begin jaren tachtig van de twintigste eeuw. Liever denk ik daar niet aan, maar dat is weer een andere kwestie. Hoe dan ook, ik vond het bepaald aangenaam je/u wat meer van nabij te hebben leren kennen.

        Hartelijke groet en blijf gezond, Lodewijk Wiener.

PS:

Dit zei de moeder van Genna Sosonko ooit tegen haar zoon, toen hij hier naartoe kwam en zij wist dat zij hem misschien nooit meer zou zien. ‘Genna, blijf gezond.’ Als een moederlijk bevel. Ik hou zo op, maar nog één: Sosonko kenschetste het wezen van schaken ooit als volgt (wat een lekker woord is dat toch, ooit): ‘Als hij dit, dan ik dat.’

*

Beste Lodewijk,

Ja, het was een zeer aangename avond, goed je te ontmoeten. Eigenlijk zouden wij dit vaker moeten doen, zeker als je bedenkt dat niemand met niemand ruzie heeft gekregen. En nu het heikele punt wat betreft de schaakprestaties van je moeder. Ergens ver weg in mijn geheugen zit toch een soort herinnering, waarin Jan Timman me vertelde over een belachelijke partij die hij van een oude dame had verloren. De letters Zandvoort gloeien vagelijk op. Het zou best kunnen dat ik die herinnering door het nadenken erover ben gaan verzinnen, maar ik zal het toch eens bij Timman navragen – zodra ik hem zie, wat tegenwoordig niet al te vaak is.

        Misschien moeten wij eens koffie drinken.

Met vriendelijke groet, Max Pam.

[…]

Beste Lodewijk,

Ik heb een teleurstellende mededeling voor je. Ik heb namelijk Jan Timman gebeld met de vraag of hij zich kon herinneren dat hij in Zandvoort tijdens een simultaan van een oude vrouw had verloren. Hij zei dat hij zich dat niet kon herinneren. Hij wist zelfs niet eens zeker of hij, voor dat doeleinde, ooit in Zandvoort was geweest.

        “Wel in Velserbroek”. Ik hoop dat ik je weekend niet heb vergald.

        Met hartelijke groet, Max .

*

Beste Max,

Hierbij stuur ik je nu dan toch de twee kranten artikelen uit vroeger tijden op. Het ene is uit Het Zandvoorts Nieuwsblad, het andere uit De Zandvoortse Koerant. Bij opening zijn deze kopieën vanwege de minuscule druk niet te lezen, maar ergens in de onderbalk staat een loepje met een + teken erin, en als je daar een paar maal op klikt wordt de tekst vanzelf duidelijk. Ik zal verder geen zout in de wond strooien.

        Je hoeft dit bericht niet per se aan Jan Timman door te sturen, maar daar heb ik geen bezwaar tegen. Wat de heer Timman ooit in Velserbroek heeft volvoerd, is altijd onopgehelderd gebleven, net als de reis naar Friesland van Den Uitvreter.

Hartelijke groet,

Lodewijk