Met zulke schrandere knepen

Drs. P, vorig jaar overleden, werd 95 jaar oud en gold al vele jaren als een anachronisme in de Nederlandse kleinkunst: zijn bloeiperiode was al decennia geleden afgelopen, daarna leefde hij, voor het bredere publiek, voort als rariteit. Dat lag aan zijn vormelijke voorkomen en zijn uitermate verzorgde en (toen al) ouderwetse, of liever gezegd tijdloze taalgebruik, en dat lag óók aan de ongelofelijke vormvastheid van zijn werk. Het hielp ook al niet dat De Wereld Draait Door jaren geleden een poëtische reactie van Drs. P vroeg op de ‘liedtekst’ van de groep The Opposites (‘ik ben dom, lomp en famous / bitches zitten aan me [sic] penis’). Er kwam een sterk antwoord van Drs. P, maar het merkwaardige item vergrootte vooral de onterechte suggestie van wereldvreemdheid.

troika hier drs pOndanks die positie hield hij vele bewonderaars, of dat nu taalneuroten waren, kleinkunstenaars of dichters. Opvallend is het dus niet, dat ’s lands grootste taalvirtuoos een prachtig in memoriam krijgt in de vorm van een dikke en goed verzorgde bloemlezing. Dat een van de samenstellers 31 is en de ander 17 (!) is des te verbazingwekkender.

De 17-jarige samensteller is Ringo Maurer uit Volendam, een klassieke- en ragtime pianist. Ik ken hem niet; enkele internetbronnen noemen hem een ‘taalfenomeen’, en ook ’s lands ‘grootste fan’ van Drs. P. Maurer bezocht Drs. P in de laatste fase van zijn leven wekelijks en hij mocht, een grotere eer bestaat er niet als je zijn grootste fan bent, op Drs. P’s uitvaart optreden. De 31-jarige samensteller is Renske de Greef, niet nieuw in boekenland maar een naam die ik zo snel niet met Drs. P zou associëren.

De opvallend korte inleiding (geen duiding of context, geen eigen visie van de samenstellers op het werk, behalve dat Drs. P waarschijnlijk nooit het gevoel had dat taal hem in de steek liet) waarschuwt al: het werk van Drs. P is niet zomaar een kunstje, zoals de messenwerper iedere avond in het circus een kunstje doet. Wie het werk van Drs. P kent, weet hoe vernuftig, hoe ijzersterk zijn teksten in elkaar zitten, vrijwel zonder stoplappen, zonder lasnaden, met hoogst zelden tot nooit geforceerd rijm, et cetera, kortom: een taalbeheersing die zóver reikt dat de schrijver in kwestie die tal- en vormbeheersing een leven lang kan uitbuiten. Dan ontstaan met een ogenschijnlijk gemak gedichten als deze:

drs. p vers

De regels ‘Het is met zulke schrandere knepen / Dat de vakman de lezer bekoort’ maken niet alleen duidelijk hoe Drs. P door de jaren heen gewaardeerd is (een kundige vakman) maar ook hoe hij zelf naar zijn werk keek. Wie tot in het oneindige geconcentreerd is op de uiterlijke vorm en de talige kanten van een tekst, realiseert zich tegelijkertijd dat een inhoudelijke, persoonlijke, emotionele invulling van die vorm misstaat. Drs. P schreef geen literaire poëzie, in de zin van samengebalde, metaforische teksten waarin de inhoud de vorm dicteert. Zijn werk is volstrekt uniek: hij excelleert in vormvastheid, maar vergelijkbare vormvaste dichters van de afgelopen 50 jaar zetten hun vormvastheid meestal literair in, voor die invulling die bij Drs. P nu juist ontbreekt. En in de eigenzinnige, speelse, grondige benadering van zijn talige onderwerpen lijkt hij op Hugo Brandt Corstius (Battus’ Opperlandse taal- en letterkunde!), Herman Finkers of Wim Daniëls, maar bij hen ontbreekt weer die vormvastheid. Drs. P’s werk is van begin tot eind de hogeschool van het vorm- en taalgedicht en een tijdloze manier van een vermakelijk verhaal op een tegelijk zo strak én soepel mogelijke manier vertellen. Ga er maar aan staan.

Een van zijn gedichten uit de bloemlezing legt dit schrijf procedé uit:

CREDO

Ik waarschuw u op goede gronden

Veel dichters zijn te licht bevonden

Light verse (plezierdicht, zeggen wij)

Is speels, maar geenszins ongebonden

Dus (zij het dan qua inhoud vrij)

Qua vorm van hechte makelij!

En dat men ’t puntig af moet ronden –

Die noodzaak komt er ook nog bij

’t Gaat niet om kolder, niet om grap

Ook niet om rederijkerskuren

Het is geen zwelgen in de taal

Maar wel berust het allemaal

Op innerlijke avonturen

En onvermoeibaar vakmanschap

Drs. P was de vorm dermate meester dat hij nog steeds zo ongeveer alle kanten uit kon in zijn teksten. Dat blijkt uit de liedtekst ‘Emmeloord’, waarin hij op virtuoze manier gehakt maakt van de fantasieloosheid die de plaatsnaam suggereert (‘Emmeloord, Emmeloord / U heeft het al begrepen: dit lied gaat over Emmeloord / Waar menig wild verlangen in de kiemcel wordt gesmoord / Het pittoreske Emmeloord’). Dat geldt ook zijn roemruchte gebruik van ‘oude’ woorden (scabreus, kazuifel, commensaal) en zijn (quasi-)neologismen, in en buiten zijn ollekebollekes (verskunstig, cirkelquadratuur, algoedertierendheid, centrifugaliter, ondiepgevoeligheid). Dat blijkt uit zeer creatieve liedteksten over etenswaren als andijvie, peer en pruim. En lees bijvoorbeeld deze passage uit ‘Apostrof’, een ode aan één van de kleinste leestekens:

Bij genitieven, als de laatste letters sissen –

s, x en z als in Inez en Max en Frits –

Kan hij of zij die schrijft de apostrof niet missen

‘Frits apostrof gehits verveelt me,’ sprak hij bits

De poëzie placht lettergrepen in te slikken

De apostrof kwam er dus dikwijls aan te pas

In d’avond slaakt’ ik meen’ge zucht en hoorb’re snikken

Als ik weer eens zo’n stukje letterkunde las

Er gebeurt erg veel, in die acht regels: zakelijke beschrijving, twee voorbeelden (één praktisch, één poëtisch), waarbij beide voorbeelden in zichzelf ironisch commentaar op de apostrof vormen – en tegelijkertijd een mooi gekruist rijm, drievoudig binnenrijm in de vierde regel, alliteraties en assonanties – en het loopt allemaal zo vlot dat het in eerste instantie niet eens opvalt hoe goed de tekst in elkaar zit.

Het zal voor velen als een verrassing komen dat Drs. P ook proza op zijn naam had staan. In deze bloemlezing is een aantal van deze korte teksten in een aparte afdeling opgenomen, na de liedteksten (op alfabetische volgorde) en voor de afdeling poëzie, die goeddeels uit de beroemde Ollekebollekes bestaat.

Natuurlijk bevat de bloemlezing naast ‘Dodenrit’ (met de naamgever van deze bloemlezing ‘Troika hier, Troika daar’ in de lange coda) de andere onvergankelijke teksten van bijvoorbeeld ‘De commensaal’, ‘Veerpont’, ‘Het Winschoterdiep’ en ‘Maagdenburger halve bollen’. Maar niet alleen het evenwicht tussen liedteksten, proza en poëzie is fijn evenwichtig, ook de afwisseling tussen het bekende en het onbekende werk is prettig. Daarnaast is opvallend hoe sterk met name de liedteksten zijn als ze niet worden gezongen. Ze werken op papier, als gedichten, feitelijk net zo goed als wanneer ze door de typische, krakerige Drs. P-stem worden vertolkt.

Met deze stortvloed van bijna 350 pagina’s krijgt het oeuvre van een van de bijzonderste Nederlandstalige dichters een mooi en overwogen eerbetoon.

Roel Weerheijm

Drs. P – Troika hier, Troika daar, Het allermooiste bij elkaar (Gekozen door Renske de Greef en Ringo Maurer). Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 376 blz. € 19,99.