Intelligent, spottend, verstoppend

Als een gedicht zijn indeling ontleent aan The Waste Land van T.S. Eliot mag je verwachten dat er een relatie is met het beroemde gedicht, een relatie die verder gaat dan het aantal hoofdstukken en regels. ‘Ook de regels per hoofdstuk komen overeen.’, aldus de aanwijzing in De taiga zwijntjes van Astrid Lampe (1955). Deel II van de bundel telt evenveel strofen als het aantal regels waarbij noten zijn geplaatst, naar Notes / The Waste Land. Het gedicht van Eliot is een collage van literaire verwijzingen. De dichter als individu wijkt voor de gestalte van een ander. In zijn regels krijgt de poëzie zelf gestalte. The Waste Land is een van de meest geïnterpreteerde literaire werken van de 20e eeuw. Wat Elliot daar zelf van vond, doet er niet toe. Volgens Bronzwaer is het hoofdthema ‘de mislukking van de seksuele ontmoeting als teken van spirituele verarming’, waarmee toch naar de dichter als individu, naar het ongelukkige huwelijk van de dichter verwezen wordt. Misschien wilde Eliot alleen maar een aantal mooie regels bij elkaar zetten. Het gedicht werd ook begrepen als allegorie van de morele leegheid van de naoorlogse generatie, ontdaan van vroegere positieve waarde in een wereld zonder zingeving.

Is de wereld van Astrid Lampe zo’n wereld, een woest land (Taiga), waarin kunst wordt bedreigd, waarin ‘eten vechten paren en de rest’ resten, waarin HAMAS de dienst uitmaakt, kapot geschoten dorpen en steden, opblazende jongemannen, slachtoffers, vluchtelingenstromen? Astrid Lampe verbergt net als Eliot haar individuele leven in haar gedichten, waarin traumatische autobiografische ervaringen gemaskeerd en vervormd kunnen zijn verwerkt, maar de lezer gaat zijn gang. Hij leest regels als:

‘zon zomer // en dan was ik de danseuse en Mondriaan Mondrian / ik trok me op aan de barre / verleng ons winterpact / mijn choreografie een swingstate een luchtkus / waarin horizontalisten en verticalisten / rebellerend aan jouw lichtbrug’

‘het zuivere / poëtische veld dat politiek en geslachtelijk / overloopt’

‘( je bekeek me om 04.57)’

‘o kamikaze / -De eerste keer dat je me… / -We, liefje, we / -De eerste keer dat we…’

‘mijn poëzie /een wifiwolkje feromonen / en sponslichaam’

Het motto van Eliot getuigt van zelfspot: ‘But / O O O O that Shakespeherian Rag – / It’s so elegant / So intelligent’ Die zelfspot vinden we ook in het gedicht: ‘zo blazen we je / van de sokken met onze po-eemen // een ijdel behaagziek ikken hikken de knik in mijn stem’

Lampe heeft een toneelachtergrond en dat is goed te horen in haar mooie voordracht. Overigens vinden we deze zelfspot ook bij Menno Wigman, die de poëzie lijkt te verafschuwen. Was ik maar geschikt voor een ordentelijk beroep, maar de poëzie kruipt waar zij niet gaan kan! Dichters gaan op pad, varen op een boot door Duitsland en lezen voor: ‘mocht op de pleziervaart niet ontbreken het hoofdpodium hing / van zweetlozing, voortijdige catharsis en slikvocht aan elkaar / nog voor het poëziediner losbarstte was ik die gedichtjes // spuugzat’

Astrid Lampe De Taiga

Politieke stellingname vinden we in deel II ‘De Zwijntjes’ met 59 kwatrijnen. Er komen veel onderwerpen aan de orde, in kwatrijnen met langere en korte regels. Me dunkt dat je de kwatrijnen met pauzes moet lezen. Toch vormen ze samen een conglomeraat. Rusland wordt genoemd, permafrost (‘houdt een liefde die doorleeft mijn wildstand op peil’), het kleurboek voor volwassenen (‘met ronkende hormonen’), torentjes bouwen, big data, grondoorlog, plateauorgasme, ovatieverslaving, bermbommen, braakland. Er zit veel zelfspot in deze diverse waarnemingen, opvattingen. De dichter neemt vele gestalten aan, geeft zich niet prijs, wil niettemin erkend worden.

De kunstmarkt is verworden tot een modespel: ben je als kunstenaar in of out? Hoe verkoop je op de meest efficiënte wijze je producten?

be part of the art kopieer ik Kenneth doorgewinterde HTML color pickers

als we zijn cum laude valt het leed niet te tackelen toch er gloort hoop

dra het applaus zit staat het bier koud om deze verreisde

paddenstoelenplukkers nieuw leven in te blazen

Een kunstenaar als Antony Gormley met zijn draadfiguren (de zittende man nabij Lelystad; zijn Quantum Cloud bij Millenium Dome) was een aansprekende artiest. Hij is uit en er wordt gezegd dat hij nooit echt creatief was; dat hij naar populisme neigde.

ons pact met Gormley hoe Antony hoe

gaan wij met al die hijgende kunstkopers in de nek onze doden

begraven

Remco Ekkers

Astrid Lampe – De taiga zwijntjes, Querido, Amsterdam. 49 blz. €17,98.