Kind van de Verzorgingsstaat

essen-kind-van-de-verzorgingsstaat 01In de nazomer van 2001 had ik een bespreking met een redacteur van uitgeverij Thomas Rap toen plotseling een wonderlijke jongeman binnenstapte, enigszins onthecht maar niet onvriendelijk, een wit T-shirt van drie maten te groot, een brilletje, een warrig kapsel en een linnen tasje over de schouder, die licht gebogen door de kamer begon te struinen, overal onder en achter begon te kijken, alsof hij naarstig naar iets op zoek was, de drempel naar het nieuwe millennium nog altijd niet had kunnen vinden.

        Uit de afzonderlijke delen van zijn uitmonstering kon je weinig opmaken, maar uit het geheel sprak een duidelijke herinnering aan een voorbije levensstijl. Nu ben ik iets jonger dan Rob, ik wist dan ook niet exact om welke levensstijl het ging, maar het leek me veilig te veronderstellen dat die levensstijl iets met muziek te maken had, en dat de belastingbetaler voor de kosten op kon draaien.

Dat is Rob van Essen, zei de redacteur. Een schrijver. Trek je er maar niets van aan.
        Ja, zei ik, nee, maar wat is er met hem aan de hand?

essen-kind-van-de-verzorgingsstaat 02Even later op het terras bleek dat Rob en ik veel gemeen hadden. Wij rookten, dronken, en leden allebei aan vage, lastig te definiëren levensangsten, waarvoor wij ook – dat was toch ook toevallig! – nagenoeg dezelfde medicijnen gebruikten.

        Aan de telefoon vertelde Rob mij vorige week trouwens dat ik hem bij deze gelegenheid een wijsneus heb genoemd. Nou, daar kon ik me dus helemaal niets meer bij voorstellen… Totdat ik enkele dagen later deze foto tegenkwam op pagina 60.

        Verder herinner ik mij dat de redacteur na afloop zei: ‘Rob is echt een geweldige schrijver. Alleen jammer dat hij niet durft op te treden. Dat hij niet op het podium durft.’

         Maar klopt dit wel, Rob? Durfde jij niet op het podium?

        [Rob: jawel hoor.]

        Nee, daar was ik al bang voor: het geheugen, schrijf je in je nieuwe boek, is een holle, rotte ui. Aan een herinnering blijft door de jaren van alles kleven, zodat je die eerst van alle lagen moet ontdoen, om soms, bij de kern gekomen, te moeten vaststellen dat-ie niets bevat.

Goed.

Van de redacteur kreeg ik de boeken van Rob mee: Troje en Reddend Zwemmen, de eerste twee romans uit de veertien-delige Jeugdherberg-cyclus.

        Ik las over Rob-gelijkende figuren, die het leven niet speciaal eenvoudig vonden, die net zo lang twijfelden tussen deelname aan het leven of daar toch liever een half metertje naast blijven staan dat zij, enigszins afgeleid en daardoor extra kwetsbaar, op een dorpsfeest zomaar werden opgenomen in De Moeder Aller Polonaises [zie Reddend Zwemmen, hoofdstuk 13]

essen-kind-van-de-verzorgingsstaat 05Dit was de werkelijke eerste ontmoeting met Rob van Essen, in alle opzichten een schrijver naar mijn hart. Hij is iemand met een groot gevoel voor de hoop en het verlangen dat het menselijk handelen ingebakken zit, en de onbedoelde gevolgen van dat menselijke handelen, de teleurstellingen die erop kunnen volgen.

        Een schrijver met misschien een lichte hang naar melancholie, zonder die heel serieus te willen nemen, zodat hij zichzelf zodoende misschien wel tot de ironie had verdoemd.

        Een fijne stilist ook. Iemand die altijd mooie zinnen maakt, en die ook goed kan denken, wat belangrijk is, want aan mooi schrijven gaat altijd mooi denken vooraf.

        ‘Melancholie,’ schrijft hij bijvoorbeeld, ‘is als koffie met veel melk. Je kunt het de hele dag drinken, je merkt er niets van, maar ’s nachts doe je geen oog dicht.’

        Dit is een typische Rob van Essen-zin, die op allerlei manieren mooi en goed is.

        Het is, oppervlakkig gezien, een geslaagde vergelijking – depressie verlamt, maar bij melancholie kun je gewoon blijven werken.

        Bijna terloops wordt de lezer ook een beeld voor ogen gebracht: je ziet een man die des avonds naar het nachtkastje reikt om het bedlampje uit te doen, en gaat liggen. Als lezer kun je bijna horen hoe vervolgens in het donker twee oogjes opengaan.

        Melancholie wordt hier bijna ongemerkt met drinken vergeleken. Melancholie veronderstelt dus een handeling van de melancholicus.

        Dat is het knappe aan zulke zinnen. De lezer krijgt het gevoel dat hij beelden en gedachten zelf afmaakt, zelf ontdekkingen doet in de tekst, zelf slim en grappig is.

middendorp van essen

Ik ben Rob altijd blijven spreken en lezen, hij wordt nog altijd met elk boek beter, de linnen tasjes zijn ingeruild voor overhemden, maar de vraag die tijdens de eerste ontmoeting opkwam, bleef onbeantwoord: wat is er met hem aan de hand?

        Welnu, het heeft vijftien jaar geduurd, acht boeken, romans, verhalen, gelukkig bekroond, een roman in fragmenten, een persoonlijke favoriet, en vele recensies en artikelen, voordat we op die vraag eindelijk een antwoord hebben gekregen. De verzorgingsstaat. De verzorgingsstaat was met hem aan de hand.

        (En met mij ook.)

essen-kind-van-de-verzorgingsstaat 03De verzorgingsstaat was natuurlijk schitterend voor de mensen die hem hebben opgebouwd. Zij hadden grote Idealen. En hebben daarvoor hard gestreden. Er kwamen nieuwe huizen, ruim en licht, waarin de arbeider, indertijd bedreigend als een vluchteling, met de juiste lichtinval, cursussen en meubeltjes, als vanzelf zou veranderen in een betere, gedisciplineerde versie van zichzelf, verheven, met altijd een oog open voor de gemeenschap.

         Voor deze Nieuwe Mensen werd goed gezorgd. Voor elk probleem bedacht de staat een uitkering. WW. AOW. WAO. Ook de vrouw, schrijft Rob, die tijdens het ramenlappen van het trapje viel, werd door de staat tot aan haar dood verzorgd.

        Toen kwamen de onbedoelde gevolgen. De teleurstellingen.

        De Nieuwe Mens kwam niet. Er werden hele woonwijken voor hem neergezet, zoals bijvoorbeeld De Bijlmermeer, maar het eerste wat de Nieuwe Bewoners deden toen de stenen Idealen werden opgeleverd, was zo snel mogelijk van de hoogste verdiepingen naar beneden springen.

        Voor de kinderen van de verzorgingsstaat bleef niets over om voor te vechten. Alles was er al. Alles werd aangereikt. Niets wat deze kinderen zouden doen in het leven kon nog consequenties krijgen, hoe bont je het ook maakte, want er was altijd het vangnet van de uitkering.

essen-kind-van-de-verzorgingsstaat 04Rob, van harte gefeliciteerd. Kind van de verzorgingsstaat is een klein meesterwerk. Het staat bol van de mooie zinnen, observaties, verhalen, beschouwingen en anekdotes. Het is een fenomenale coming-off-middle-age-novel, waarin de schrijver onderzoekt hoe de tijdgeest zijn levensloop heeft bepaald.

        Hij neemt ons mee op zijn verkenningstochten langs uitkeringsinstanties, bandjes, melancholie en ironie, door groeikernen, buitenwijken, rijtjeshuizen en galerijflats waar de tijdgeest als nicotine aan de enkelvoudige muren is blijven plakken.

        Als je tijdens het lezen eens niet hardop moet lachen, verrukt opkijkt van weer een schitterende alinea, beschaamd of betrapt om je heen kijkt, staat de huiver wel rechtop op je onderarmen.

        Ik wil dan ook een toast uitbrengen op Rob van Essen – een schrijver om op het podium te hijsen!

Peter Middendorp

(foto: © Hanneke Leliveld)