Nieuws: Volgens Jan van Mersbergen prefereren schrijvende vrouwen thee en koekjes boven een kritische blik
Vandaag verscheen weer een stuk van Jan van Mersbergen over ‘schrijvende vrouwen’. Van Mersbergen, die eerder al de gemoederen bezig hield met een soortgelijk stuk, komt vandaag tot de conclusie dat de aangevoerde ongelijkheid geen eerlijk argument is:
Het punt is: als een boek van een vrouw niet genomineerd is dan is er sprake van ongelijkheid en oneerlijkheid, als een man niet genomineerd is dan is zijn boek niet goed genoeg, of zijn andere boeken beter. Dat is de ongelijkheid: het schijnargument.
Het moet volgens van Mersbergen over de kwaliteit van het schrijven zelf gaan:
…maar deze lastig te duiden elementen vertroebelen de discussie, maken hem subjectief, onduidelijk, warrig, vooral voor mensen die geslacht verkiezen boven tekst.
Helaas zijn vrouwen niet zo kritisch op elkaar:
Op welke manier bespreken vrouwelijke schrijvers elkaars werk? Ik weet daar vanzelfsprekend weinig van – ik ben daar niet bij – ik vraag me alleen af of vriendinnen die allebei schrijven de thee en de koekjes en de gezelligheid niet verkiezen boven het schrijven.
Lees hier het hele stuk.
Het stuk van Van Mersbergen kon niet meteen op juichende reacties rekenen.
Lezeres Des Vaderlands reageerde in een stuk:
De redeneringen van Grunberg en Van Mersbergen – en vrees ik, ook van Sicking – plaatst vrouwen in een Catch-22: je mag het niet over de maker achter het boek hebben want dan doe je aan ‘slachtofferdenken’ en ‘groepsdenken’ en negeren van ‘literaire kwaliteit’, en ondertussen is er een groep individuen die consequent twee keer zo weinig besproken wordt in de boekenbijlagen en ook twee keer zo weinig zelf de pen ter hand neemt in die bijlagen.
(Afbeelding: https://vimeo.com/36137038)
Wat een slechte redeneringen. En wat laf door eerst een vrouw op te voeren die zijn mening moet voorkauwen: \”Laatst hoorde ik een vrouwelijke schrijver heel voorzichtig zeggen dat vrouwen de lat iets hoger moeten leggen, met schrijven. Ze noemde geen namen, maar dat lijkt me de enige opdracht: een boek schrijven dat zo goed is dat geslacht niet meer uitmaakt, en ook niet als excuus gebruikt kan worden.\”
Let er ook op dat hijzelf hier wel \’vrouwelijk\’ gebruikt, terwijl hij juist subtiel wil laten weten tegen die sekseaanduidingen te zijn. Maar hier werkt het kennelijk functioneel, want daarmee kan hij laten zien dat hij niet alleen mannelijke meningen vertolkt.
Daarbij komt die opmerking zomaar uit te lucht vallen. Nergens in de voorgaande zinnen van het hele stuk wordt aangetoond dat vrouwen de lat laag leggen of dat ze mindere literatuur produceren, wat JvM tussen de regels door toch probeert te zeggen. Inderdaad, een oliedom stuk, zoals hierboven al werd gezegd.
Laat ik overigens de term \’laf\’ weghalen, want dat is wel heel hardvochtig, en zo bedoel ik het niet. Maar het neemt niet weg dat ik het opvoeren van een ander om je eigen mening te laten geven niet vind bijdragen aan de overtuigingskracht van het stuk.