Recensie: Marjan Brouwers & Jeannette van Ditzhuijzen – Ren, Janina, ren!
Wegrennen op het juiste moment
Hoewel ik een liefhebber ben van op historische gebeurtenissen gebaseerde romans, kan veel recente fictie over de Tweede Wereldoorlog mij weinig bekoren. De Holocaust voelt namelijk blijkbaar voor nogal wat schrijvers lang genoeg geleden om deze te gebruiken als clichématig decor voor sentimentele schrijfsels. De oorlog wordt er dan bij de haren bijgesleept om bijvoorbeeld een liefdesverhaal op te leuken. Wie ooit aan iets dergelijks is onderworpen, kan opgelucht ademhalen: Ren, Janina, ren!, het fictiedebuut van Marjan Brouwers en Jeannette van Ditzhuijzen, die eerder hun krachten bundelden voor een informatief boek over kastelen, heeft geen enkel raakvlak met al die ergerniswekkende Holocaustkitsch.
Het verhaal is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Janina Katz, een in Polen opgegroeide Joodse vrouw die de verschrikkingen van de oorlog dankzij diverse spelingen van het lot overleefde en anno 2016 op Curaçao woont. Tijdens de oorlog maakte ze heel wat mee, maar op een cruciaal moment wist zij te ontkomen aan de Duitsers. Dat gold helaas niet voor het leeuwendeel van haar familie en kennissen. Een dergelijke achtergrond strekt natuurlijk niet per se tot aanbeveling. Niet elke persoonlijke geschiedenis is immers per definitie interessant voor een buitenstaander, hoe dramatisch iemands leven ook is verlopen, en aan autobiografische non-fictie over de Tweede Wereldoorlog bestaat bepaald geen gebrek. Brouwers en Van Ditzhuijzen waren zich hiervan misschien bewust, want zij kozen ervoor Janina’s verhaal op te tekenen in romanvorm. Deze keuze had gemakkelijk kunnen leiden tot huilerige kitsch, maar het pakt allemaal verrassend goed uit, misschien juist doordat zij vanwege het nog in leven zijn van hun onderwerp niet uit de bocht wilden vliegen. Enkele foto’s en de epiloog ‘verklappen’ dat deze uitgave gebaseerd is op iemands leven, anders zou je zomaar kunnen denken dat je met een bijzonder goed verzonnen verhaal hebt te maken.
Het onderwerp van de roman is overduidelijk de Jodenvervolging. Irritante subplots worden wijselijk achterwege gelaten. Voor een obligate romance is evenmin plaats. Daar wordt het boek niet slechter van. De auteurs lijken te hebben begrepen dat de Jodenvervolging erg genoeg is en voldoende drama biedt voor fictie. We volgen de belevenissen van Janina’s familie, vooral in de vrouwelijke lijn. Doordat zij in 1932 in een Joodse familie wordt geboren, lopen haar jonge jaren nagenoeg samen met de het nationaalsocialistische tijdperk. Terwijl Hitler steeds meer macht naar zich toetrekt, komen families als die van Janina steeds meer in het nauw. Politieke gebeurtenissen die eerst heel ver weg leken, komen steeds dichterbij, en worden subtiel genoeg in het persoonlijke verhaal verweven. Bij dergelijke vertellingen kan het gauw klinken alsof personages een college staan te geven, maar de schrijfsters laten enkele familieleden geïnteresseerd het nieuws volgen. Dat is uiteraard een literaire kunstgreep, maar wel een aannemelijke, gezien de directe impact die de omineuze beslissingen over het Joodse vraagstuk uit Berlijn op hun levens kunnen hebben.
In het begin wordt de familie uitgebreid geïntroduceerd. Te uitgebreid, denk je in eerste instantie, maar later in het verhaal blijkt dit te hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de personages. Zo blijkt Janina’s status als nakomertje in een gezin waarin ver voor de oorlog al twee kinderen zijn gestorven belangrijker voor de latere gebeurtenissen dan het eerst lijkt. Het verklaart mede waarom moeder Bertha haar tienjarige dochter tijdens een razzia na een eerdere miscalculatie de opdracht geeft weg te rennen en niet meer terug te keren, in de hoop dat zíj in elk geval een kans heeft te overleven. Als het noodlot de familie steeds vaker treft, heb je als lezer een goed beeld gekregen van ieder belangrijk personage in Janina’s familie, waarbij vooral haar oudere broer en haar oma goed uit de verf komen. Daardoor word je daadwerkelijk geraakt door het verlies van deze mensen van vlees en bloed. De schrijfsters laten daarbij het verhaal voor zich spreken en vermijden een sentimentele aanpak, al vallen ze een enkele keer wel wat in herhaling en mochten ze de gebeurtenissen meer aan de verbeelding overlaten. De gedachten van de hoofdpersonen worden bijvoorbeeld geregeld net wat te nadrukkelijk toegelicht. Echt afbreuk aan het totaalplaatje doet dit gelukkig niet. Ren, Janina, ren! is uiteindelijk een zeer ontroerend relaas, wat extra bijzonder is omdat er vrijwel nergens op de emotie van de lezer wordt gespeeld.
Met de roman is verder weinig mis. Jammer is wel dat veel hoofdstuktitels, zoals ‘Stilte voor de storm’, ‘In het nauw’ en ‘Nergens welkom’, ten onrechte de indruk wekken van een heel feitelijke, clichématige biografie, terwijl de schrijfsters overduidelijk zo hun best gedaan hebben iets te schrijven wat het persoonlijke ontstijgt. Gauw schrappen dus in de tweede druk, die onoriginele titels. In zijn geheel is Ren, Janina, ren! echter een ware verademing tussen alle Holocaustkitsch. Brouwers en Van Ditzhuijzen bewijzen dat een oorlogsroman niet allerlei poespas nodig heeft om te overtuigen en te ontroeren. Een fraai boek.
Lucas Zandberg
Marjan Brouwers & Jeannette van Ditzhuijzen – Ren, Janina, ren! LM Publishers, Volendam, 216 blz. € 19,50.