Recensie: Peter Drehmanns – Vaderval
Magnum opus
Niet zelden is het een bron van ergernis: een (hoofd)personage in een roman die van beroep schrijver is. Vaak piept de maker van het boek door het verhaal heen, op het gênante af. We komen ongewild van alles te weten over de werk- en zienswijze van de almachtige schepper, over de Literatuur in het algemeen. Nee, dank u. Hoe anders is dit bij Vaderval van Peter Drehmanns (1960), in 2015 nog winnaar van de Halewijnprijs voor zijn gehele oeuvre.
Hoofpersoon en verteller Ben Teister is weliswaar romanschrijver, maar dat lijkt hij eerder bij toeval geworden te zijn, bij gebrek aan andere mogelijkheden. Het is een last, een uitlaatklep, of eerder een vluchtweg. Hij wordt geteisterd door een sterk associatief vermogen, alles moet beredeneerd worden, verklaringen stapelen elkaar op. Totdat het hoofd bijkans uiteen spat en de vingers wel over het toetsenbord móeten razen. Het is overduidelijk Teister die aan het woord is in de roman. Drehmanns heeft hem een geheel eigen rijke taal en gedachtestroom gegeven. Mooi consequent van begin tot einde volgehouden zodat Drehmanns zelf geheel en al uit beeld verdwijnt, terwijl het de intimiteit én het metafysische element van het verhaal versterkt. Krachtig, pulserend en humorvol.
Vaderval is duidelijk de roman die Ben ‘schrijft’, de roman waarin hij zich bevindt, terwijl Ben zelf het idee heeft dat hij een slechte rol speelt in het boek, in de bio, in de roman naar het leven van zijn vader Harry. Een vader waar hij een gruwelijke hekel aan heeft. Een zelfgenoegzaam type, een selfmade-man, een womanizer, een klassieke ritselaar. Iemand die zijn zoon eigenlijk maar een nietsnut vindt, een slap aftreksel van zichzelf. Junior heeft zijn gevoelens voor zijn vader weggedrukt. Wanneer je niets voelt, lijdt je nu eenmaal ook niet. Maar de eb en vloed tussen ouders en kinderen is niet te beteugelen, een natuurverschijnsel buiten de mens om.
De af-en-aan-vriendin Ada van Teister senior belt zoonlief op, die fijn misantroop in zijn lekkende woning ‘de dagen aan gort parafraseert en fantaseert’. Zij heeft Harry de hengst al een paar dagen niet gezien. Ze vreest het ergste. Nog niet zo lang geleden is Ben nog met Harry naar de film geweest. Een film over een moeilijke relatie tussen een zoon en een moeder, de vader welwillend op de achtergrond. Natuurlijk analyseert Ben de schrijver dit op zijn geheel eigen manier, verbindt er allerlei hypotheses aan. Maakt hij het zichzelf eigenlijk gewoonweg niet te moeilijk?
Vond hij soms dat ik ook een onmogelijk kind was geweest tegenover wie hij de grootst mogelijke welwillendheid had betoond? Wilde hij aanduiden dat alle ellende die ons gezin had getroffen terug te voeren viel op de problematische relatie die ik gehad zou hebben met mijn moeder, de vrouw van wie hij pas scheidde toen ik niet meer thuis woonde?
Ben wil liever in bed blijven om aan zijn problemen te ontkomen. Bovendien verdient die ouwe helemaal geen aandacht. Hij laat tenslotte als het hem zo uitkomt ook iedereen barsten. Harry is de persoon er niet naar om er stilletjes tussenuit te knijpen. Ben wil voorgoed met hem afrekenen, wil hem neerhalen van zijn nepsokkel, van zijn zogenaamde heroïsche leven een goedkope farce maken. Een man die dol is op het grote gebaar, die de boekenkast in zijn study volgestouwd heeft met interessante romans en wetenschappelijke werken. Harry is zo verzot op Engelse termen? Nu, Ben vindt hem een fake.
Ben is zelf natuurlijk een lafhartig persoon. ‘Iemand die de waarheid meestal alleen via de sluipweg van de fictie te grazen neemt.’ Hij zit duidelijk met de last van het overactieve brein van de schrijver, met een ogenschijnlijk ongevoelig gemoed. Hij is echt accident prone. Een aandoenlijke brokkenmaker, dat wel. ‘Mijn handelingen lijken zelden op mijn woorden.’ Hij gaat toch naar Ada toe, om haar gerust te stellen, om zijn nieuwsgierigheid te bevredigen, om het misverstand uit de weg te ruimen. Drehmanns – vooruit we noemen hem nog even – weet de vaart er goed in te houden. En dat is een prestatie, gezien het idioom van Teister junior. De bespiegelingen, associaties, veronderstellingen, de woede, de wraak, de angst, de schuld, de boete, de paranoia wisselen elkaar constant af. En toch blijf je aan de tekst gekluisterd. Aan het onderzoek waaraan Ben zichzelf onderwerpt. Een zoektocht die parallel loopt met de zoektocht naar de verdwenen vader. De gevallen vader. De vader die waarschijnlijk een knieval verwacht van zijn zoon. Er worden na een tijd in een poel een knieprothese, wat potjes met door Harry gebruikte medicijnen en een geraamte gevonden. Weke delen zijn er niet gevonden in het water, maar men gaat er gevoeglijk vanuit dat Harry door een noodlottig ongeval het leven heeft gelaten. Een doodsoorzaak is niet meer vast te stellen. Case closed, zou je denken.
Maar dan begint het theater pas echt. De tragikomische dans van de antiheld. Vanaf dat moment begint Harry danig door het brein en het leven van Ben te spoken. (Ben reist er stad en landen voor af.) Vooruit en achteruit vallen. Vaderval krijgt hierdoor iets van een literaire who-done-it, een metafoor voor fictie en waarheidsvinding. Een voorbeeldig spiegelgevecht. Denk aan het Droste-effect. Ben over zijn vader, en stiekempjes dan toch ook Drehmanns over de sterke hang naar autobiografisch werk heden ten dage:
Zijn leven een keten van vervalsingen, alsof hij zichzelf steevast als een kostbaar kunstwerk wilde verkopen. En dat in een wereld waarin de mensen tegenwoordig met het schuim op de mond eisen dat alles Echt Gebeurd is. Is dat niet wonderlijk, ja paradoxaal: terwijl onze werkelijkheid almaar virtueler en abstracter wordt, wordt fictie steeds vaker verward met feiten, wordt vrijwel elk boek hardnekkig gelezen als autobiografie.
Misschien is dit geheel wel in het hoofd van de schrijver Ben Teister ontstaan, misschien is het een wensgedachte? Overal zit tenslotte een verhaal in. Dit boek als een val die opgezet wordt voor de zoon, voor de vader. En in bepaalde zin ook door de vader, zonder daar verder uitsluitsel over te geven. Wie uiteindelijk voor wie een knieval maakt, laten we alhier in het midden. Loutering, (de behoefte aan) begrip, nuancering. De zoon die ongewild toch meer op zijn vader lijkt. Die ook voornamelijk aan projectie doet. Harry en Ben die beiden aan een ‘levensverhaal’ werken. Het literaire spel in Vaderval is meer dan bijzaak, het is de hete brij waarom heen wordt gedraaid. Wat weten we daadwerkelijk van elkaar, wat is Echt Gebeurd en wat hebben we ons in het hoofd gehaald? De cynische paradox van het leven. Het geheel is zeer overtuigend gebracht. Vaderval is Drehmanns’ magnum opus. En het leest ook nog eens lekker weg.
Guus Bauer
Peter Drehmanns – Vaderval. Marmer, Baarn. 284 blz. € 19,95.
Mooie recensie! Niet zeker of ik het helemaal eens ben met de conclusie (\’Vaderval is Drehmanns\’ magnum opus\’), maar het is in ieder geval één van zijn allerbeste romans. Hallo De Morgen, De Standaard, Humo, Knack,…?
Hallo Morgen, Standaard, Humo, Knack geldt voor velen onder ons…