Recensie: Bert Boelaars – Voor het naaktgeslacht
Leve Reve
Vrijwel elke grote schrijver raakt in de loop van de tijd wel eens even uit beeld. Kijk naar Couperus, die pas veertig jaar na zijn dood opnieuw werd ontdekt. Bij Virginia Woolf gebeurde dit meer dan dertig jaar na haar dood. Dus over Gerard Reve hoeven we ons geen zorgen te maken, al is er op dit moment bitter weinig waardering voor zijn werk. Bij de herdenking van zijn dood – dit jaar al weer tien jaar geleden – vlamde de aandacht wel wat op, maar een paar weken later heerst er al weer absolute stilte. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat bijna niemand zich aan herdrukken of projecten rond Reve durft te wagen uit vrees voor auteursrechtelijke perikelen. Het gevolg is dat een nieuwe generatie lezers vrijwel zonder Reve opgroeit. Opvallend is verder dat de tamme, ongevaarlijke Reve van De avonden of De ondergang van de familie Boslowits nog wel waardering oogst, maar zijn veel avontuurlijker en zéér homoseksuele boeken als Op weg naar het einde, Nader tot U, Moeder en Zoon of Bezorgde Ouders uit de gratie lijken te zijn.
Ook al was er dan wel aandacht voor zijn sterfdag, er verscheen slechts één nieuw boek over Reve. Bert Boelaars heeft zijn bundeling met artikelen over Reve Voor het naaktgeslacht genoemd, helaas een van de minder geslaagde woordspelingen van de meester. Het boek vormt een bont geheel, door de schrijver een ‘toegift op het levensverhaal van Gerard Reve’ genoemd. Wie nog wat biografisch onderzoek over Reve wil uitvoeren, ploetert natuurlijk in de schaduw van de driedelige biografie van Nop Maas, een schier eindeloos gedetailleerd werk. Toch komt Boelaars met nog wat aardige aanvullingen, zoals het verhaal over Tom Lenders, die korte tijd intiem met Reve was en ook later nog wel contact met hem onderhield. In dit stuk een aantal interessante uitspraken over Reve en Frans Kellendonk. Ook boeiend is het artikel over de ‘geheime zoon’ van Reve, Rijkjan Sikkel, die frappant veel op de beroemde auteur in zijn jonge jaren leek. Hij prefereerde overigens Teigetje boven Reve zelf. Verder een al te uitgebreid stuk – wel met leuke details – over de samenwerking met Rob Touber, waardoor Reve bevriend raakte met tv-producer Mia Hoff.
Bert Boelaars publiceerde eerder Koninklijke jaren (2002) over de periode dat Reve bij Guus van Bladel in Weert woonde. Op allerlei manieren probeert hij in het nieuwe boek te benadrukken dat dit toch maar de meest vruchtbare jaren in de carrière van de schrijver zijn geweest. ‘Ondanks alle turbulentie kwam in Weert een overvloedige literaire productiestroom op gang. In luttele jaren rolden tien nieuwe publicaties van de pers.’ Dat de bekendheid van Reve in deze jaren op zijn hoogtepunt was en hij daardoor elke snipper papier uitgegeven kon krijgen, heeft natuurlijk weinig met Weert te maken. En om nu Lieve jongens, Oud en Eenzaam of Een circusjongen ‘hoogtepunten’ uit Weert te noemen gaat wel wat ver.
In een uitgebreid verslag van een gesprek met Guus van Bladel (‘Kroniek van een nalatig biograaf’) wordt bij voortduring over Nop Maas geklaagd, ook al omdat hij de Weerter periode geen recht gedaan zou hebben. Belangrijkste onderwerp is dat Van Bladel zich door Nop Maas miskend voelt en Boelaars steunt hem hierin. Dit levert verrukkelijke details op. ‘Natuurlijk hielp ik Gerard,’ vertelt Van Bladel. ‘Met de jongens had ik nooit iets. Ze stonden ver van mij af. Maar toen ik Woelrat de eerste keer met mijn auto naar Greonterp bracht, heb ik me uitgesloofd om hem onderweg op de hoogte te brengen wie Gerard eigenlijk was.’ Boelaars is zelf ook niet bepaald vriendelijk over Teigetje en Woelrat. De presentatie van hun boek vond volgens hem plaats in een ‘halfvolle zaal’. Hij noemt hen humorloos en bits. Zijn oordeel over hun boek Ons leven met Reve is negatief. Het zou ook een ‘tragisch boek’ zijn omdat er ‘geen enkel nieuw briefcitaat van Reve in voorkomt.’ Dit is echt onheus van Boelaars want het is juist een buitengewoon interessant en informatief boek ondanks het feit dat ze van Joop Schafthuizen niets van Reve mochten citeren. Maar ook Teigetje en Woelrat zijn niet blij met de biografie van Nop Maas – zo blijkt – waarmee de cirkel van jaloezie en na-ijver weer rond is.
Gelukkig bevat het boek ook een aantal minder morsige artikelen, zoals een stuk over Reve en Amsterdam en over zijn vriendschap met Benno Premsela. Origineel is ook een analyse van mogelijke parallellen tussen een boek van Alphonse Daudet en De Avonden. In een mooie reportage laat Boelaars de teloorgang van het Geheime landgoed in Frankrijk zien – met onthullende foto’s. Hij pleit er voor om deze bouwval te restaureren omdat Reve er zo eindeloos aan gewerkt heeft. Maar wie zich al die verschrikkelijk vervelende passages over het metselen van welk muurtje dan ook in de brieven herinnert, hoopt maar dat het snel helemaal verdwijnt. Het representeert teveel de tobbende, tevergeefs naar inspiratie zoekende schrijver. Dan is Greonterp en Huize Het Gras toch een veel meer tot de verbeelding sprekende locatie.
Doeke Sijens
Bert Boelaars – Voor het naaktgeslacht. Toegift op het levensverhaal van Gerard Reve. Prominent, Baarn. € 19,90.
(foto: G.K. van het Reve, met speelgoedbeesten – Nationaal Archief, Joost Evers/Anefo, CC BY 4.0)