Nieuws: Nipkowschijf voor Zondag met Lubach, veel lof een beetje kritiek
‘Zelfs als het niet grappig is is het razend interessant.’ De Nipkowschijf is gisteren toegekend aan Arjen Lubach voor zijn programma Zondag met Lubach. Het succes wordt merkwaardig genoeg vooral afgemeten aan het feit of er een item opduikt in DWDD: ‘De latenightsatire van Lubach, uitgezonden door de VPRO, is onmisbaar geworden voor de moderne nieuwsjunkie. Er gaat geen aflevering voorbij zonder dat DWDD een opzienbarend item van ZML laat zien in De TV draait door.’
In de jury van de Nipkowschijf zaten twaalf tv-recensenten. Naar aanleiding van een open brief kreeg ik onlangs vragen van een student van Fontys.
Waarom vind u dat programma’s als Zondag met Lubach(ZML) en/of Last Week Tonight(LWT) wel of niet onder de categorie journalistiek vallen?
Ze vormen een soort tussengebied, denk ik. Mensen als Jon Stewart hebben nooit beweerd dat ze journalistieke programma’s maken, Stewart beweert dat hij in de traditie staat van de nar die de koning een spiegel voorhoudt. Dat is misschien al te bescheiden. Stewart vroeger, Noah nu en in het bijzonder John Oliver hebben wel degelijk een informerende functie in de V.S. Je kunt vast wel een onderzoek vinden waaruit blijkt dat de meeste Amerikanen hun informatie uit dit soort programma’s en de Late Night-Shows. De shows van Jimmy Kimmel en Jimmy Fallon brengen nauwelijks verdieping en Conan O’Brien doet dat ook nauwelijks; die zou ik allemaal onder amusement rekenen), maar Stephen Colbert heeft het avond aan avond wel over politiek en Seth Meyers in zijn Late Night (rubriek: A closer look) ook.
Het probleem in de VS is dat steeds meer nieuwsorganisaties (van Fox tot CNN tot MSNBC) van nieuws entertainment maken, met technieken uit amusementshows, grove versimpelingen etc. Stewart, om hem maar weer te noemen ging al langer ten strijde tegen deze vorm van journalistiek.
Je hoeft de shows van Oliver maar na te zien om te constateren dat er én veel werk zit in de research én dat er met een kritische blik gekeken wordt naar het functioneren van de media. Die zelfreflectie hebben de grote nieuwsshows blijkbaar niet meer.
De situatie in Nederland is compleet anders. Het Journaal en het RTL Nieuws proberen zo objectief mogelijk verslag te doen van het nieuws. In het verzuilde tv-omroepenlandschap zoals dat tot en met de jaren negentig bestond waren de actualiteitenrubrieken van de omroepen er juist voor om het nieuws te kleuren. Door alle fusies is dat wat verbleekt (vroeger wist je meteen of je met Brandpunt van de KRO, Hier en Nu van de NCRV, TROS Aktua of Achter het Nieuws van de VARA te maken had). Je hebt nu alleen wat rechts geluid erbij. De VPRO heeft een lange traditie met satirische tv die vooral in de cabarettraditie wortelde. Lubach heeft goed naar de Amerikaanse voorbeelden gekeken (inclusief opbouw van de desk, gepiel met pennen), maar durft af en toe niet echt stelling te nemen of heeft een te kleine redactie om grotere zaken helemaal uit te pluizen. Toch heeft hij enkele zaken op de kaart gezet, met TTIP als belangrijkste voorbeelden (maar ook zijn item over onderwijsvernieuwing vond ik erg goed). Ik denk dat hij, naarmate hij langer op tv is en vaker goede onderwerpen heeft gemaakt, een steeds grotere rol kan spelen in het publieke debat.
Heeft u het idee dat programma’s als ZML en LWT het publiek een meer bevooroordeelde kijk geven dan een (normale) nieuwsuitzending en waarom?
Sterker nog: het zou slecht zijn als ze niet vanuit een oordeel hun werk doen. ‘Bevooroordeeld’ heeft een negatieve lading. Je zou moeten zeggen dat ze hun grappen vaak in de vorm van een betoog brengen. De items eindigen meestal ook met een lesje. Je kunt ook niet onbevooroordeeld grote issues behandelen. Mijn kritiek op het werk van Lubach was juist dat hij te weinig had nagedacht en een slappe vergelijking maakte in dat item over betogingen. Ik denk dat een criticus, satiricus, columnist altijd moet laten zien waar hij voor staat.
Ook namens Tzum: gefeliciteerd (en blijf ook boeken schrijven).