Recensie: Bert Wagendorp – Een zaterdagmiddag
Een geschiedenis die altijd rijmen zal
Ruim een maand voor de bevrijding in 1945 bombardeerden de Engelsen per abuis het Nederlandse Groenlo. De moeder van journalist Bram overleeft de aanslag, maar verliest haar jongere broer. Pas jaren later doet Brams moeder verslag van wat zich op die bewuste zaterdagmiddag heeft afgespeeld. Voor Bram betekent dat een nieuw licht op het verleden en een reflectie op zijn eigen jeugd.
Die kinderjaren vertonen namelijk een opvallende parallel met die van zijn overleden oom naar wie hij werd vernoemd. Brams grootvader figureerde als zijn vader en zag in de kleine pientere Bram evenveel potentie als in zijn eigen zoon. Vakkundig weet Wagendorp te verwoorden hoe er op de schouders van een kind de zware last van ‘opvolger’ belandt zonder dat er expliciet over de voorganger verteld wordt.
Er werd alleen in korte verwijzingen over hem gesproken. Wat hij in een bepaald geval zou hebben gezegd, hoe hij kon kijken (‘net als jij nu kijkt’) en wat hij lekker vond (‘kippenragout, net als jij’). Meer was onmogelijk en onverdraaglijk, het was zo al confronterend genoeg.
Een zaterdagmiddag is een oorlogsherinnering die mooi inzichtelijk maakt hoe oorlogsleed er op individueel niveau uit kan zien: ‘Voor mijn grootvader moet de dood van zijn zoon de mislukking van zijn eigen leven hebben betekend.’ Ook wordt duidelijk hoe zo’n voorval nog in lengte van jaren invloed kan uitoefenen. De jonge Bram draagt immers ook het leed van een al lang vervlogen zaterdagmiddag en hij is niet de enige: ‘Mijn moeder is een sterke vrouw. Als er een vliegtuig overkomt, krimpt ze nog altijd een beetje in elkaar, maar dat zie je alleen als je het weet.’
Zo laat Wagendorp zien dat het verleden altijd een stukje ons heden in steekt, als geschiedenis die rijmt. De illustraties die de tekst vergezellen vertolken dezelfde boodschap, want de figuren in de tekeningen werpen een schaduw buiten het kader – dat overigens doet denken aan de ribbelranden van oude foto’s – of steken er voorbij. Het is alsof de foto’s door de vertelling weer een deel van het heden uit gaan maken. Ien van Laanen verstond haar taak in elk geval goed: de tekeningen zijn geenszins een nodeloze vorm van herhaling, maar eerder een prettige ondersteuning van de sfeer van het boek.
Eén tekening betreft het winterkoninkje uit de anekdote die Bram ooit van zijn grootvader te horen kreeg. Het verhaal gaat dat alle vogels op een dag besloten dat er een vogelkoning gekozen moest worden. ‘Wie het hoogst kon vliegen, mocht voortaan koning zijn.’ Het winterkoninkje klom om de rug van de adelaar en steeg op toen die niet meer hoger kon vliegen.
‘Zo zie je maar,’ zei hij, ‘dat het helemaal niet erg is om klein te zijn. Als je maar slim bent, kun je toch nog koning worden. Jij bent heel erg slim, dus ik denk dat je koning wordt. Of iets anders heel erg belangrijks.’
In de druk op Bram om belangrijk te worden ligt ook een groot vertrouwen besloten. Een onvoorwaardelijke liefde tussen opa en kleinzoon wordt langzaam zichtbaar in dit korte verhaal, zo blijkt zowel uit dit soort woorden als uit een tekening waarop ze elkaars hand stevig vasthouden.
De vorm die Wagendorp voor de vertelling kiest is eenvoudig. Vaak lezen we korte beschrijvende zinnen waarin Wagendorp niet altijd waakt voor de herhaling van woorden. Op één pagina beschrijft Bram: ‘Het huis waar we woonden was groot […] Het huis was een wirwar van kamers. […] Het had een diepe kelder […] ik hoorde het geroekoe van een Turkse tortel in de boom naast het huis.’ Hoewel op deze wijze de aandacht vooral gevestigd blijft op de thematiek, laat Wagendorp een kans liggen om in zijn proza te verrassen in plaats van te opteren voor dezelfde opeenvolgende zinsconstructies en herkenbare bewoordingen: ‘Ik gaf haar mijn tas, en ze deed de broden erin. Ik had de portemonnee […] en gaf hem aan haar.’
Jammer, maar niet onoverkomelijk, want voor je het weet zijn de 80 bladzijden gelezen en is de lezer een goed opgezet verhaal rijker. Een zaterdagmiddag blijft boeien in thematiek én beeld en toont aan dat aan de vele verhalen over de oorlog altijd nog wel een fascinerend verhaal kan worden toegevoegd.
Ivanka de Ruijter
Bert Wagendorp – Een zaterdagmiddag. Met illustraties van Ien van Laanen. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 80 blz. €10,00.