Recensie: P.F. Thomése – Verzameld nachtwerk
Verbouwereerd ronddwalen
Het oeuvre van Thomése barst uit zijn voegen van zinnen die geciteerd willen worden. Ook het net verschenen Verzameld nachtwerk, een bundeling herinneringen en beschouwingen bevat vele passages die het waard zijn om uit de context te lichten. Zoals deze, meteen al uit het eerste stuk: ‘Het verleden is iets waar je niet meer naar terug kan. Nooit. En toch is het steeds onder handbereik.’ En deze: ‘Leven is, in de elegische variant, de gewaarwordingen uit het verleden in de herinnering herbeleven en doen herbeleven en ze dan, in de onbereikbare verbeelding, pas werkelijk ervaren.’ En de volgende regels die representatief zijn voor de hele bundel: ‘Beschaving die niet bladdert en craqueleert is geen echte beschaving. Pas in het verval toont zich de grootsheid. In het gemis vormt zich het verlangen.’
Dat is de charme van deze bundel. Het maakt niet uit waar Thomése het over heeft, het is eigenlijk altijd goed want stilistisch de moeite van het lezen en citeren waard. Ook al ben je het er niet mee eens en is de inhoud van het stukje minder interessant, of enigszins voor de hand liggend, toch maakt de formulering veel goed. Zoals hier, als het gaat over de meest kenmerkende tegenstelling van deze tijd:
Voor onze cultuur betekent dit dat er niet een oudere generatie in conflict is met een jongere, maar dat individuen zich moeten zien te verdedigen tegen bedrijven en organisaties met een marketingstrategie. Het incongruente is dat losse mensen die iets bijzonders willen, komen te staan tegenover teams van marketeers, beleidsadviseurs en organisatiedeskundigen.
Wisten we dit niet allang? Ook in een stuk over het ‘culturele keuzemenu’ van de gemaksindustrie, waar cultuur een middel is om de tijd door te komen, bekruipt je de gedachte dat je het al eerder hebt gehoord en gelezen. De Aleph van Borges als metafoor voor wat verloren ging door internet is dan weer vindingrijk: ‘Zodra iets er is, ziet niemand het meer. Sinds de wonderen hun heiligheid hebben verloren en iedereen ze mag aanraken, zijn ze niets meer waard.’
Maar het gaat Thomése in veel stukken, waarvan de herkomst en context overigens storend onduidelijk is, vooral om het schrijven als ambacht: ‘Een tekst die ik schrijf, wordt altijd de tekst van een onbekende, een fantastisch ontwerp van woorden en zinnen waar ik verbouwereerd in ronddwaal.’ Over kunst met een boodschap:
De waarheid die aan het kunstwerk voorafgaat en door het kunstwerk tot uitdrukking moet worden gebracht, ontneemt de maker zijn principiële vrijheid, die de vrijheid is om iets te maken wat hijzelf niet begrijpt en waar hij dus versteld van staat.
Thomése schrijft vermakelijke tirades tegen het consumentisme, de kunst die uitgeleverd aan de mark of aan een idee niet doet wat ze moet doen. Het succes van een schrijver en het korte geheugen van het publiek. Ook een mooi stuk als antwoord op Joost de Vries over ironie en hoe we niet zonder moeten willen. Thomése laat overtuigend zien hoe De Vries’ verlangen ‘ergens van overtuigd te zijn’ voorbij gaat aan de rol die je ook dan speelt: ‘Ik ben bang voor mensen die geloven dat de rol die ze spelen echt is. […] Die op een gegeven moment een streep zetten en zeggen: dit is het.’ Het verlangen naar authenticiteit of onschuld moet vooral onvervuld blijven. Een wereld waarin ironie verdacht of op zijn minst onwenselijk is, is geen leefbare wereld. Ironie geeft ruimte.
Grote namen komen voorbij. Adorno, Nietzsche, Hamsun. De vrije markt en haar ideologie. Want dat is een onderwerp dat steeds terugkomt: hoe de vrije markt het leven heeft verziekt en kunst, literatuur mee het ravijn van het consumentisme in heeft getrokken. Advies: toch maar kopen.
Rieuwert Krol
P.F. Thomése – Verzameld nachtwerk. Atlas Contact, Amsterdam. 268 blz. € 19,99.