Kinderhand

Een zestal mummies, half opgericht uit hun kist, staren de ontvanger van de ansichtkaart aan. Decennia geleden althans, want tegenwoordig heeft de goede smaak een rem gezet op de morbide vakantiegroeten uit Bremen. Sterker nog, men weet amper nog dat naast de Dom, waar tientallen mensen doorheen drentelen, acht uitgedroogde lijken liggen te wachten op bezoekers. Reisgenoot Corrie en ik zijn de enigen die in de kelder rondlopen, nadat we twee euro hebben betaald. Wie even aan de andere kant wil vertoeven, moet Charon nu eenmaal enige muntstukken overhandigen.

Het ziet er niet fijn uit, die mummies met hun verkrampte koppen. Eind zeventiende eeuw zijn ze ontdekt door de orgelbouwers rond Arp Schnitger en een paar jaar later werden ze van hun menswaardigheid ontdaan door er bezienswaardigheden van te maken. Een leuke bijverdienste voor de koster. Wikipedia leert dat de ruimte die nu voor de bezichtiging wordt gebruikt de oude kolenkelder was. Ik maak met enige schroom foto’s en maak mezelf wijs dat dat beter is dan een selfie met mummie. Je vindt altijd wel een reden om je acties te rechtvaardigen. Er is één nadrukkelijk aanwezige vlieg aanwezig in de kelder; de mummies liggen veilig onder een glasplaat.

Op allerlei internetpagina’s vind je precies dezelfde summiere informatie over de mummies. Een van de meest intrigerende verhalen gaat over arts Nicolaus Meyer die een vinger van een mummie afsneed en die samen met een hand van een door pokken overleden kind zond aan Goethe om hem over te halen Bremen te bezoeken. Goethe was in allerlei vormen van wetenschap geïnteresseerd, maar deze uitnodiging liet hij aan zich voorbijgaan.

Wie opgelucht de stenen trap naar buiten neemt, komt terecht in de ‘Bijbeltuin’. In de tuin staan zestig van de honderdtwintig planten die genoemd worden in de Bijbel. Gelukkig is de druif aanwezig. Op een slapende man na is er verder niemand in de kleine, maar volle binnentuin. In een goede tuin val je ongestoord en onbezorgd in slaap, zelfs al bevindt die tuin zich in het hartje van de stad. Recht tegenover de poort, aan de overkant van een brede weg, zit een McDonald’s. Het is er op elk moment van de dag stervensdruk.

Coen Peppelenbos

Deze column verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 23 juli 2016.

Naschrift: Deze column schreef ik in de nacht van woensdag op donderdag. Op zaterdag werden de voorkanten van de kranten gedomineerd door de aanslag in München. De laatste zinnen van de column kregen daardoor een onbedoelde, maar wat wrange bijsmaak.