Recensie: Brian Selznick – De Wonderlingen
Je ziet het of je ziet het niet
Met De uitvinding van Hugo Cabret (2007) plaatste de Amerikaanse auteur en illustrator Brian Selznick zich meteen in de kijker. De lijvige roman, bestaande uit paginavullende illustraties en kortere tekstfragmenten, werd in 2011 door filmlegende Martin Scorsese als Hugo naar het witte doek vertaald. Selznicks werk springt dankzij de narratieve kracht van de illustraties meteen in het oog; met verve ontstijgen de prenten de louter diverterende functie van ‘plaatjes ter verluchting’ bij het verhaal. Het geheel vernieuwend gegeven is dat niet, maar Selznick integreert de illustraties met een natuurlijke souplesse in de verhaallijn en maakt hen tot ware blikvangers die het verhaal zelfstandig dragen.
In De Wonderlingen gaat de auteur daarin erg ver; bijna vierhonderd pagina’s lang nemen de illustraties de verhalende functie volledig op zich. De filmisch uitgewerkte prenten, in velerlei schakeringen grijs, zwart en wit, verlenen het verhaal een wat nostalgisch elan, waardoor de setting geloofwaardig tot leven komt. We schrijven immers 1766. De 12-jarige Billy Wonderling en z’n trouwe viervoeter Teer overleven ternauwernood een scheepsramp. Het brengt hen in Londen, waar Billy gefascineerd raakt door de wereld van theater. Selznick betuigt zich als een overtuigend chroniqueur van een verbeeld verleden wanneer hij de vorderingen van de ‘Koninklijke Schouwburg’ minutieus opvolgt. Wanneer Billy zich jaren later over een vondeling ontfermt, fungeert hij – onbewust – als stamvader van een heuse generatie acteurs. Het verhaal verwordt tot een genealogie van de Wonderlingen, met focus op enkele markante acteurs. Begeleidende tekst wordt nergens gemist; enkele krantenartikelen, theaterrecensies en postkaartjes bieden voldoende ondersteuning om de chronologisch vertelde geschiedenis te volgen. Selznick verstaat de kunst om diverse perspectieven te integreren en op het juiste ogenblik op z’n personages in te zoomen. Net zoals in eerder werk maakt de illustrator de meesterlijke verbeelding van emoties tot z’n handelsmerk. Angst, verbijstering en geluk laten zich feilloos aflezen, waardoor het geheel meteen een geslaagd beroep doet op het empathisch vermogen van de lezer.
Via een kunstig in de verhaallijn verweven flash forward situeert het tweede deel zich in 1990. Selznick brengt beide verhalen op ingenieuze wijze samen, waardoor nergens een stijlbreuk ontstaat. De 13-jarige Joseph ontvlucht kostschool en reist richting Londen, naar de hem onbekende oom Albert. Als einzelgänger ist laatstgenoemde niet bepaald gediend van jeugdig bezoek dat bovendien kritische vragen over familieleden uit lang vervlogen tijden stelt. Het neemt dan ook nogal wat tijd in beslag alvorens oom Albert wat aanwijzingen geeft, refererend aan het motto ‘Je ziet het of je ziet het niet.’ Het levert niet meteen het beste proza op; getuige de descriptieve verteltrant, wat geforceerde dialogen en sporadisch schutterige vertaling. Daartegenover plaatst Selznick gelukkig wel een uitdagende plot met tal van onverwachte wendingen. Als volleerd verteller goochelt hij met verhaallijnen, onverwachte wendingen en integreert slim bedachte twists en cliffhangers, waardoor De Wonderlingen nog aan aantrekkingskracht wint. Het is echter het derde, opnieuw volledig geïllustreerde deel, dat de roman van vaart voorziet. De grootst opgezette apotheose vormt een meer dan waardige afsluiter van een hoogst origineel en eigenzinnig verhaal.
In De Wonderlingen verwijst Selznick naar auteurs als Shakespeare, Yeats en Dickens. Met dit bijna 650 pagina’s tellende huzarenstukje, waarin werkelijkheid en fantasie een geslaagde alliantie aangaan, plaatst Selznick zich met verve in die traditie van gepassioneerde verhalenvertellers. Voornamelijk de gedurfde keuze om bijna 400 pagina’s lang illustraties te laten vertellen, pakt bijzonder gelukkig uit. Met De uitvinding van Hugo Cabret wist Selznick op magistrale wijze de arbitraire grenzen tussen literatuur voor jongeren en volwassenen open te wrikken. Een waar bravourestuk, ongetwijfeld, maar De Wonderlingen is nog beter.
Jürgen Peeters
Brian Selznick – De Wonderlingen. Vertaald door Aleid van Eekelen-Benders. Lannoo, Tielt. 648 blz. € 19.99