Recensie: Matthijs Eijgelshoven – Retour Calypso
De terugkeer van de verborgene
In Retour Calypso verweeft Matthijs Eijgelshoven de mythe van Kalypso en Odyssee met het melancholische levensverhaal van hoofdpersoon Suzy en creëert daarmee een roman vol verlangen en verdriet. Eijgelshoven neemt je mee naar het eiland Gozo en zet het leven van hoofdpersoon Suzy af tegen het verhaal van Odyssee in de grot van Kalypso. ‘De zon verschijnt boven Malta en nu het licht wordt, zie ik Gozo als een zwarte monoliet uit het water steken, en voordat alles wat in dat zwart verborgen zit, helder verlicht wordt, draai ik me om.’
Na tien jaar gaat schilder Suzy terug naar het eiland Gozo om voor haar doodzieke vader Alfred te zorgen. Ze verlaat man en schilder Victor, laat haar eigen atelier achter en keert met veel tegenzin terug naar haar geboorteplaats, haar grot. Daar zorgen het eiland Gozo, Alfred, de zee en haar jeugdvriendinnen voor herinneringen aan haar zo zorgvuldig verborgen verleden. Langzaam maar zeker trekken Suzy’s herinneringen haar mee terug in haar verleden en is ze gedoemd haar jeugdtrauma onder ogen te zien.
Terwijl Suzy de zorg voor haar vader op zich neemt en het restaurant van Alfred draaiende probeert te houden, worden haar herinneringen geleid door alles wat ze ziet. Een hark, lego van Daniël, de drankflessen in het restaurant: Eijgelshoven grijpt krampachtig alles aan om maar iets over Suzy’s leven te kunnen vertellen. Beetje voor beetje ontvouwt hij op deze manier Suzy’s levensverhaal om uiteindelijk tot de reden van haar vlucht van het eiland Gozo te komen.
Ik merk het nu al, tijdens het rijden dat de jaren op Malta worden weggevreten onder de wielen van mijn auto, afgescheurd als dagen van een kalender die achteruitloopt. Het is precies waar ik bang voor ben geweest, dat afstand een goed wapen is, maar tijd niet.
Vanaf de eerste bladzijde van Retour Calypso domineert een somber wereldbeeld. Gedreven door het gevoel van onkunde en verdriet laveert Suzy op het eiland en probeert ze haar vader te ondersteunen, wetende dat ze niet voldoet aan zijn verwachtingen. Ze lijkt in niets meer het positieve te zien, zelfs niet bij een pasgeboren kind: ‘Hij zal verlaten worden. Dingen die hij wil maken, zullen mislukken.’ In alles ondersteunt Eijgelshoven dit negatieve wereldbeeld. De zeer beschrijvende verteltrant, het gebrek aan vlotte dialogen en de bijna zakelijke notatie van de herinneringen van Suzy creëren een benauwd gevoel. Uiterst precies geeft de auteur de gevoelens van Suzy weer, waardoor hij eenzelfde melancholische houding overbrengt op de lezer: wat brengt het leven eigenlijk?
Opvallend en op het oog erg opgelegd lijkt daarbij de parallel met het verhaal van Odyssee en Kalypso, de verborgene. Suzy’s moeder Lucinda werd door Alfred zeven jaar lang in het restaurant gehouden tot het moment waarop ze besloot te vluchten. Na een korte periode in de grot van Odyssee wordt ze opgenomen in een ziekenhuis, waaruit ze vrij snel weer vertrekt. Slechts een korte tijd blijft ze nog bij Suzy, Daniël en Alfred, om vervolgens voorgoed te verdwijnen. Alfred moet haar laten gaan en blijft achter met twee kinderen. Krampachtig bewaart hij haar kleren in een afgesloten kist. Echter, wie beter kijkt, moet anders concluderen: Eijgelshoven trekt met Suzy een prachtige, impliciete tweede parallel naar Kalypso. De mythe van Kalypso blijkt niet louter de broodnodige rode draad in Suzy’s geschiedenis. Haar vlucht naar Victor, haar terugkeer naar Gozo en haar verantwoordelijkheidsgevoel zijn tevens terug te brengen naar Kalypso en haar Odyssee. Net als Odyssee kan zij haar vaderland en familie niet vergeten, anders dan Odyssee laat zij haar geschiedenis en het eiland dat symbool staat voor haar leven achter zich: ‘Alles verdwijnt in de schemer, alles blijft op Gozo. Behalve één jongen, die zal ik altijd bij me hebben, hij zal me vergezellen tot alles ophoudt.’ Vakkundig verwerkt Eijgelshoven de mythologie, met al haar facetten, om zo Suzy’s verhaal kracht bij te zetten.
Wie Retour Calypso ontleedt en ontdoet van het mythologische jasje houdt een prachtig, bedrukkend levensverhaal over: afstandelijk en tegelijkertijd dichtbij. Van een op het oog fragmentarisch verhaal weet de schrijver een verhaal met een lijn te maken, waardoor het voor eenieder te herleiden en te begrijpen is. Met Suzy’s jeugdherinneringen toont Eijgelshoven de lezer een bijzondere, maar boeiende kijk op de wereld. Uiterst gedetailleerd, afstandelijk, niet veroordelend en goed getypeerd geeft hij weer hoe de zeven-, acht- of twaalfjarige Suzy naar haar ouders, haar vriendinnen en leefomstandigheden kijkt en laat hij zien hoe de omstandigheden haar vroege volwassenheid eisten: ‘Twaalf. Niet iedereen van twaalf is een kind.’ Treffend daarbij is de symboliek van Lucinda’s kleding die zowel het heden als verleden domineert. Lucinda’s hoop, haar verwachtingen, maar ook haar verbinding met haar verleden: alles staat en valt met de kist vol kleren van Lucinda.
Dit is het moment waarop mijn lichaam het begeeft. Mijn geest, die was meteen gegaan, maar mijn vlees, mijn botten, mijn organen waren overeind gebleven. Tot deze vloed, die alles wegspoelt.
Waar Eijgelshoven spaarzaam omgaat met het tonen van emoties gedurende de eerste tweehonderd bladzijden, trekt hij de lezer in de laatste twintig bladzijden naar zich toe, om hem vervolgens niet meer los te laten. Treffend beschrijft hij de ontknoping van het verhaal en toont hij ons de ware herinneringen van Suzy. Krachtig en emotioneel. Met Retour Calypso levert Matthijs Eijgelshoven een beklemmend en zeer gelaagd verhaal af. Een verhaal waarbij hij de werkelijkheid ter discussie stelt:
We praten nooit meer over die middag, omdat we er niks over zouden kunnen zeggen, hij niet en ik niet, het is te ver buiten de werkelijkheid zoals wij die kennen. Het is niet gebeurd.
Marloes Otten
Matthijs Eijgelshoven – Retour Calypso. Ambo|Anthos, Amsterdam, 218 blz. € 19,99.