Recensie: Anthony Marra – De tsaar van liefde en techno
Onzelfzuchtige roman
Het leven zal je varkensstront geven. Het geheim van een gelukkig leven is te leren het te accepteren als een varkensworst.
Wanneer de Amerikaanse schrijver Anthony Marra (1984) vastliep tijdens het schrijven van de latere bestseller Een stelsel van elementaire levensvoorwaarden wierp hij zich op verhalen. Die zijn gebundeld in De tsaar van liefde en techno. Verhalen, in Nederland een ondergeschoven genre. Maar vreest niet. Dit boek is nu eens echt een roman opgebouwd uit negen langere vertellingen. Sterker nog: het is een van de meest complete boeken van de laatste tijd, wat vorm, originaliteit en beleving betreft nauw aansluitend bij Anna in kaart gebracht van Marek Šindelka, eveneens een jonge schrijver met een buitengewoon sterke visie, verbeeldingskracht en inlevingsvermogen. Er lijkt een nieuwe generatie opgestaan van literaire giganten.
De tsaar van liefde en techno is een onzelfzuchtige roman, elk verhaal zou op zichzelf kunnen staan, maar is tevens ‘noodzakelijk’ om de voorafgaande vertelling beter te begrijpen, om er echt in door te kunnen dringen. Een bewonderenswaardig knappe constructie die recht doet aan het absurdisme van de werkelijkheid. Personages worden uitgelicht, komen meermaals terug via de (intense) belevenissen van andere protagonisten. Het geheel is fijnmazig verweven, maar tegelijkertijd kraakhelder. Dat alleen al is een prestatie van formaat. Marra heeft daarnaast de zogenaamde Russische ziel niet alleen echt begrepen – hij heeft zich via onder meer Anne Applebaum, Adam Johnson en Simon Sebag Montefiore goed ingelezen, heeft daarnaast een tijdje gewoond en gewerkt in het Oostblok – maar is er waarachtig van doordrenkt. En weet die ‘ingedronken staat’ ook uiterst overtuigend over te brengen.
Het boek is opgebouwd als een mixtape op een cassette. Een cassette met verhalen zoals je vroeger je favoriete songs opnam van de radio. Een verzameling die verbonden is door jouw affectie. In het geval van De tsaar van liefde en techno kun je de liefde van de schrijver voelen voor de verschillende songs. Je moet wel van graniet zijn als je dat als lezer niet beroert. Het begint al met een typische socialistische, of beter dictatoriale setting: een kunstenaar wordt in de Sovjettijd ingezet om in onmin geraakte personen van kunstwerken en foto’s te laten verdwijnen. Aanvankelijk gebruikt deze Roman Markin daarvoor Oost-Indische inkt, later wordt hij een ware meester met de airbrush. Hij pleegt verzet door zijn dissidente broer, door het regime omgebracht, op de achtergrond van voorstellingen te plaatsen. De broer die veiligheidshalve door diens weduwe van elke foto is weggekrast. Zo geeft hij hem langzaam weer een gezicht. Zijn meerderen zijn zo gespitst op wie er verwijderd moet worden, dat ze niet opmerken dat hij iemand toevoegt.
Uiteindelijk valt hij toch door de mand omdat hij een hand van een Poolse prima ballerina achterlaat op een foto. Een hand als een waarschuwing, als een teken van het verzet van de kunstenaar. Het lijkt wel alsof hij gepakt wil worden. Hem wordt lidmaatschap van een vermeende Poolse spionagebende ten laste gelegd. Zijn lot is bezegeld. In elke van de volgende vertellingen wordt dit gegeven verder uitgediept. Heel natuurlijk wordt het verhaal van de Poolse ballerina hieraan opgehangen, net zo goed als het verhaal van haar kleindochter, de broer van de kunstenaar, van zijn neef, van een veteraan die gevangen is genomen in Tsjetsjenië. En daar samen met een dienstmaat in een put moet verblijven. (Iván Repila, die De jongen die het paard van Atila stal volstouwde met potsierlijke dialogen tussen twee jongvolwassenen in een put, moet dit lucide, gloedvolle, soepele verhaal maar eens bestuderen. Zo dient men te schrijven en niet anders!)
Het enige bezit dat de soldaat heeft is een cassettebandje met een vaarwelboodschap van zijn familie en van zijn jeugdliefde. Hij heeft het nooit afgespeeld, kan dat tijdens zijn gevangenschap natuurlijk al helemaal niet. Maar hij koestert het, als een symbool van de vrijheid, van de familieband, van de liefde. Marra verbergt zijn oneliners adequaat (‘De toekomst is de leugen waarmee we de onmenselijkheid in het heden rechtvaardigen.’) en weet heel gedoseerd een fijnzinnige humoristische onderlaag aan te brengen. Bitterzoet, de wrange ondertoon van de absurdistische werkelijkheid. Middels deze roman schetst Marra haarscherp de geschiedenis van het Russische rijk, tot op de dag van vandaag. Hij plaatst daarin terloops zijn protagonisten. Dat is de enige manier om over het grotere geheel te schrijven, via de kleine in en in menselijke geschiedenis. Dat levert waarlijk grootse literatuur op. De wereldgeschiedenis zal altijd misbruikt worden, naar de hand worden gezet van de huidige generatie.
Wat voor verhalen zullen onze kleinkinderen over ons vertellen en zullen die verhalen ook maar enigszins op die van ons lijken?
Guus Bauer
Anthony Marra – De tsaar van liefde en techno. Vertaald door Hien Montijn. De Bezige Bij, Amsterdam. 336 blz. € 24,99.