Signalement: Uitgelezen boeken, jaargang 18, nummer 1 – Ode aan Oote
Afgelopen vrijdag werd het nieuwste nummer van Uitgelezen boeken gepresenteerd op Literaturia, het literatuurfestival binnen Noorderzon. Er was een speciaal programma-onderdeel gewijd aan ‘Oote’ van Jan Hanlo. Recensent Joep van Ruiten gaf een inleiding op het gedicht, waarbij hij het plaatste in een cultuurhistorische context. Hij kreeg de lachers op zijn hand toen hij stelde dat Dada een containerbegrip was. Uitgesproken in een container is dat, wellicht onbedoeld, grappig.
In Uitgelezen boeken staat ook een stuk van zijn hand (anders dan zijn voordracht bij Literaturia). Van Ruiten houdt namelijk van het gedicht. Zo erg zelfs dat hij zijn dochter Oote heeft genoemd. In het tijdschrift legt hij aan een leerlinge uit wat je aan ‘Oote’ kunt ontdekken, maar het meisje is een beetje teleurgesteld, want zij moet van school van alles weten over techniek. Je ziet in één keer waar het op scholen vaak misgaat bij poëzie-onderwijs.
Maar het is onmogelijk om alles te zeggen. Het leven is zoveel groter dan taal. Woorden schieten altijd te kort. Ook moet je niet te lang stil staan bij techniek, bij metrum en jambes, en bij wat een dichter misschien bedoelt.
Het pièce de résistance is afkomstig van Hans Renders, biograaf van Hanlo, die in 27 bladzijden de ontstaans- en ontvangstgeschiedenis van ‘Oote’ beschrijft. Een degelijk artikel, ware het niet dat ik halverwege dacht dat ik het al eens gelezen had. In de biografie zelf misschien (maar die staat niet in mijn boekenkast, dus kon ik het niet nazoeken)? Mijn argwaan werd gewekt doordat ik in het stuk opeens cijfers zag staan die bij het knippen en plakken niet verwijderd waren. Bijvoorbeeld:
Hanlo’s debuut met een echte bundel was gemaakt.183 Hanlo werd in dezelfde maand veertig jaar.
Was het niet beter geweest om ergens te melden dat dit stuk al eerder gepubliceerd is?
De uitgever roemde in de Literaturiacontainer het stuk van Renders, maar kraakte het stuk van Wiel Kusters die zich er met één pagina van afmaakt, voortbordurend op wat hij al eerder schreef in En de grote rodekolen en de rode kroten rooien. Fran Bambust (in het tijdschrift ook Frank Bambust genoemd) was eveneens aanwezig in de container. Zij treedt op met een eigen vertolking van ‘Oote’.
Morgen is het misschien een wals. Of een opera. Een epos, een thriller of een liefdeslied. Morgen is het waar ik zin in heb, en altijd meer.
Dat is de kracht ervan. Ik weet hoe ik erin ga, maar nooit hoe ik eruit kom. het speelt met je, en laat je jezelf ontdekken als een Rorschachtest van klanken.
In Uitgelezen boeken ook een stuk van de Amerikaanse pianist Justin Binek die een jazzvariant van ‘Oote’ speelde en ‘zong’, nadat hij daar door Harrie van Haaster (die in het colofon Harrie Haaster heet) was uitgedaagd. Bij zijn uiteindelijke muzikale adaptatie licht hij toe dat hij geïnspireerd is door Thelonious Monk en Ella Fitzgerald. Een intrigerende uitvoering door Binek zelf:
In Uitgelezen boeken ook veel gedichten die ingaan of aansluiten bij ‘Oote’ of Hanlo. Ode aan Oote is hier en daar wat slordig afgewerkt, maar alleen al het idee voor dit thema verdient een pluimpje.
Coen Peppelenbos