Recensie: Amélie Nothomb – De misdaad van graaf Neville
Een wrange nasmaak
Sinds haar debuut in 1992 is Amélie Nothomb niet weg te slaan uit het literaire landschap. Bizarre verhaallijnen en ongeloofwaardige plotwendingen verweven met een intertekstualiteit vormen een vast onderdeel van haar werk. Maar slaagt Nothomb er nog in om na meer dan twintig jaar en dertig romans de lezer te verrassen?
Wie over Nothomb schrijft, vermeldt minstens eenmaal dat ze een diplomatendochter is die jaren in het buitenland verbleef. Dat ze tevens achternicht is van de Belgische politicus Charles-Ferdinand Nothomb wordt meestal in eenzelfde adem uitgesproken. De schrijfster, die afwisselend tussen Frankrijk en België pendelt, is bovendien vorig jaar toegetreden tot de adel. Ze werd toen door Koning Philip tot barones aangesteld. In haar nieuwe roman neemt de schrijfster haar lezers dan ook mee naar een wereld die ze perfect kent: de Belgische adel.
In het boek dat – zoals meestal – amper honderd bladzijden telt, beschrijft ze het wel en wee van de verarmde adellijke familie Neville. Door financiële zorgen zien ze zich verplicht om het landgoed Pluvier van de hand te doen. Een laatste tuinfeest moet vrienden en kennissen overtuigen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Maar dat is buiten de voorspelling van de waarzegster Portuendère gerekend. Op een nacht besluit Nevilles jongste dochter, Sérieuse, om de nacht buiten door te brengen. Voor haar de ultieme noodoplossing om met haar geblokkeerde gevoelens in contact te treden. Ze wordt door de waarzegster gevonden die Sérieuses vader op de hoogte brengt. Alsof het niet voldoende is dat geldgebrek en een puberende dochter als een donderwolk over het leven van graaf Neville hangen, voorspelt de zieneres dat hij tijdens het tuinfeest iemand om het leven zal brengen.
Voldoende stof dus om een spannende roman te schrijven, maar ondanks dit plot geraakt het verhaal niet van de grond. Nothomb trekt immers de literaire trukendoos open die ze in haar vorig werk ook etaleerde. Intertekstualiteit kan leuk zijn, maar je kunt niet van je lezer verwachten dat deze moeiteloos laveert tussen de Griekse tragedies, Oscar Wilde en Rimbaud. Niet dat je het echt nodig hebt om dit boek te lezen, maar je blijft wel telkens achter met het gevoel dat je iets gemist hebt. Bovendien is er de traditionele literaire hyperbool van Nothomb. Personages zijn zelden mooi, maar altijd bloedmooi. Personages heten zelden Jan of Frank, maar gaan door het leven met zwierige namen als Orestes en Electra. Wie gestoord is, doet dit ook meestal in de overtreffende trap.
Zonder kritische reflectie besluit de verarmde graaf op het feest een van de gasten te vermoorden en zo de ‘vloek’ van de waarzegster te bezweren. Dit is echter buiten Sérieuse gerekend die de conversatie tussen haar vader en zieneres toevallig hoorde. Ze stelt haar vader voor de keuze. Vermoord mij. Ik ben een gevoelloos wezen dat niet verdient te leven. Op deze manier doe jij mij een plezier en breek je profetie niet. Het wordt een intellectueel spelletje blufpoker waarbij graaf Neville uiteindelijk capituleert en belooft zijn dochter te doden. Dit is echter buiten Schuberts ‘Schwanengesang’ gerekend. Deze liedcyclus breekt het pantser van Sérieuse waardoor ze op het laatste ogenblik afziet van haar georkestreerde zelfmoord. Maar dit is natuurlijk niet de enige deus ex machina die op de laatste pagina’s zijn intrede doet. Graaf Neville struikelt met een dienblad champagne. Het dienblad breekt de nek van een van de gasten en laat deze nu net haar erfenis nalaten aan de familie Neville. Eind goed, al goed voor de Nevilles.
Als lezer blijf je wel achter met een wrange nasmaak. Een einde moet verrassen. Het lijkt wel alsof Nothomb op het einde van haar relaas beseft dat ze al meer dan honderd pagina’s ver is en haar verhaal afbreekt met een te gezocht ‘happy end’. Dit is niet de eerste keer: na een tijd kent de lezer deze trukendoos wel. Een beginnend auteur zou door zijn redacteur op de vingers getikt worden.
Yves Joris
Amélie Nothomb – De misdaad van graaf Neville. Vertaald door Marijke Arijs. Xander Uitgevers, Amsterdam. 111 bladzijden. € 19,99.