Reportage: Nacht van de Poëzie 2016
Twintig dichters, zes entr’actes en tweeduizend man publiek maken van de jaarlijkse Nacht van de Poëzie één van de grootste literaire evenementen van Nederland. Onder het motto ‘voeten, ontsnapt uit een slaaploze nacht’ konden de bezoekers bijna 8 uur lang naar optredens kijken. Tivoli Vredenburg was deze keer niet uitverkocht, maar aan de opkomst te zien scheelde het niet veel. Het kan aan mij liggen, maar ik heb ook het gevoel dat er deze keer (dit is mijn vijfde nacht) veel meer publiek tot ver na middernacht bleef.
Charlotte Van den Broeck sloot vorig jaar af met gedichten uit haar debuut Kameleon en opent nu de nacht met werk uit haar, nog te verschijnen bundel, Nachtroer. Het publiek, door presentator Ester Naomi Perquin pas nog vergeleken met passagiers aan boord van een cruiseschip hoort Van den Broeck onder meer een gedicht voordragen waarin ze een beter woord voor blauw zoekt.
Na Van den Broeck volgen Charles Ducal en K. Michel waarmee de Nacht sterk uit de startblokken schiet. Ducal toont zich zeer geëngageerd en toont met onderwerpen als Congo, de vluchtelingen op de Middellandse zee en sociale werkplaatsen in België een zeer betrokken Dichter des Vaderland te zijn geweest. K. Michel draagt werk voor uit zijn nieuwe bundel onder andere een gedicht over de aanslag op Charlie Hebdo.
Ook het tweede blokje is bij vlagen geëngageerd. Astrid Roemer, die het publiek bedankt met de woorden ‘fijn om u te horen en vaag te zien’ breekt een lans voor vrouwenrechten. Dichter des Vaderlands Anne Vegter vraagt zich hardop af wat er gebeurt als Nederlanders op de vlucht moeten slaan en heeft een te lang gedicht dat als een vacature voor haar opvolger valt te lezen. Joke van Leeuwen als afsluiter is lichter van toon, maar in één van haar gedichten meen ik de verwarring te herkennen van een persoon die geconfronteerd wordt met bevelen en soldaten. Een onderwerp waar ze al eens over schreef in Toen mijn vader een struik werd.
De beide presentatoren wisselen elkaar elk blokje af. Naast Ester Naomi Perquin staat ook Piet Piryns veelvuldig op het podium, bij aanvang geeft hij aan dat hij de bad cop is en Perquin de good cop. Helaas heeft hij tweemaal de taak om een dichter die de tijd overschrijft tot de orde te roepen. Bij K. Michel gaat dat vlot, maar helaas moet hij Marlene van Niekerk echt afbreken. De Zuid-Afrikaanse dichteres is nu in Nederland voor de week van de Afrikaanse roman en deed ook De Nacht van de Poëzie aan. De toelichtingen die ze bij haar gedichten geeft zijn nuttig, maar namen waarschijnlijk iets teveel tijd in beslag. Het publiek reageerde met enig gemor op het ingrijpen. Begrijpelijk want de drie gedichten die ze voordraagt gaan van een klankgedicht en een rit in de tram tot een bevlogen hommage aan Nelson Mandela. Ik hoop van harte dat een uitgever het aandurft om haar poëzie in het Nederlands te laten vertalen.
(tekst gaat verder onder de afbeeldingen)
Andere dichters die indruk maken zijn Eva Gerlach die dicht over haar demente moeder. Hans Dorrestijn die in een raak en confronterend gedicht over depressies stilstaat bij de dood van Joost Zwagerman: ‘Ik ben een mislukte Joost Zwagerman’. Edward van de Vendel krijgt een daverend applaus voor zijn jeugdpoëzie. Er staat een nieuwe bundel opstapel Wat moet je doen als je over een nijlpaard struikelt? die vol zal staan met nuttige gedichten vol advies.
Tegen het einde van de Nacht komen er een aantal dichters die me op het puntje van mijn kussen krijgen. F. Starik wordt meerdere malen aangekondigd als de dichter met een rood pak, maar galoppeert in een grasgroenpak het podium op om gedichten over tuinmannen en de dood voor te dragen. Christophe Vekeman heeft een energieke voordracht vol gevoel voor theater en ritme. Energieker ook dan menige entr’acte. Van dat zestal vormde de pianist Joep Beving het hoogtepunt. Bazart, die na Vekeman opkwamen, waren goed, maar ik had ze liever als volledige band gezien.
Afsluiter is dit jaar Jonathan Griffioen. Samen met Charlotte Van den Broeck, Marieke Rijneveld, Mustafa Kör en Roos Rebergen is hij één van de vijf debutanten die dit jaar optreedt. Van die debutanten maakt Kör indruk met zinnen als ‘op één na heb ik je hoofddoeken weggegeven aan Afrika’. Ook Rijneveld en Rebergen geven goede optredens weg. Griffioen werd volgens Piryns door good cop Perquin nog even aangemoedigd om zijn zenuwen tot bedaren te brengen. Griffioen die met zijn bundel Wijk ook al genomineerd werd voor de Buddingh’ prijs geeft aan geen grapjes te zullen maken aangezien hij te nerveus is. Zijn voordracht heeft er in elk geval niet onder te lijden en zijn gedichten zelf zitten ook vol absurde omschrijvingen en zinnen als ‘Ik kijk laagopgeleid uit het raam’.
Griffioen werkt momenteel aan een roman, maar zal op de 35e editie van de Nacht van de Poëzie ongetwijfeld ook nieuw werk ten gehore brengen als hij op 16 september 2017 het festival mag openen.
Maarten Praamstra