Nieuws: Yves Petry wint de Tzum-prijs 2016
Yves Petry wint de Tzum-prijs 2016
Met de zin:
Ze ging naar bed met jongens op de manier waarop ze vroeger boeken las: omdat ze het gevoel had dat het van haar werd verwacht, niet omdat ze er zelf veel bijzonders van verwachtte.
uit Liefde bij wijze van spreken (pagina 53) wint Yves Petry de Tzum-prijs 2016 voor de mooiste zin geschreven in een boek uit 2015. Petry krijgt 34 euro, één euro voor elk woord in de zin én een beker.
Yves Petry scoorde dit jaar goed bij de jury want er werden veel zinnen uit deze roman genomineerd. Wat de jury in deze zin in het bijzonder aansprak, is de vergelijking die gemaakt wordt tussen het liefhebben van jongens en het lezen van boeken. Daarnaast is het effect van die vergelijking tweeledig: de zin is zowel komisch als tragisch.
Voor zo’n zin zouden veel woordjesbreiers een moord doen. De jury kwam dit jaar weer veel boeken tegen waarbij de gemiddelde zinslengte zo rond de zeven woorden lag. Gelukkig kwam de jury ook veel mooie zinnen tegen. Dit jaar ging de eindstrijd tussen Bert Natter, Tonnus Oosterhoff, Erik Jan Harmens en de uiteindelijke winnaar. Petry is een schrijver die durft te formuleren en daarbij diverse registers weet te bespelen: van zakelijk tot poëtisch, van sober tot lyrisch.
Liefde bij wijze van spreken is uitgegeven door De Bezige Bij. De Tzum-prijs wordt voor de dertiende keer uitgereikt.
De jury bestond uit de kernredactie van de literaire website Tzum: Roos Custers, Rieuwert Krol, Coen Peppelenbos en Bart Temme. Alle genomineerde zinnen – zowel lezers als redactieleden mochten zinnen aandragen voor de prijs – zijn op de site van Tzum te lezen te lezen.
Eerdere winnaars waren: Dimitri Verhulst (2015), Ilja Leonard Pfeijffer (2014), Anton Valens (2013), L.H. Wiener (2012), Peter Buwalda (2011), Tom Lanoye (2010), Erwin Mortier (2009), A.F.Th. van der Heijden (2008), Jeroen Brouwers (2007), Tommy Wieringa (2006), Ilja Leonard Pfeijffer (2005), Stijn Aerden (2004), Doeschka Meijsing (2003) en Paul Mennes (2002).
Net als vorig jaar heeft Trum de lelijkste zin aangezien voor de mooiste:
‘Ze ging naar bed met jongens op de manier waarop ze vroeger boeken las: omdat ze het gevoel had dat het van haar werd verwacht, niet omdat ze er zelf veel bijzonders van verwachtte.’
Wat deugt er niet aan deze mooi zin:
Het begin: mooier is \’Ze ging met jongens naar bed zoals ze vroeger boeken las\’
Omdat na een dubbele punt is natuurlijk lelijk.
Verwacht werd vind ik in deze zin mooier klinken dan werd verwacht (de volorde is in principe vrij).
\’Ze er zelf\’: zelf is overbodig.
\’Veel bijzonders\’: Wat is in godsnaam \’veel bijzonders\’? Ik zou \’iets bijzonders\’ geschreven hebben.
Rudy
Daarom wint Rudy Schreijnders ook nooit de Tzum-prijs.
Het is een merkwaardige zin. Het eerste deel tot aan de dubbele punt gaat over de wijze waarop en het tweede deel na de dubbele punt gaat over de reden waarom. Dat is mooi noch juist. Hebben jullie dat niet gezien, Coen, Roos en Bart en Rieuwert?
De jury correspondeert niet over de uitslag. Dat is ook geen doen, want elk jaar kiest de jury de verkeerde zin, volgens mensen die reageren en zelf geen zin hebben ingestuurd die voor de prijs in aanmerking kwam. Niettemin ondersteunt de jury heel erg het debat over de schoonheid van een zin.
Ik stel niet de schoonheid van de zin aan de orde, maar de grammaticaliteit. Misschien is het ook wel geen grammaticale kwestie, maar een logische. In elk geval is de zin ontspoord.
Dat ik zelf al dan niet een zin heb ingestuurd die voor de prijs in aanmerking komt is van geen enkel belang.
Als ik de gewraakte zin zou hebben geschreven, zou ik blij geweest zijn met een redacteur die mij op de dubieuze constructie had gewezen.
Ze ging naar bed met jongens om dezelfde reden als waarom ze vroeger boeken las: omdat ze het gevoel had dat het van haar werd verwacht, niet omdat ze er zelf veel bijzonders van verwachtte.
Dat wordt bedoeld. De zin wordt er niet mooier van, maar wel kloppend.
Dat je er verder niet over correspondeert, Coen, neemt niet weg dat je het ongetwijfeld met me eens bent. Je bent per slot van rekening naast estheet ook taalkundige.
Ik ben geen taalkundige, Erik.