Recensie: Anke Kranendonk – Lynn 3.0
Lynn is een bak zachte warme chocomousse
In dit derde deel over Lynn (Linda) focust Anke Kranendonk als vanouds op de zielenroerselen en besognes van haar mondige protagoniste. In korte hoofdstukjes, gepresenteerd als dagboekfragmenten, biedt de auteur inkijk in Lynns gedachte- en gevoelswereld.
Na het kritisch overdenken van de eigen identiteit in het eerste deel en een voorzichtige verliefdheid, gaat de auteur nu voluit voor de lie-hie-fde. Lynn is verliefd, en de hele wereld mag het weten. Klasgenoot Joeri is de aanbedene, met hem deelde Lynn de eerste kus én ze heeft onder de tafel tegen zijn teen gewreven! U raadt het al, Lynn 3.0 is net zoals z’n voorgangers een echt meidenboek, chick lit vol oppervlakkig geleuter.
Terwijl Joeri nog op wandelvakantie is, trekt Lynn met haar moeder naar een bejaardencamping, alwaar ze Fenna ontmoet. Voor wie delen één en twee gemist heeft: Fenna is de immer grofgebekte, marginale klasgenote van Lynn, die met haar ouders, broers, twee herdershonden en een aap in een piepkleine woning huist. Van een zwart-witportrettering gesproken. Samen halen ze wat ongein uit, tot blijkt dat Fenna’s lot stevig met dat van Lynns familie verbonden blijkt. De verhaallijn rond Fenna wordt slechts ingezet om het geheel wat te verlevendigen. Wanneer Joeri eindelijk thuiskomt, wordt Fenna door de auteur genadeloos aan de kant geschoven. Aan problemen echter geen gebrek, want ook Joeri heeft niet bepaald nieuws waarop Lynn gehoopt had. En zo sleept dit inspiratieloze verhaaltje zich verder richting het totaal ongeloofwaardige, maar voorspelbare happy end, want de tere zieltjes van de lezers en – voornamelijk – lezeresjes – dienen wel met een positief gevoel in slaap gesust te worden.
Lynn overtuigt noch als doorleefd personage noch als personele verteller in de dagboekfragmenten. Ze blijft een oppervlakkig uitgewerkt flat character, van wie de gevoelens extreem uitvergroot worden zodat ze als karikatuur van het pubermeisje geldt. De sterk geconstrueerde dialogen missen de souplesse en het ongedwongen karakter van natuurlijke gesprekken, en dienen vooral tot bladvulling. Op deze manier spreekt geen levende ziel, ook geen recalcitrante puber.
Blijft Lynn 3.0 inhoudelijk een zwak uitgewerkt verhaal, dan weet Kranendonk ook stilistisch niet te verrassen. Het wat inspiratieloos aaneenrijgen van staccatozinnetjes levert een kinderlijke schrijfstijl op. Dan mag Lynn nog zelf aan het woord zijn in de dagboeken; te weinig afwisseling in stijl en woordkeuze blijft een onoverkomelijk euvel. Gezochte, weinig natuurlijke vergelijkingen en beelden benadrukken die stilistische onbeholpenheid:
‘zijn lachende wangen die gepoetst lijken met koperglans’.
‘Ze stapten op hun fietsen met zulke stijven benen, dat het stoelpoten leken. Als ze ze maar niet halverwege gingen verliezen.’
‘[H]et gesteente in mijn buik was vergruisd en ik leek meer op een bak zachte warme chocomousse.’
Net als in eerder werk (Alles is weg, Daar gaan we weer) probeert Kranendonk via een geforceerd jongerentaaltje enige aansluiting te vinden bij de doelgroep. Humor, of wat daarvoor moet doorgaan, neemt daarbij een prominente plaats in, maar die overtuigt omwille van het louter karikaturale karakter niet.
Waren de eerste twee delen over ‘Lynn’ al erg middelmatig, dan blijkt Lynn 3.0 een totaal overbodige uitgave. Kranendonks inspiratie blijkt nu wel definitief op. Om dit boekje aan te prijzen, plukte de uitgeverij wat loze kreten uit oppervlakkige recensietjes, over Kranendonks empathisch vermogen bv, of haar ‘swingende zinnen’. Geen flauw idee waar die dan wel gebleven zijn. Ik heb ze alvast niet gevonden.
Jürgen Peeters
Anke Kranendonk – Lynn 3.0. Lemniscaat, Rotterdam. 192 blz. € 14.95.