Recensie: Paulo Coelho – De spion
Reconstructie met fictieve elementen
De van oorsprong Friese Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend onder haar artiestennaam Mata Hari, spreekt nog altijd tot de verbeelding. Haar korte leven blijft een grote aantrekkingskracht uitoefenen op schrijvers, theatermakers en andere kunstenaars. En als er brieven van haar worden ontdekt of bezittingen worden geveild, dan is dat groot nieuws. Het zegt veel over haar bekendheid dat nu ook een beroemde Braziliaanse schrijver een boek aan haar wijdt.
De spion zou een historische roman kunnen worden genoemd. Toch voelt deze hervertelling meer als een documentaire-achtige reconstructie van ware gebeurtenissen met gebruik van romanelementen dan als een volwaardige roman. De verantwoording achterin en de vele foto’s dragen bij aan dat gevoel.
Coelho laat de ter dood veroordeelde Mata Hari, in afwachting van het namens haar ingediende gratieverzoek, haar levensverhaal optekenen voor haar advocaat. Zij vertelt in min of meer chronologische volgorde hoe ze van anonieme Friezin kon uitgroeien tot een beroemdheid in vooral Frankrijk, waarbij soms grote tijdsprongen worden gemaakt. De nadruk wordt gelegd op haar vrij onbestemde, in werkelijkheid vrij weinig voorstellende carrière als spion. Aan het einde geeft haar advocaat vervolgens zijn eigen visie op het voorgaande en zet deze Maître Clunet uiteen hoe Mata Hari geslachtofferd werd door het slechte werkende gerechtsapparaat. Uiteindelijk presenteert hij de gewezen danseres als slachtoffer van haar eigen manipulaties en naïviteit.
Dankzij de door hem gekozen vorm weet Coelho te voorkomen dat De spion een al te nadrukkelijke invuloefening wordt, de grootste valkuil in het genre van de vie romancée. Aan het woord is een vrouw die zich succesvol weet te ontworstelen aan het kleinburgerlijke milieu waartoe zij lijkt te worden veroordeeld. In haar dagboek, in feite een lange brief aan haar advocaat, zet zij zichzelf enerzijds neer als ambitieus en anderzijds als slachtoffer van de omstandigheden. Coelho’s Mata Hari is vooral ook erg naïef, een vrouw met weinig gevoel voor de verstrekkende gevolgen van haar roekeloze daden.
Het lezen van De spion is zeker geen bezoeking. Het verhaal is vlot geschreven en men krijgt een aardig en sympathiek beeld van deze Friese legende. Toch sla je het boek dicht met het gevoel dat er iets ontbreekt. Het boek lijkt te kort te zijn voor de vele gebeurtenissen die erin worden aangestipt. Coelho stapt nogal eens met zevenmijlslaarzen door Mata Hari’s leven, waarbij bepaalde episodes opvallend vluchtig, tegen het ongeïnteresseerde aan, worden behandeld. De ik-verteller maakt bijvoorbeeld weinig woorden vuil aan haar opwaartse mars in Parijs, toch het hoogtepunt van haar carrière. Een en ander valt natuurlijk te verklaren doordat Mata Hari in de gevangenis zogenaamd te weinig tijd heeft om dit allemaal tot in detail op te tekenen, maar toch wringt er iets. Veel romans lijden aan een overdaad aan woorden. De spion had er wel wat meer kunnen gebruiken om écht te overtuigen.
Maar alla, als reconstructie is De spion meer dan aardig gelukt. Als het Coelho’s bedoeling was een korte roman te schrijven die de nieuwsgierigheid wekt naar zijn onderwerp is hij zeker in zijn opzet geslaagd. Volgend jaar is het honderd jaar geleden dat Mata Hari in Vincennes werd geëxecuteerd, wat tot de publicatie van nieuwe biografieën zal leiden. Eén daarvan staat alvast aangekondigd in dit boek. Na De spion heeft deze lezer in elk geval zin om zich verder te verdiepen in het fenomeen Mata Hari. Dat is ook wat waard.
Lucas Zandberg
Paulo Coelho – De spion. Vertaald door Piet Jansen. De Arbeiderspers, Amsterdam, 174 blz. € 18,99.