Nieuws: De reden waarom Tjitske Jansen niet in de dikke Pfeijffer wil staan: hij liep een blauwtje
Op Facebook gaat dichteres Tjitske Jansen in op de vraag waarom zij niet in de bloemlezing van Pfeijffer wilde staan (hij had één gedicht uitgekozen). De reden is nogal persoonlijk:
De reactiebox bij de Facebookpost stroomt inmiddels vol:
De vraag is nu ook wat de ware reden is achter het ontbreken van Judith Herzberg in de bloemlezing.
Klinkt meer gewoon als een man die op z’n pik getrapt is, haha. Zij klinkt daarentegen met haar ‘ik ben meer dan een gedicht waard’ behoorlijk zelfingenomen. Ach, dichters moeten ook helemaal niet succesvol worden, daar worden ze nog vermoeiender van.
De fout is dat men ‘de dikke Pfeiffer’ wil zien als een eerlijke afspiegeling van de Nederlandse poezie, dat de gedichten op onafhankelijke en professionele wijze zijn geselecteerd. Maar de realiteit is anders. Het is een uiterst subjectief gebeuren om de selectie van 1000 gedichten aan slechts 1 samensteller over te laten. Met zo’n formule moet je niet verwachten dat je een boek met de 1000 beste gedichten krijgt. In plaats daarvan krijg je een verzameling gedichten die de samensteller (om wat voor subjectieve redenen dan ook) het ‘beste’ vindt.
Maar zoals het bericht van Tjitske suggereert, valt niet uit te sluiten dat de samensteller zich heeft laten leiden door oneigenlijke selectiecriteria (bijv. vriendendiensten, wrok, verrekeningen, etc.). Het elementaire gebrek is dat er helemaal geen ‘checks and balances’ zijn wanneer een enkele samensteller alles voor het zeggen heeft. Omdat het erg eenvoudig is voor de samensteller om zich te verschuilen achter onweerlegbare excuses (‘Ja, jouw gedicht staat er niet in, omdat het niet goed genoeg was’), ligt misbruik op de loer. De echte reden voor niet-selectie valt dan immers niet te achterhalen.
Esther Jansma is in het verleden dacht ik ook eens erg negatief over Pfeijffer geweest, maar zij staat met zeven gedichten in de bloemlezing als ik goed tel – dus of hij het persoonlijke nu zo’n grote rol laat spelen? Natuurlijk geeft hij zíjn visie op de Nederlandse poezie, dat deed Komrij ook.
Wel blijkt Pfeijffer, lees ik in een stuk van Bart Droog, ooit te hebben gezegd dat de poezie van Tjitske Jansen ‘niks is’. In 2003, toen hij een redevoering afstak. Nog wat langer geleden zou hij haar dus kunnen hebben gevraagd of ze het bed met hem wilde delen. Maar of dat nu doorwerkt in het aantal gedichten dat hij van haar selecteert voor een bloemlezing?
Sinds Pfeijffer ooit Bart FM Droog met de grond gelijk maakte is alles wat Droog over Pfeijffer schrijft zeer dubieus te noemen. Zo dacht hij ooit een plagiaatzaak te kunnen bewijzen omdat hij niet op de hoogte was van het begrip intertekstualiteit. Dat niveau.
De plagiaatzaak herinner ik me en ook dat ik het toen niet met Bart eens was. Over Pfeijffers bloemlezing heeft Bart overigens een nogal genuanceerd stuk geschreven, hij beveelt hem zelfs aan.
Maar in elk geval is het erg lang geleden, die redevoering waarin Jansen werd afgekamd (in theorie is het ook mogelijk dat hij haar niet daarvoor maar daarna uitnodigde het bed met hem te delen, zoiets kun je na zoveel tijd gemakkelijk door elkaar halen). In diezelfde tijd liet Pfeijffer zich ook zeer negatief uit over Kopland, herinner ik me, die staat nu met zeven gedichten in de bloemlezing.
Daarnaast: die toespraak waarin hij de poëzie van Tjitske Jansen en Sylvia Hubers niks vindt, zou dat ook niet licht ironisch kunnen zijn, zeker omdat de dames in de zaal zaten en Pfeijffer dat natuurlijk wist. En zelfs als hij dat serieus meende, kan het dan niet zo zijn dat hij 13 jaar later een iets andere mening heeft over de poëzie? Over Kopland heeft hij later ook gezegd dat hij te hard heeft geoordeeld (volgens mij nadat hem ter ore kwam dat Kopland het niet als een literair polemisch steekspel zag, maar als een persoonlijke aanval).
Hij heeft zeker een andere mening over poezie dan 13 jaar geleden. In zijn laatste bundel neemt hij ook afstand van de poezie die hij zelf vroeger schreef. Hij ziet nu meer in wat makkelijker te lezen, toegankelijker poezie.
Bovendien is het wel heeeeeel onwaarschijnlijk dat hij ook Sylvia Hubers voor hij dat praatje afstak had gevraagd het bed met hem te delen. Hij zegt dus dat hij dat Jansen nooit heeft gevraagd, dat er een misverstand is – maar zelfs als dat niet zo is, is de relatie tussen het praatje en de uitnodiging het bed te delen erg onaannemelijk. Tjitske Jansen lijkt zich te hebben vergist. Of vergis ik me nu helemaal?
Hallo Wouter, zie mijn post hierboven. Er bestaat geen manier om te achterhalen (of beter: te bewijzen) wat de beweegredenen van ‘lone wolf’ Pfeiffer zijn met betrekking tot de samenstelling van de bloemlezing. Dat maakt het hele gebeuren nu juist zo subjectief. En ook oneerlijk, in zekere zin. Want waarom zou het zo zijn dat Pfeiffer, en Pfeiffer alleen, weet wat een goed gedicht is? Een absurd idee. Sterker nog: je zou heel wat argumenten kunnen bedenken om te stellen dat hij in z’n uppie bepaald niet kan beslissen wat nou goede poëzie is. Daarom moet je de bloemlezing in de eerste plaats zien als een afspiegeling van Pfeiffers persoonlijke voorkeuren (al dan niet als gevolg van het lopen van blauwtjes e.d.), en niet als een afspiegeling van de kwalitatieve Nederlandse poëzie.
Klopt, dat is ook precies wat ik in mijn post van 19:15 beweerde. Het is zijn visie, zoals Komrijs bloemlezing de visie van Komrij liet zien. En daar zit inderdaad iets oneerlijks, of liever, iets onrechtvaardigs in. Maar het kan wel boeiend zijn om te kijken: wat is zijn visie dan?
Een goede bloemlezing is subjectief. Of hadden we liever een commissie die zich erover boog?
Bovendien zou zo’n commissie ook subjectief zijn.
Nee, Coen, ‘een goede bloemlezing’ is niet noodzakelijkerwijs subjectief. Dat maak jij ervan. In feite is het afhankelijk van de insteek. Als het uitsluitend de bedoeling is om een afspiegeling te maken van iemands persoonlijke voorkeuren op het gebied van de poezie, dan is een goede bloemlezing inderdaad subjectief. Als het de bedoeling is om een afspiegeling te maken van de beste poezie, dan zul je echter een zo objectief mogelijke benadering van het kwaliteitscriterium moeten nastreven (wat dat dan ook moge zijn). En ja, dan is een professionele commissie te verkiezen boven een niet transparant opererende lone wolf die mogelijkerwijs ook nog eens merkwaardige selectiecriteria hanteert (zie Facebookpost van Tjitske). In het laatste geval is ‘een goede bloemlezing’ juist zo min mogelijk subjectief.
Laat ik duidelijk zijn: het maakt mij niet uit op wat voor wijze Pfeiffer zijn bloemlezing samenstelt. Het maakt mij ook niet uit dat het hele boeltje subjectief is. Maar we moeten vooral niet gaan doen alsof de bloemlezing een afspiegeling is van de beste Nederlandse poezie. Het is niets meer dan een verzameling van gedichten die gekozen zijn door Pfeiffer.
En al die criticasters, hier en op de sociale media, kunnen niet eens de achternaam van de bloemlezer foutloos spellen. Pfffff.
En dan ook nog iemand die zelf niet onder zijn eigen naam durft te publiceren.
Zo’n commissie zou net zo iets zijn als een jury, een soort VSB-jury die een bloemlezing samenstelt. Nou, jury’s komen altijd tot zeer subjectieve keuzes. En professioneel? In de praktijk zou dat betekenen, een dichter, een criticus en een paar hoogleraren, zoiets de VSB-jury of de jury van de Jan Campert-prijs krijg je dan. Breukers of Komrij of Pfeijffer is dan eigenlijk boeiender, kijken wat volgens zo iemand het beste is, niet meer en niet minder. Bevalt deze bloemlezing niet, dan neem je een andere.
Goh, twee opmerkingen die volledig los staan van de inhoud. Het kan niet anders of jullie hebben hiermee de discussie overtuigend gewonnen. Mijn complimenten.
Nick, je hebt helemaal gelijk: foutieve spelling. Gelukkig is dit het internet, geen dictee. Ik let niet altijd even goed op spelling/grammatica etc. Dat sta ik mezelf toe; een persoonlijke keuze.
En Coen: doet het er wat toe dat ik onder pseudoniem schrijf? Ik misdraag me niet, ik speel ook niet op de man. Daarnaast kunnen er valide redenen zijn om onder pseudoniem te schrijven. Of heb jij Grunberg (Marek van der Jagt), Den Doolaard (Cornelis Spoelstra), Afth van der Heijden (Patricio Canaponi), en al die honderden andere schrijvers soms ook verongelijkte briefjes gestuurd toen ze onder pseudoniem een boek publiceerden of een polemiek opstartten? Je zit er wat mij betreft gewoon naast met je opmerking dat een goede bloemlezing subjectief moet zijn.
Hoi Wouter, ik ben het met je eens dat het erg moeilijk (zoniet onmogelijk) is om subjectiviteit volledig te uit te bannen. Maar een professionele commissie zal doorgaans beter in staat zijn om op onafhankelijke wijze en met een zekere mate van objectiviteit een kwaliteitsgerichte bloemlezing samen te stellen dan een lone wolf.
Hmm, mijn vrouw heeft alle posts hierboven gelezen en zegt dat ik hierboven om 16:19 wel wat pedant overkom. En ook zegt ze dat m’n sarcasme van 22:54 ook niet bijzonder netjes is.
Daar moet ik haar gelijk in geven. Ik heb dat vaak niet door bij mezelf. Excuses dus. Ik wil mensen niet nodeloos opnaaien. Forget I said anything!
Er is geen enkele reden om je achter een pseudoniem te verschuilen op een literaire site. Heb er ook wel een beetje genoeg van. Je bent de zoveelste reaguurder en ik had je al eerder moeten wegklikken.
Voor de rest ben ik het helemaal eens met Wouter Godijn. De opdracht aan Pfeijffer was ook niet om een ‘objectieve’ bloemlezing te maken. Zoiets bestaat helemaal niet. Daarnaast houd ik van bloemlezers die een eigen standpunt in durven te nemen in plaats van een grote gemene deler-bloemlezing.