Recensie: Eva Rovers – Boud
Hoe een schrijver een personage werd
De biografie Boud, het verzameld leven van Boudewijn Büch, van Eva Rovers wordt, geheel terecht, ondersteund met een op YouTube en Spotify af te luisteren eigen soundtrack. Caleidoscoop Büch was minstens zo begeistert van muziek als van de dood en de literatuur. In de epiloog geeft de biografe aan dat ze boogt heeft om een wat genuanceerder beeld te scheppen van de dichter, schrijver, presentator en verzamelaar, van het totaalfenomeen Büch. Na het bezinken van de tekst, blijkt dat ze daar wel in geslaagd is, binnen de lastige grenzen die haar onderwerp zelf heeft opgeworpen. Het is een enorme opgave om een geloofwaardig beeld te scheppen van een individu, al zeker van een welhaast ongrijpbaar gevoels- en antigevoelsmens als Büch. De tegenstrijdigheid die je bij veel, zo niet alle, schrijvers treft, maar zelden in zulke sterke mate als bij hem.
Na het overlijden van Boudewijn Büch (1948 – 2002) lag de nadruk namelijk vooral op het fantastische karakter van zijn schrijverij, op het waarheidsgehalte van de gedichten en romans. Was zijn moeder van Joodse afkomst, had zijn vader zelfmoord gepleegd, was er daadwerkelijk een jonggestorven kind geweest? De verontwaardiging was groot toen dit, en vele andere zaken, verzinsels bleken te zijn. Maar wat zou het? De schrijver liegt zijn eigen waarheid en in dit geval bespeelde Büch de media met verve. Journalisten willen nu eenmaal een ‘doorleefd’ verhaal vertellen, aanhaken bij de actualiteit of in ieder geval bij een ingrijpende gebeurtenis in het leven van een mens. Het tonen van de ware emoties. Ja, ja. In feite nam hij de domheid, de goedgelovigheid van de mediamensen constant op de hak. Het is het abusievelijk totaal identificeren van de schrijver en zijn tekst.
Er zijn genoeg aanwijzingen te vinden in zijn romans en gedichten, bijvoorbeeld al bij de aangehaalde motto’s, dat het om verdichting ging, om het gebruiken van je eigen en van andermans biografie om een verhaal te vertellen, om de emotie achter de woorden duidelijk te maken. In zijn geval met de roman De kleine blonde dood, en later met zijn boeken- en reisprogramma’s, voor een groot publiek. Een publiek dat anders nooit een letter tot zich nam, anders dan bijvoorbeeld die in de blaadjes bij de kapper.
Vaak kom je met het buiten het boek, in interviews, volhouden dat de tekst sterk autobiografisch is in een draaikolk terecht. Het is zaak de scheidslijn met betrekking tot de mystificatie goed in de gaten te houden. Vrienden en familie moet je buiten deze kwesties laten. En daar ging Büch volledig de mist in. Tot aan het einde bleef hij zijn mystificaties volhouden ook tegen zijn ‘naasten’. Je kunt hem niet verwijten inconsequent te zijn geweest. Het grote publiek kon het allemaal niets schelen, die genoot zoals vanouds van het personage van de schelm.
De eerste paar honderd pagina’s van de biografie staan bol van de fantasie en de werkelijkheid die in Büchs leven in elkaar overlopen en tegelijkertijd elkaar in de weg zitten. Wat moet deze man zich verschrikkelijk ongelukkig hebben gevoeld. Daarmee niet de gecultiveerde status van gemankeerd dichter en romanticus bedoelend.
Hij heeft zich, voornamelijk om aan geld te komen voor zijn boekenverslaving, in heel wat vreemde bochten gewrongen. Lastig om je ‘agenda’ daarbij op orde te houden. Aan wie heb ik wat verteld? Gelukkig bezat hij een fenomenaal geheugen. Nee, hij had geen studies Duits en filosofie afgerond, maar, nogmaals, wat zou het? Met zijn kennis, met zijn ongelooflijke bijna niet te stillen leeshonger, wist hij menig doctorandusje op de knieën te krijgen. Zelfs in zijn donkerste periodes kon hij het op tv opbrengen om de meest uiteenlopende zaken met veel elan onder de aandacht te brengen. Net zoals Joost Zwagerman inzake kunst voor even uit zijn diepe depressieput kon klimmen.
De roep om aandacht van Büch was niet alleen commercieel, zijn enorme productie in bladen en kranten niet uitsluitend voor het geld. Het was een overlevingsmechanisme, een noodkreet om persoonlijke intensiteit. En tegelijkertijd wist hij dat hij nooit iemand écht door de poort zou laten. Hij had het idee dat hij bij niemand, ook bij zijn opeenvolgende geliefden niet, zijn ware gezicht kon tonen. Een behoorlijk lastig uitgangspunt ook voor een biograaf. Je kunt zakenrelaties, kennissen en vrienden blijven interviewen. Het beeld zal daardoor uiterst divers zijn.
Büch gaf velen het idee dicht in de buurt te zijn. Zijn personage kon innemend zijn. Hij wist – eigenlijk net als zij broer Menno, degene waar hij het beste mee kon vinden – goed waar het grote publiek behoefte aan had. Ja, hij heeft heel wat gekoketteerd met taboes. Hij was zogenaamd homo en niet praktiserend pedofiel. Heel wat ziektes, alsook de dood van een fictief zoontje – of een her en der overdrachtelijk geleend jong kind – heeft hij ge- c.q. misbruikt. Maar het ging daarbij voornamelijk om het overbrengen van emoties, het zorgvuldig verbergen van (doods)angsten.
Naar gelang de tekst vordert, ontstaat een wat genuanceerder beeld, krijgt men meer oog voor de bijzondere gedrevenheid, het overenthousiasme – we zijn immers geboren om enthousiast te zijn – en de behoefte om mooie dingen met anderen te delen. Dat was toch zijn belangrijkste drijfveer. Journalisten gingen steeds serieus op het (schrijf)werk van Büch in. Zelf nam hij zich, getuige ook de presentatie bij zijn eigen boeken- en reisprogramma’s, zijn hilarische optredens in reclamespotjes – totaal ondenkbaar voor schrijvers in die tijd – niet heel erg serieus.
Ja, hij was maar wat graag als ‘groot schrijver’ geëindigd. Dat is hem niet gelukt, eenvoudigweg omdat zijn teksten noodzaak ontbeerden, de latere romans hebben een hoog broodschrijverijgehalte. Maar Büch heeft wel aan de wieg gestaan van de wijze waarop schrijvers zich in de media moeten verkopen. Een VARA-programma als De wereld van Büch kan gerust worden beschouwd als een opmaat voor Floortje Dessings reisprogramma. En voor De wereld draait door. Vrijwel hetzelfde concept. Ook een persoonscultus. Waarbij moeten worden aangetekend dat Büch zich kon beroepen op een enorme feitenkennis. Of de door hem voorgeschotelde wetenschap altijd hout sneed, was niet altijd duidelijk, maar het deed en doet er in het geheel niet toe. Büch was een aimabele, en voor zijn omgeving lastige, professionele bullshitter. Zijn verdienste is dat hij menigeen aan het woord, aan een gepassioneerde hobby heeft geholpen.
Rovers houdt in een vlot leesbare stijl goed de grote lijn goed vast, en trekt zelfs voorzichtige conclusies. Soms schemert er wel iets van bewondering door de tekst heen, hebben passages een hagiografisch element. Nu ja, het is geen gedetailleerde Büch-encyclopedie. Daarvoor is een enkel deel ook niet voldoende. Rovers focust op de verhoudingen met familie, vrienden, geliefden en zakelijke relaties, laat het patroon zien dat bijna altijd wordt gevolgd. Het geeft een beeld van een ogenschijnlijk openhartig mens, een man met lekker scherpe humor, een vileine roddeltante, maar ook iemand die geen tegenspraak duldde, om het minste of geringste met een persoon kon breken. Absolute loyaliteit was vereist.
Boud is de biografie van de (zelfgekozen) eenzaamheid, het levensverhaal van een man, zo beducht voor het ondergaan van emoties – aangaande mensen, niet aangaande bijzondere boeken of memorabilia – dat hij vaak slechts een karikatuur, een gemaakt mens van zichzelf presenteerde. Iemand die een muur om zich heen bouwde. En daardoor uiteindelijk vereenzaamde, de conservator werd van een imago en, in het geval van Büch, ook de conservator van een thuisbibliotheek van ongekende omvang. Een man die paranoïde trekken kreeg. Die zijn hele werkzame leven heeft geprobeerd om de dood met de taal te neutraliseren. De taal, de boeken, die hij heeft gebruikt om van zichzelf een personage te maken. Om zich, al is het maar een beetje, in een soort Goethe te veranderen.
Ja, hij had succes, verdiende uiteindelijk veel geld, was beroemd, maar alles waarnaar hij in zijn jeugd zo hevig had verlangd, was niet voldoende om de leegheid te vullen die ontstaan was door de verkoop van zijn ziel. Büch de spelbepaler die een kluizenaar werd.
Was eerst de dichter Büch verdrongen door de journalist Büch, en had later de mediapersoonlijkheid het overgenomen van de schrijver: uiteindelijke overvleugelde verzamelaar Büch ze alle vier.
Guus Bauer
Eva Rovers – Boud. Prometheus, Amsterdam. 608 blz. € 29,90.
Guus slaat de spijker op zijn kop. Zo was Boudewijn ten voeten uit.
De juiste interpretatie van iemand die hem goed gekend heeft.
De biografie nog niet gelezen, die komt morgen pas. Vandaag wel de film gezien in de Westergasfabriek die as maandag op de TV komt.
Het had voor mij ook iets meer over zijn boekenverzameling mogen gaan, maar geen woord daarover.Dat was misschien niet belangrijk genoeg. Verder erg interessant en goed gemaakt.