Amsterdam, 24 december 2016

Beste Joseph Roth,

Na diverse besprekingen van uw werk in de afgelopen drie jaar dat ik op deze plek wat bij elkaar heb getypt over literatuur – ik had niets anders te doen – leek het me tijd voor een brief, want ik moet even iets met u bespreken, en hoewel bespreking een synoniem is van recensie, stijgt wat ik nu meen te moeten bespreken boven het werk uit; niet dat het erboven staat, maar het is er in zekere zin van losgezongen, of misschien toch niet? Iets wat ergens van is losgezongen kan er niet geheel los van staan, want het blijft altijd verband houden met datgene waar het zich van los heeft gemaakt, zoals het kind van de ouder. Een brief zal me wat meer vrijheden veroorloven.

Uw roman Biecht van een moordenaar, afgelopen najaar uitgegeven door L.J. Veen, die sinds jaar en dag uw romans in Nederland uitgeeft, heb ik nu al een tijdje uit, maar hij laat me niet los en dat heeft te maken met iets wat buiten het boek gaande is maar dat er toch mee verband houdt, ik leg het zo dadelijk uit.
Deze brief schrijf ik, u zag het al, vanuit Amsterdam, dat voor u een uitwijkplaats werd vanwege het opkomende nazisme. U liet zich met een bootje vanaf Hotel Eden naar het Damrak vervoeren. Altijd als ik over het Damrak loop, kijk ik bij de Warmoesstraat even naar het water en denk aan u in het bootje.

Om kerst te vieren verblijf ik een nachtje in het Americain, kerstnacht. U verbleef hier in 1933 een aantal dagen om met uitgevers te onderhandelen, begreep ik?
Het manuscript van Biecht van een moordenaar voltooide u in deze stad. Straks kom ik terug op dit boek, maar laten we eerst Joden op drift memoreren, waarover ik wel een recensie schreef. U heeft ermee gepoogd de Joden, die zoals bekend in de jaren dertig werden beschouwd als uitschot, als Untermenschen, menselijk te maken, een gezicht te geven, of zelfs bovenmenselijk te maken.

Ik vertel dingen die u weet natuurlijk, maar er lezen misschien mensen mee – je weet het nooit – en degenen die het nog steeds merkwaardig vinden dat ik brieven aan dode auteurs schrijf, kunnen hem lezen als was hij geschreven aan henzelf.

Joden op drift valt heden ten dage niet te lezen zonder aan de moslims te denken, het nieuwe uitschot, de geschiedenis herhaalt zich, wat de reden is waarom ik u schrijf. Politiek heeft me nooit echt beziggehouden – ik had het te druk met literatuur, filosofie en midgetgolf – maar als er gevaar dreigt, dan kun je je niet afzijdig houden, maar moet je positie bepalen.

Om de moslims te vergelijken met de Joden zal niet iedereen gelukkig vinden, vanwege het terrorisme in naam van Allah, maar om te generaliseren op basis van een groep mensen die een religie misbruiken is echter kortzichtig, om het zacht uit te drukken. Het christendom is ook vaak misbruikt door zogenaamde christenen, op kleine en op grote schaal, daar zijn we ons in al onze verlichting niet van bewust. Zijn we de kruistochten soms vergeten? Dat het christendom in Nederland nu voornamelijk een aangelegenheid is van ouderen doet daar niets aan af. Bloeddorst en imperialisme waren het, met een christelijke saus erover.

Karen Armstrong zei in een interview begin 2015: ‘Terrorisme heeft helemaal niets te maken met Mohammed, net zomin als de kruistochten iets te maken hadden met Jezus. Er is niets in de islam dat gewelddadiger is dan het christendom.’ Ook benadrukte ze dat maar een klein gedeelte van de moslims de terreur goedkeurde. En het antisemitisme zou zijn geïmporteerd uit het christendom. Men zou er T-Shirts van moeten laten maken, uit de monden van politici zullen we dit nimmer horen vrees ik. Men zou een partij moeten oprichten: de Partij voor het Onderzoek.

Geen idee of u de politiek hebt gevolgd vanaf de plek waar u nu bent, maar het begon hier in ons altijd zo knusse en gezellige Nederland allemaal bij Pim Fortuyn, een xenofoob, maar, dat was het goede, toch nog met een zeker Bildungsideaal. Fortuyn verdween met harde hand van het politieke toneel, net als Theo van Gogh, die er ook eer in schiep te schofferen, maar we kregen Geert Wilders en heel veel onmondige Theo van Goghjes ervoor terug, zie GeenStijl, oftewel het nationale riool. Met Wilders moesten we uitsluitend xenofobie, naargeestigheid en provincialisme zien te verteren, de Bildung was foetsie. Wilders is dus in dit opzicht te beschouwen als een dégeneré. Als de politiek een afspiegeling is van de maatschappij, en dat is ze, dan is er iets grondig mis met Nederland, ja met heel West-Europa gezien de opmars van de populisten.

Opvallend overigens dat we bij Fortuyn en Wilders met twee, weliswaar afvallige, katholieken te maken hebben. Ik heb niets tegen katholieken, integendeel, alleen al omdat u er een was, en de paus mag er ook zijn, maar tussen hen en de moslims lijkt het niet echt te boteren. Misschien heeft het met de afvalligheid te maken.
Joden zijn door de katholieken, in elk geval toen het nazisme opkwam, vrij goed behandeld als ik het goed heb begrepen. Zo was u bevriend met Anton van Duinkerken, een katholieke dichter die alleen maar een naam is, voor de meeste Nederlanders en ook voor mij. Een brouwerszoon uit Bergen op Zoom, ik zag zijn standbeeld in dat aardige, bijna Vlaams aandoende provinciestadje. Zijn werk moet ik nog lezen, maar dat komt wel. Van Duinkerken is een voorbeeld dat iemand uit de provincie niet provinciaal hoeft te zijn, maar het algemeen-menselijke in het oog kan houden.

Nu Trump president van de VS is geworden – een slechte grap, daarom lachen wij niet – kunnen we 15 maart, dan zijn er verkiezingen hier in Nederland, waarschijnlijk alles verwachten, want dit land valt onder de Amerikaanse invloedssfeer, cultureel en dus ook politiek. Daarom moeten we het even aanzien, of eigenlijk moeten we het niet aanzien, maar alvast voorzorgsmaatregelen treffen. U zag al in een vroeg stadium dat het nazisme een gevaar was, uw vriend Stefan Zweig moest het pas later erkennen. Hysterie en paniek is iets wat moet worden voorkomen, angst is nergens goed voor, en misschien valt het allemaal mee straks, we moeten ook voorzichtig zijn om dit als de jaren dertig te beschouwen, maar enige realiteitszin, dat wil zeggen dat het ook de verkeerde kant op kan gaan, bergafwaarts, is vermoedelijk geen slecht idee.

In Amerika is Trump in het zadel geholpen door de middenklasse, door de kuddemens oneerbiediger gezegd. Het zijn niet de armen, de minderheden, de enkelingen of de financiële en culturele elite die een samenleving sturen en dus ook kunnen bedreigen, het is de grote grijze massa, de middelmaat. De massa zelf denkt hier uiteraard anders over, voor zover de massa kan denken, want de massa die voor Wilders stemt, is voornamelijk laagopgeleid, en denkt dus niet, maar roept om kruisiging. Laagopgeleid, ze weten dus niet wat ze doen. We leven in seculiere tijden zoals gezegd, maar de wil om te kruisigen zit erin gebakken. Het is natuurlijk gewoon het verlangen om bloed te zien vloeien, al was het maar om je eigen bloed niet te hoeven zien vloeien. Of de bloeddorst van het roofdier of de aasgier.

Goed, die voorzorgsmaatregelen houden in de eerste plaats in dat ik rekening houd met een vertrek; domheid is zo erg niet, maar wel als het wordt vermengd met eigenliefde. Je kunt alles over het christendom zeggen, maar het weet de lagere instincten enigszins te temperen.

Naar Zuid-Amerika misschien, waarom niet? Zweig had het er ook naar zijn zin, al pleegde hij er zelfmoord, maar die zelfmoord was moord. Als je alles van waarde om je heen vernietigd hebt zien worden, dan moet je misschien uit compassie ook maar de hand aan jezelf slaan.

In april 2017 ga ik deo volente voor twee dagen naar Oostende. Daar zal ik de zak kopen waar u het over had.

Omdat de kans aanzienlijk is dat ik Nederland blijf – het is best een leuk landje, maar zoals ik eerder schreef, de slechten verpesten het voor de goeien – ben ik begonnen met trainen. Hardlopen, en 2017 moet ik aikido maar weer eens oppakken.

En er is mijn pen. Eigenlijk was ik van plan te stoppen met het schrijven voor Tzum, maar als we 15 maart de grote vreemdelingenhater in de regering krijgen, dan verklaar ik mezelf vreemdeling, wat in de praktijk betekent dat ik mezelf dood verklaar. Geen probleem, ik ben goed bekend met de dood. Ik zal mij aan het zicht onttrekken, maar ook weer niet, ik ga ondergronds met pen en papier. Geen probleem wederom, ik kan zien in het donker.

Wat betreft boeken zal ik waarschijnlijk mijn heil moeten gaan zoeken bij de kleine uitgevers. Toen ik eerder deze maand met collega Rieuwert rondliep op beurs voor deze uitgevers in Paradiso had ik het nog niet door, maar het was mogelijk alvast een kennismaking met de uitgevers die, als de media steeds nationalistischer worden enige weerstand kunnen bieden.

Ik denk, dat zei ik ook tegen Rieuwert tijdens een Thaise maaltijd na de beurs, dat kwade machten, en onder kwade machten versta ik krachten die het leven willen tegenhouden, leveranciers van de dood, het uiteraard over kunnen nemen, maar dat ze altijd het onderspit zullen delven. Misschien kan het niet anders en moet het maar de verkeerde kant opgaan, dan kan het volk zich even uitleven om later van een koude kermis thuis te komen. In Limburg, waar de aanhang van Wilders zich schijnt te concentreren, willen ze kennelijk het carnaval, de omgekeerde wereld, naar Den Haag brengen. Feestneuzen zijn het. Prins Carnaval, zo moeten we Wilders misschien vanaf nu maar aanduiden. Het kapsel is er al, nu het carnavalspak nog.

Mocht het de verkeerde kant opgaan, zal de vraag dus niet luiden of het ooit nog goedkomt, dat komt het sowieso, maar wat de prijs zal zijn.

Voor de duidelijkheid, ik zit er niet handenwrijvend op te wachten, maar als er sprake is van scheefgroei, het populisme is op te vatten als een schreefgroei, dan moeten we wat zaken rechtzetten, voor zover mogelijk. Ik zal gewoon doen wat er moet gebeuren, zoals Hebe Kohlbrugge zei over haar daden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze was een theologe, en we kunnen deze strijd ook best als een strijd tussen goed en kwaad beschouwen, een strijd tussen het goddelijke en het duivelse. Ja, de mensen worden verleid door de slang, laten we de bijbelse benaming niet schuwen. De meesten geloven niet in het onderscheid tussen goed en kwaad, maar je kunt het kwaad wel degelijk onderscheiden van het goede naar mijn mening, wat niet wegneemt dat het zeer gecompliceerd ligt. Hoe dan ook wil ik voor het goede kiezen, en helemaal nu men er plezier in schept om ermee te spotten, zie het scheldwoord ‘Gutmensch’.

Dit betekent niet dat de Gutmensch niet verleid kan worden door het kwaad; het goede wordt gekenmerkt door te erkennen dat het kwaad in jezelf ook altijd op de loer ligt. Daarom alleen al is Wilders in verband te brengen met het kwaad, hij zal het nooit in zichzelf zoeken, het zijn altijd de anderen die het hebben gedaan. De strategie van de boze kleuter.

Laat ik maar het goede voorbeeld geven en wat opbiechten, dat kan er ook nog wel bij na al mijn stukken met persoonlijke details – schrijven is nu eenmaal biechten, uw roman is zelfs één lange biecht – in het stukje over de beurs suggereerde ik namelijk dat Marleen Nagtegaal was vergeten om een stuk te schrijven over een boek, maar dat was onjuist, ik was het – hoe ironisch – zélf. Tot mijn verdediging moet gezegd worden dat ik in het voorjaar van 2014, waarin het boek was aangevraagd, door omstandigheden niet wist ik deed, ik was verward. De knoop begon zich te ontwarren vanaf oktober 2015 en in de aanloop naar deze Kerst was er weinig vertwijfeling meer over.

In zijn ‘Voetnoot’ schreef Arnon Grunberg dat Wilders in de afvalbak van de geschiedenis zal belanden, maar Trump had hij ook verkeerd ingeschat, misschien in de ijdele hoop deze monsterachtigheid te kunnen bezweren – toen ik Obama en Trump samen zag, had ik even de fantasie dat Trump Obama zou verorberen – dus als de omstandigheden daarom vragen en mocht Coen het goed vinden start ik op deze plaats de serie Underground, waarin ik uitsluitend aandacht zal besteden aan uitgaven van kleine uitgevers. Enno de Witt kan dan wellicht de boeken bespreken die goedgekeurd zijn door de nieuwe leider. Ja, De Witt en alle PVV’ers snakken naar een leider omdat ze niet in staat zijn leiding te geven aan zichzelf.

Een land heeft natuurlijk ook een leider nodig, maar geen verleider, geen leider met een gespleten tong. Toegegeven, als het gaat om moreel leiderschap hebben de traditionele partijen het ook af laten weten. Rutte is ontegenzeggelijk een leidertje, maar een moreel leider? Job Cohen was het misschien, maar iemand als Wilders, die in wezen zichzelf grondig haat, verdient een specifieke aanpak. Vorige maand zag ik Het ambtsbericht van Václav Havel, om maar eens een morele leider te noemen, en daarin laat hij precies zien dat als een leider geen werkelijke morele leider is, een moreel leider is ook krachtig, het kwaad over zich afroept. Daar komt het in de vorm van de bureaucratisch hel. Overigens voortreffelijk gespeeld door het Slavisch Theater.

We moeten in iedereen liefde veronderstellen, dus ook in Wilders en Nederlanders die zich om wat voor reden dan ook achtergesteld voelen en mogelijk een minderwaardigheidscomplex hebben, we moeten hen helpen de liefde in hen tot wasdom te brengen in plaats van de eigenliefde cultiveren c.q. het haten van ‘vreemden’. Misschien is de secularisering die de jaren zestig is ingezet in Nederland toch niet zo’n goede ontwikkeling geweest. Goed, de échte christenen die nog over zijn gebleven moeten maar laten zien wat ze waard zijn. Die zouden moeten radicaliseren, want als je je oprecht door liefde wilt laten leiden, wat de ware christen zou moeten doen, dan is dat per definitie radicaal.

Trouwens ironisch – een understatement eigenlijk, ongelooflijk is het betere woord – dat in een stuk in het nieuwe maandblad van Vrij Nederland over Wilders stond dat hij zich in zijn jonge jaren liet leiden door Kierkegaard. Welke werken van de magister uit Kopenhagen zullen dat zijn geweest?

Kierkegaard in verband brengen met Wilders is zoiets als Bob Dylan in verband brengen met André Hazes en dan valt deze associatie nog in het voordeel van Wilders uit ook.

Over Kierkegaard en Wilders gesproken. Ooit noemde Paul Cliteur, acteur in het Wildersproces die het recht op de vrijheid van meningsuiting verwart met het recht op het beledigen van mensen, Vrees en beven van Kierkegaard het gevaarlijkste boek. Zou Cliteur ook een ex-katholiek zijn? Sommige atheïsten zijn beter dan sommige christenen, maar de koude rillingen lopen me over de rug bij iemand als Cliteur.

Onlangs werd ik bij een Turkse kapsalon in Rotterdam-Zuid – in dit tijdsgewricht probeer ik zo veel mogelijk bij immigranten aan te kloppen, ze zijn ook beleefder dan de gemiddelde Nederlander – door een Irakees-Nederlandse kapper geholpen. Ik vroeg hem mijn haar te millimeteren, iets wat ik altijd doe, dat heeft dus niets met radicalisme te maken, maar ik zag een strijdbare monnik in de spiegel.

Nee, ik geloof niet in haat en angst, ik geloof niet in destructie en onderdrukking, ik geloof niet in duisternis en ontmenselijking en ik geloof niet in gespletenheid en polarisatie. Ja, ik geloof in hoop en liefde, ik geloof in opbouw en vrijheid, ik geloof in licht en menselijkheid, ik geloof in diversiteit en eenheid. Een dergelijk geloof vinden we – net als bij de Wilders-stemmers, die naar verluidt tegenwoordig niet alleen de laagopgeleiden zijn – in alle rangen en standen. De ware elite.

Wat moet er concreet gebeuren? In navolging van u pleit ik voor het koningshuis. Altijd al een zwak gehad voor Willem-Alexander en in de praktijk zullen we worden geregeerd door Máxima. Laten we daar een referendum over organiseren met de vraag: ‘Door wie wilt u liever geregeerd worden? Door een vrij intelligente Argentijnse of door een gedegenereerde Limburger?’

Als Wilders later samen met Rutte naar het paleis toogt, Rutte natuurlijk zoals altijd met zijn nepglimlach – zou Máxima hem geen hand moeten geven. Je moet altijd iemand de hand reiken, maar omwille van het symbool maar even niet.

Als Wilders wordt verslagen bij de verkiezingen moeten we waakzaam blijven. Niets verwachten, maar op alles voorbereid zijn, daar gaat het om. En misschien begin ik daarom sowieso wel met de serie, ik zie wel.

Excuses, ik heb me weer eens laten gaan en u een beetje uit het oog verloren. Toch losgezongen dus. We hebben het zelfs niet eens meer over uw roman gehad, u zult het me hopelijk vergeven.

Een niet onbelangrijk detail. Wat tot me doordrong tijdens het lezen was dat de duivel altijd zal blijven opduiken. De duivel in eigen persoon doet middeleeuws aan, maar de middeleeuwers waren zo dom nog niet, zoals sommigen menen te moeten denken. Misschien ging het er op bepaalde gebieden primitiever aan toe dan nu, maar daar stond tegenover dat er sprake was van een spirituele elite.

Als de Limburgers en veel andere provincialen weer middeleeuwse toestanden willen, dan moet de spirituele elite zich ook maar weer gaan vormen.
Het begint al donker te worden deze kerstavond als ik zo uit mijn raam kijk. Zo maar aan de jenever in de bar beneden of bij Reynders op het Leidseplein. Niet uit verslagenheid – als je de verslagenheid, of de angst, in principe hetzelfde laken een pak, laat regeren, dan bestaat het gevaar dat je alles zult verliezen – maar om alvast te drinken op de overwinning.

Zoals gezegd, misschien valt het straks reuze mee, maar wees voor de zekerheid toch met ons in deze donkere dagen vanaf nu tot en met 15 maart waarin we worden lastiggevallen door naargeestig geblaf en geschuimbek.

Afwachten wanneer het spuitje wordt gegeven en we ons over kunnen geven aan een weldadige stilte.

Hartelijke groet,
Johannes