Column: ‘Hoei, boei’ uit De avonden is in vertaling: ‘Goodness gracious’
De moeder van Frits van Egters houdt er, zoals Revianen weten, een eigen idioom op na. Als zij op 22 december 1946 na een eindje om de woning aan de Schilderskade 66 betreedt, zegt zij, zich naar de wc haastend: ‘Hoei, boei, ik moet hier even zijn.’ Ze gebruikt de term dezelfde middag nog een keer: ‘Hoei boei, de kachel.’ Ook roept ze een keer: ‘Hoei! Hee!’
De Dikke Van Dale kent ‘hoei’ als tussenwerpsel en noemt het ook als variant op het informele ‘doei’ of ‘doeg’. ‘Boei’ is een zelfstandig naamwoord dat staat voor ‘keten’ of ‘baken’. De door mevrouw Van Egters gebezigde combinatie komt niet in het woordenboek voor.
Sam Garrett, van wie eind vorig jaar de Engelse vertaling van De avonden (1947) verscheen, stond niet alleen voor de uitdaging om deze lange tijd onvertaalbaar geachte klassieker uit de Nederlandse naoorlogse literatuur voor een Engels pubiek toegankelijk te maken, maar ook oplossingen te vinden voor de taalparticulariteiten die Gerard Reve door zijn debuutroman heen strooide.
Voor het eerste hierboven aangehaalde ‘hoei, boei’, met komma, komt hij met: ‘Goodness gracious’, een uitroep die mij doet denken aan Jerry Lee Lewis die hem laat voorafgaan aan de kreet: ‘Great balls of fire’, tevens de titel van het liedje dat hij in 1957 uitbracht op Sun Records. Zo wordt het Nederlandse ‘hoei, boei’ uit 1946 verbonden aan een uitdrukking die ruim tien jaar later uit Memphis overwaait, een associatie die ik geheel en al voor eigen rekening neem. Overigens: Sam Garrett is van oorsprong een Amerikaan.
In De avonden luidt de hele zin: ‘Hoei, boei, ik moet hier even zijn,’ ging ze voort, hing snel haar mantel op de kapstok en stoof het kloset binnen. In het Engels is dat geworden: ‘Goodness gracious, here’s what I’ve been waiting for,’ she continued, quickly draping her coat over the stand and rushing to the toilet.
De woorden ‘mantel’ en ‘kloset’ zeggen waarschijnlijk iets over hoe in het Nederland van 1946 werd gesproken. Ik ben van later, maar mijn moeder zei nog ‘mantel’ als ze ‘jas’ of ‘winterjas’ bedoelde. ‘Coat’ is meer van alle tijden.
Voor het volgende ‘hoei boei’, zonder komma, gebruikt de vertaler de uitdrukking ‘oh heavens’. Voluit: ‘Hoei boei, de kachel,’ zei zijn moeder. Ze keek in het vuur en zei: ‘Hij brandt goed. Denk eraan, dat jullie, dat je hem zo laat staan. Met de ketel net ertussen.’ In de vertaling: ‘Oh heavens, the fire,’ his mother said. She peered into the stove, then said: ‘It’s burning nicely now. Mind, you two, that you leave it exactly like this. With the kettle just a little in between.’
Als vader Van Egters even uit balans raakt, roept moeder: ‘Hoei! Hee!’ Engelstaligen lezen het zo: ‘Goodness!’ his mother cried, ‘oh mercy!’
Sam Garrett (1956) vertaalde eerder zo’n veertig titels uit het Nederlands, waaronder werk van Karel Glastra van Loon, Arnon Grunberg, Lieve Joris, Geert Mak, David Van Reybrouck en Nanne Tepper. Zowel in 2003 als in 2009 kreeg hij, respectievelijk voor De renner van Tim Krabbé en voor Ararat van Frank Westerman, de Vondel Translation Prize, een tweejaarlijkse prijs voor de beste boekvertaling in het Engels of Amerikaans van een belangwekkend Nederlandstalig letterkundig of cultuurhistorisch werk.
Het is bewonderenswaardig hoe een Amerikaan die bijna tien jaar na de verschijning van De avonden werd geboren erin is geslaagd om het typische taalgebruik van Gerard Reve, met sterke wortels in de formele omgang die vóór de aanvang van de jaren zestig in Nederland gewoon was, om te zetten in een Engels-Engels dat op een adequate manier archaïsch aandoet. Zo blijft het ouderwetsige levensgevoel uit het boek ook voor de lezers van de vertaling volledig intact. Ook aan humor heeft de vertaling niets ingeboet.
Wel vallen enkele subtiliteiten weg, zoals wanneer aan iemands hoofd wordt gerefereerd met het woord ‘kop’. ‘Gore kop’ wordt een keer ‘vile face’, maar meestal krijg je in het Engels hetzelfde woord als dat voor ‘hoofd’. ‘Dan zorg ik, dat ik een doek om mijn kop doe’ wordt: ‘Then I’ll be sure to wrap a scarf around my head’. Als Joop na aanbellen zijn hoofd uit het raam steekt, roept Frits naar boven: ’Een aardig ding om te zien, je kan die kop best in de vensterbank zetten, het is altijd beter dan een geranium.’ In de vertaling staat: ‘[…] you would do better to place that head on the sill […]’.
Als iemand het over andermans kop heeft, kan dat sarcastisch of respectloos zijn bedoeld, spreek je van je eigen kop, dan kan dat op zelfspot duiden. In het Engels blijft dat niet overeind.
Gerard (hij debuteerde onder het halfpseudoniem Simon van het) Reve had de eigenaardigheid om Engelse namen in het boek te vernederlandsen. Als op de radio The Ramblers te horen zijn, heet het (overigens Nederlandse) orkest De Zwervers. In de vertaling worden zij weer The Ramblers. De voetbalclubs Enschedese Jongens en Wees Vlug, die op oudejaarsdag 1946 in het sportpraatje van Hans Appelman aan de orde komen, krijgen in The Evenings de namen waaronder ze in Nederland bekend waren: Enschede(se) Boys en Be Quick.
Maar in het geval van de Luchtmeesters heeft Sam Garrett niet gekozen voor de echte naam, de Skymasters, maar geeft hij als vertaling ‘the Air Masters’.
De vertaling van De avonden in het Engels kwam in november uit in Engeland en beleefde daar intussen vijf drukken. Maandag komt het boek ook in Amerika op de markt in een eerste druk van drieduizend exemplaren. Intussen heeft Sam Garrett niet stilgezeten. Begin maart verschijnt zijn vertaling van Jan Wolkers’ Turks fruit dat overigens al eerder in het Engels was vertaald.
Foto: still van YouTube