Recensie: Kader Abdolah – Salam Europa!
Er is een ander, dus ik besta
In de periode 1848-1896 was Naser ed-Din Kadjar sjah van Perzië. Rond 1880 maakte hij een reis door Europa, waarvan hij verslag deed in zijn reisdagboeken. Sjeed Djamal, docent oriëntalistiek aan de universiteit van Amsterdam, krijgt het dagboek in handen en besluit de reis zelf te maken, anderhalve eeuw later. Salam Europa!, de nieuwste roman van Kader Abdolah, gaat over nieuwsgierig zijn naar de ander, over het over grenzen heen durven kijken en over de gebeurtenissen die in het hedendaagse Europa plaatsvinden.
Sjeed Djamal waarschuwt de lezer al op de eerste pagina: hij kan het ware niet scheiden van het onware. Hij is gevlucht en wie nooit meer terug naar huis mag, belandt volgens hem in een staat van verbeelding. Abdolah speelt op een vernuftige manier met de waarheid. Hij laat de verteller de verhalen van de sjah en zijn reisgenoten onderzoeken, waarbij Djamal af en toe openlijk twijfelt aan het waarheidsgehalte van de brontekst. Tegelijkertijd laat hij de verteller alle ruimte voor de verbeelding: een uitnodiging aan de lezer om nieuwsgierig te zijn en zonder te oordelen naar de ander te kijken.
De structuur van Salam Europa! past bij de eerdere romans van Abdolah. Korte, heldere en eenvoudige zinnen, die maar op één manier opgevat kunnen worden. Het verhaal van de sjah bestaat uit een groot aantal hekajats: korte vertellingen die bekend zijn vanuit de Perzische verteltraditie. De verteller weeft een verhalenmozaïek dat doet denken aan de vertellingen van duizend-en-een nacht. De hekajats worden afgewisseld met hoofdstukken waarin Djamal vertelt over de gebeurtenissen in het Europa van nu. Ogenschijnlijk objectief, maar niet zelden bevat de boodschap een dubbele bodem en wordt de lezer uitgedaagd om op een andere manier naar dingen te kijken.
Oppervlakkig bezien is het verhaal van Djamal een wat simpele hervertelling van een historisch verhaal. Een sjah die een reis maakt door het hem onbekende Europa en die zich verbaast over zaken die in zijn land onbekend zijn. Zijn karavaan wordt steeds langer en groeit uit tot een soort carnavalsoptocht van meer dan 300 koetsen, afgeladen met souvenirs en cadeaus, zoals pompoenen, vijftig kinderwagens en een enorm kanon. Tegelijkertijd wordt zijn gevolg steeds kleiner: zijn zes vrouwen en de meegereisde imam stuurt hij al na het bezoek aan Rusland terug naar huis, zijn kapper laat hij vermoorden, onwillige knechten laat hij neerschieten en afvoeren en hij doet zijn uiterste best om van Banoe, een eigengereide vrouw, af te komen.
Voor wie verder wil kijken is Salam Europa! veel meer dan een verzameling verhalen. De sjah voelt zich regelmatig superieur aan de ander, maar leert dat hij door naar de ander te luisteren en door nieuwsgierig te zijn, ook van de ander kan leren. Tegelijkertijd leert hij de mens in de ander te zien. Hij ziet de heimwee en het verlangen naar huis in de ogen van prinses Dagmar (Maria Fjodorovna, de moeder van de laatste Russische tsaar), hij herkent het verdriet van de koning van België en van koningin Victoria. Uiteindelijk stelt hij vast dat het een opluchting is om te kunnen aanvaarden dat je niet bent wie je had willen worden, maar dat je kunt benadrukken wie je wel bent: een nieuwsgierige koning, die kwam om de ander te vinden.
In tussentijd komt ook Sjeed Djamal tot inzichten over zichzelf. Hij ontdekt dat hij meer en meer de sjah en Banou gebruikt om zijn eigen verhaal te vertellen. Djamal vertelt over de afwegingen die hij maakt tijdens het schrijven en over zijn ervaringen als vluchteling en migrant. Hij ziet de parallellen tussen zijn eigen vlucht en die van de duizenden Syrische vluchtelingen die in wankele rubberbootjes de zee proberen over te steken, op weg naar een toekomst. Hij besluit hun verhaal te verweven met het verhaal van de sjah en op dit punt krijgt Salam Europa! een extra laag: die van de realiteit, het Europa van nu dat worstelt met een enorme vluchtelingenstroom, met populistische politici die bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten, met media die de bevolking voorzien van nepnieuws.
Abdolah verwerkt de gebeurtenissen in het Europa van nu soms subtiel, soms heel expliciet. Hij laat Djamal bijvoorbeeld uitvoerig vertellen over de verhoudingen tussen Oekraïne, De Krim en Poetin en de gevolgen voor de wereldpolitiek. Op een ander moment is hij heel subtiel als hij de sjah door een verrekijker naar de lucht laat kijken:
Er was natuurlijk geen vliegtuig te zien. De geschiedenis was nog niet zo ver dat de mens ertoe was overgegaan vliegtuigen te maken. De vliegtuigen die later door zowel de Russen als de Oekraïners beschoten zouden worden.
Het gedeelte waarin Djamal en zijn assistente Iris naar Keulen gaan en verzeild raken in een vluchtelingenstroom maakt indruk. Geen oordeel, geen stellingname, louter een objectieve verslaglegging, vergezeld van een suggestief zwijgen waardoor de lezer uitgenodigd wordt om zelf na te denken. En dat is precies de toevoeging waardoor Salam Europa! niet zomaar een roadnovel is, maar gezien mag worden als een rijk boek over Europa van nu. Voor de lezer is het soms lastig om het onderscheid tussen auteur en verteller te zien. Voor die lezers die zich verdiept hebben in de achtergrond van Abdolah, zullen de parallellen tussen auteur en verteller duidelijk zijn.
Uiteindelijk stopt de reis van de sjah in Parijs. Hij heeft gevonden wat hij zocht: de ander. Van de tsaar, Bismarck en koningin Victoria tot Monet en Cézanne. Soms voelde hij zich onmiddellijk thuis bij de ander, vaker moest hij wantrouwen en vrees voor de ander overwinnen. En dat is wellicht de lering die de lezer uit Salam Europa! mag trekken.
Geertje Otten
Kader Abdolah – Salam Europa! Prometheus, Amsterdam, 432 blz. € 19,95.