Recensie: Michael De Cock & Gerda Dendooven – De val van de goden
Ooit worden we allemaal een verhaal
Achter de poëtisch aandoende titel De val van de goden herbergt zich een fraai vormgegeven verzamelbundel waarin vier eerder verschenen boeken uit de reeks ‘De Kleine Klassiekers’ (uitgeverij Davidsfonds/Infodok) werden opgenomen. Bij het verschijnen van het eerste boek, De lange weg naar huis (2008) stelden Michael De Cock en Gerda Dendooven zich tot doel om de ‘oeroude en bekende verhalen’ voor ‘kinderen van vandaag’ te bewerken. De focus ligt achtereenvolgens op het verhaal van Odysseus, de avonturen van Daedalus en Icarus en de biecht van Helena met betrekking tot de Trojaanse oorlog. In het derde boek, Diep in het woud bewerkt De Cock negentien bekende verhalen van Ovidius. Veel aandacht gaat daarbij naar de ‘personages, hun gedachten en gevoelens’ uit. Vanuit dat streven hoeft het niet te verwonderen dat de vier verhalen vrij snel hun weg naar het theater vonden. Ondanks enkele kritische voetnoten van recensenten met betrekking tot anachronismen en de ongewone spelling van persoonsnamen, werden de romans goed onthaald. Zo werd Vliegen tot de hemel (2010) bekroond met een Zilveren Griffel en kreeg De Cock voor Veldslag om een hart (2014) in 2015 de Boekenleeuw.
Moderniseren en herwerken betekent voor De Cock hoofdzakelijk de verhalen tot hun essentie herleiden; voornamelijk passages vol avontuur en dramatiek blijven behouden. Dat resulteert doorgaans in een geslaagde eerste kennismaking met de historisch geworden verhaalstof. In De lange weg naar huis vertelt Odysseus bijvoorbeeld als belevende ik-verteller aan z’n zoon Makos (Telemachos) op levendig wijze over z’n lange reizen. Een ingenieus ingezet perspectief; Odysseus’ observaties worden in krachtige beelden gevat, waardoor de lezer als het ware rechtstreeks wordt aangesproken. De Cock biedt jonge(re) kinderen verhalen vol kleinmenselijke verlangens en grootste daden, waarin hoogmoed voor de val komt en verraad gruwelijk bestraft wordt. Dat geldt evenzeer voor Veldslag om een hart, waarin Helena aan dochter Hermione de waarheid omtrent de val van Troje vertelt. Haar bekentenis laat zich als een verantwoording voor haar egoïstische daad lezen:
Mensen zeggen vaak dat al wat je doet, je eigen keuze is. Dat is niet zo. Ik koos de liefde niet. De liefde koos mij. En ik wist meteen: dit is het. Dit is liefde. Dit is het waar mijn moeder me over vertelde, toen ik haar bezorgd vroeg hoe ik kon weten wie die juiste man voor mij zou zijn.
Veldslag om een hart beklijft als een sterk psychologisch portret dat een geslaagde inkijk in Helena’s gedachten en gevoelens biedt, met veel empathie neergeschreven. Helena vraagt nergens om goedkeuring, wel een zeker begrip. De Cock laat het volledig aan de lezer over om te oordelen. De sterk uitgewerkte karakterisering en boeiende inkijk in de gedachte- en gevoelswereld van de personages staat de ontwikkeling van drama en spanning echter weleens in de weg. Bovendien zullen de verhalen voor volwassen lezers wat mager uitvallen. Zo wordt de strijd om Troje en het inzetten van het houten paard in De lange weg naar huis in slechts enkele alinea’s gevat, en dat is te weinig om de reikwijdte van het drama echt te kunnen bevatten. In Vliegen tot de hemel wordt de wanhoop van Daedalus en Icarus, gevangen op het eiland Kreta, onvoldoende voelbaar gemaakt, waardoor hun dramatische actie niet echt beklijft. De verhalen laten zich daardoor vooral als een geslaagde eerste kennismaking lezen, die weet te beklijven omwille van de universele thematiek. Het zijn nu eenmaal vertellingen vol geheime liefdes en zinderende passie, maar ook bedrog, verraad en geweld.
In een soepele, ritmische tekst wekt De Cock zijn helden tot leven en betuigt zich met verve als een begenadigd stilist. Hij bedient zich van een heldere, beeldrijke taal, wars van maniërisme. De suggestieve, sterk zintuiglijke schriftuur en het poëtisch taalgebruik vormen ontegensprekelijk een meerwaarde van deze lijvige verzamelbundel:
Misschien is hij vertrokken op een lange reis, omdat zijn leven ergens anders naartoe ging.
Het is een wet in de natuur, zo had hij immers geleerd. Soms zeggen vader wat ze van zonen verlangen, maar doen zonen toch gewoon hun zin.
Gerda Dendooven blijkt de gedroomde illustratrice om de oeroude vertellingen visueel tot leven te wekken. Haar robuuste, vaak grillige figuren overtuigen in al hun grootsheid en vestigen haast vanzelfsprekend de aandacht op zich. Dendooven herleidt haar personages vaak tot hun contouren; ze symboliseren immers universele gevoelens en gedachten. Ze brengt doorleefde emoties op papier, waardoor de illustraties een daardoor fascinerend visueel equivalent van de tekst bieden. De vormgeving van Dooreman is even indrukwekkend als Dendoovens groteske beelden.
‘Ooit worden we allemaal een verhaal,’ mijmert Icarus in deze verhalenbundel. Dat kleinmenselijk verlangen om generaties te overstijgen valt enkel krachtige verhalen te beurt. Michael De Cock schrijft zo’n verhalen, en Gerda Dendooven voorziet ze van inspirerende illustraties. Een fascinerende verzameling van ‘Kleine Klassiekers’ die een ruim en divers lezerspubliek met de eeuwenoude verhaalstof laat kennismaken.
Jürgen Peeters
Michael De Cock & Gerda Dendooven – De val van de goden. De Kleine Klassiekers verzameld. Infodok/WPG Uitgevers, Antwerpen, 400 blz. € 39.99.