Recensie: Peter Wohlleben – Het innerlijke leven van dieren
Een volledig pakket gevoelens
Peter Wohlleben (1964) heeft wereldwijd succes met zijn ‘feelgoodboek’ Het verborgen leven van bomen, een in aanstekelijke taal geschreven, welhaast romanesk relaas, over de wonderen van het plantenrijk. De voormalige houtvester en nu bewuste boswachter maakte van zijn bomen personages, bracht emoties aan onder hun knoestige stammen. De ware kunst is dat het boek niet sentimenteel is, in het geheel niet zweverig. Wohlleben (nomen nest omen) is daarvoor te oprecht. Zijn verwondering is echt. Daarom hangen hele volksstammen aan zijn lippen. Veel van de kwesties die hij heeft aangekaart zijn al tijden bekend, worden bijvoorbeeld onderwezen bij de opleiding bosbouw. Wohlleben heeft de wetenschap ‘gepopulariseerd’, zonder heel erg te moraliseren.
Het leverde een uiterst informatief boek op, een eyeopener. Vervolgens houd je je hart vast wanneer prompt daarna Het innerlijke leven van dieren verschijnt, met als ondertitel Liefde, verdriet, empathie – een verbazingwekkend inkijkje in een verborgen wereld. Zou het niet een marketingvehikel zijn, een trucje? Verre van dat. Wohlleben blijft in het spoor van zijn eerste bestseller, weet je met verbijsterende anekdotiek toch in de ban van de tekst te krijgen. Het is duidelijk dat zijn doel slechts is om de zwart-wit kijk op flora en fauna te slechten. Hij durft stelling te nemen, maakt zijn conclusies aannemelijk, onderbouwt ze daar waar mogelijk met de bevindingen van wereldwijd gehouden research. Maar gaat net zo gemakkelijk dwars tegen de wetenschap in.
Het boek is heel persoonlijk omdat Wohlleben niet alleen zijn jarenlange observaties in zijn werk inzet – hij is boswachter in een natuurbos in de Eifel, een gebied dat, indien toekomstige generaties daar geen stokje voor steken, met rust wordt gelaten, waar ook een urnenbegraafplaats is bij de woudreuzen – maar ook zijn thuissituatie. Een halve boerderij met onder meer kippen, geiten en paarden. De haan die de kippen voor de gek houdt, paarden die zich schamen. Is het soms projectie, is het alleen instinctmatig, voer-gerelateerd of zouden ook andere soorten dan de mens over een volledig pakket gevoelens kunnen beschikken.
Echte liefde tussen raven? Ga daar maar van uit. Eekhoorns die de namen van hun familieleden kennen? Is allang aangetoond. Waar je ook kijkt: dieren houden van elkaar, voelen met elkaar mee en genieten van het leven.
Wohlleben maakt in ieder geval – wederom liefdevol en op aanstekelijke wijze – duidelijk dat dieren geen bio-robots zijn. Dat ze wel degelijk over een (zelf)bewustzijn kunnen beschikken, ook al wijkt de opbouw van hun hersenen af van de onze. Ja, en wat is, zo stelt de boswachter terecht, bewustzijn precies. Exact valt het niet te definiëren. Het piepkleine fruitvliegenbrein ontvangt duizenden indrukken in zo’n beetje zeshonderd facetten. Alleen bewegende beelden worden scherp gesteld. Het concentreren op de essentie, net als de mens.
Domme dieren? Dat is achterhaald. Ja, onze spraak, onze communicatie is hoogontwikkeld (valt vaak genoeg bitter tegen; communicatie is confusie) maar allerlei soorten hebben hun eigen taal. Bijen worden doorgaans een zogenaamde ‘zwermintelligentie’ toegedicht. Wohlleben laat zien dat de individuele bij wel degelijk een eigen strategie heeft. Is het wetenschappelijk bewezen? Het staat nog niet onomstotelijk vast. Veel onderzoek aangaande het bewustzijn van het dier staat nog in de kinderschoenen. Willen we misschien ook niet weten wat een (consumptie)dier voelt? Wohlleben is de eerste om toe te geven dat hij misschien een leek is, maar wel iemand met een interessante visie. Zijn oprechte nieuwsgierigheid, zijn enthousiasme werkt door bij de lezer.
Wat te denken van slijmpaddenstoelen? In feite een enorme eencellige die, al is het in slakkengang, zich kan verplaatsen naar voedsel. Onderzoekers in Tokio bouwden een labyrint in de vorm van de belangrijkste wegen van de stad. Bij de uitgangen naar de belangrijkste stadsdelen lag voer. Na een tocht van pakweg honderd uur had de paddenstoel de uitgangen langs de kortste weg met elkaar verbonden. Het beeld kwam overeen met dat van het spoorwegennet van de stad! Een slijmpaddenstoel heeft dus kennelijk een ruimtelijk geheugen.
Misschien tappen alle organismen, inclusief de mens, wel op uiteenlopende manieren uit hetzelfde levensvat. Bij een onderzoek aan het Max Planck Instituut in Leipzig moesten testpersonen met hun linker- of met hun rechterhand een knop indrukken. Een speciale MRI-scan toonde aan dat tot zeven seconden voor de daadwerkelijke handeling, uit de hersenactiviteit al bleek welke keus er gemaakt zou worden. Het bewustzijn leverde een paar seconden later alleen nog maar de verklaring. Wohlleben balt in Het innerlijke leven van dieren zoveel wonderen der natuur samen, dat een wat meer nederige opstelling ten opzichte van het dieren- en plantenrijk de mens zou sieren.
Wohlleben is praktisch ingesteld. Hij gebruikt ook hout voor zijn open haard, houdt ook plantjes in potten ‘gevangen’ en eet vlees. De natuurschrijver stelt dat dieren niet beter zijn dan mensen, want in zijn eigen tuin ziet hij genoeg wreedheden. De natuur is vaak bikkelhard, voor de mens ontspannend, idyllisch omdat er voor ons nauwelijks nog gevaar dreigt. Wohlleben laat aangaande de flora en fauna de nuance zien, is wars van de hokjes waarin we de wereld om ons heen – als zelfbenoemde superieuren – indelen. Ook dit tweede natuurboek van Wohlleben zet aan het denken. Het is filosofisch gezien zelfs evenwichtiger dan de voorganger, het is een privédomeindeel van een bevlogen boswachter. Laat u (wederom) verrassen.
Guus Bauer
Peter Wohlleben – Het innerlijke leven van dieren. Lev., Amsterdam. 224 blz. € 19,99.