Recensie: Robert Anker – Hajar en Daan
Robert Anker – wat kan die man schrijven!
Met zijn derde roman zou Robert Anker wel eens kunnen doorbreken naar het grote publiek. Bleef zijn eerste, Vrouwenzand, in 1998 nog vrijwel onopgemerkt, voor Een soort Engeland kreeg hij – terecht – de Libris Literatuur Prijs 2002, wat zich evenwel niet meteen vertaalde in een groot aantal herdrukken. Misschien was het boek te intellectualistisch, misschien identificeren lezers zich niet gemakkelijk met een hoofdpersoon als de karikaturale toneelspeler David Oosterbaan.
Aan David Oosterbaan wordt in Ankers nieuwe boek één keer gerefereerd: ‘Daar ligt een illegale woonboot, van een beroemde acteur, David Oosterbaan, ooit van gehoord? Zegt Daan niks, nee.’ Nee, natuurlijk niet, want Daan Hollander leest geen kranten en kijkt geen tv: hij féést. Hij is geschiedenisleraar die zelden zijn lessen voorbereidt maar erg goed ligt bij de meisjes. Een escapist, een nowhere man.
Hajar en Daan is een postmoderne Romeo en Julia, een grote roman waarin Robert Anker een beknopte vaderlandse geschiedenis vanaf 10 maart 1966 schrijft (Hollander – what’s in a name? – werd geboren op de huwelijksdag van Beatrix en Claus), de McDonaldisering van het onderwijs aansnijdt en de o zo actuele integratie van allochtonen inclusief hoofddoekjesproblematiek onderbrengt in een liefdesgeschiedenis die van alle tijden is. Net als de tragische afloop trouwens.
Ook de wereldgeschiedenis heeft zich een plaats in het boek verworven met als dramatisch dieptepunt nine-eleven. Die Oosterbaan en die Hollander hebben meer met elkaar gemeen dan dat ze zijn verzonnen door één en dezelfde schrijver. Beiden houden van jonge vrouwen, beiden zijn onvoldoende toegerust voor het echte leven en beiden zijn mannen zonder eigenschappen.
In Hajar en Daan is de auteur zelf nadrukkelijk aanwezig: hij manifesteert zich als de verteller en de componist die naar eigen goeddunken het verhaal aandikt of indikt, of afbreekt zoals op bladzijde 104: ‘Het was Phreek die ontdekte – enfin, dat kome om redenen van compositie beter in een volgend hoofdstuk aan de orde.’ Een schrijver die weigert om zich in of achter zijn roman te verstoppen, doet dat waarschijnlijk omdat hij wil laten zien hoeveel plezier hij aan het vertellen beleeft. Bij Robert Anker is vertellen het manipuleren van de lezer en hij gebruikt daartoe alle middelen die hem ten dienste staan.
In het geval van een dichter (Anker publiceerde zes dichtbundels) en schrijver is het belangrijkste gereedschap natuurlijk de taal. Robert Anker kneedt, jongleert en goochelt naar hartelust. Voor elk personage trekt hij een ander register open, wat hilarische passages oplevert. Vooral die over het lerarenkorps op het DataCare College (het vroegere Muiderpoort Lyceum) waar Daan Hollander les geeft, zijn gillen van de pret, maar ook de portretten van Daans ouders zijn goud.
Hollander wordt op zijn tweeëndertigste tegen zijn gewoonte in verliefd. Op een Marokkaans meisje nog wel, een van de beste leerlingen van school, ‘een kranig meisje’, zoals de titel van het eerste hoofdstuk luidt. Als ze voor het eerst met elkaar naar bed gaan, houdt ze haar hoofddoek om. Ze zien elkaar vaak, die eerste tijd, en ondanks de waarschuwingen die hij krijgt (‘ze is van een andere cultuur’), gaat hij steeds meer van haar houden en het is nog wederzijds ook. Samen kijken ze naar West Side Story. Hajar en Daan gaan niet dood zoals Tony en Maria; Daan wordt onder bedreiging van een pistool afgetuigd door Hajars broer Khalid, Hajar verdwijnt, uitgehuwelijkt of zo.
Robert Anker heeft in deze grandioze roman hét thema dat politiek Nederland al een paar jaar in verwarring brengt, teruggebracht tot de tot mislukken gedoemde liefde van een Nederlandse man en een Marokkaans meisje. Als je het zo zegt, lijkt het alsof Hajar en Daan een zwáár boek is. Maar het tegendeel is waar. Het is wel heavy stuff (zo zou Daans hedonistische vriend Jim Pretzel het kunnen uitdrukken) die Anker te berde brengt, maar wat kan die man schrijven! Bijna driehonderd bladzijden leesplezier, dat zou wel eens goed kunnen zijn voor de Libris Literatuur Prijs 2004.
O ja, één dingetje: ‘Nowhere man’ van The Beatles staat niet op Revolver, maar op Rubber soul. Revolver was op 10 maart 1966 nog niet uit.
*****
Frank van Dijl
Robert Anker – Hajar en Daan. Querido, Amsterdam. 288 blz.
Deze recensie verscheen oorspronkelijk in Algemeen Dagblad, 20 februari 2004. De Libris Literatuurprijs 2004 ging naar Een schitterend gebrek van Arthur Japin.
Robert Anker overleed op 20 januari 2017.