Recensie: Dimitri Bontenakel – Schaduw en vuur
Over binnenstebuiten zandkastelen en verhalen in dozen
Schaduw en vuur van Dimitri Bontenakel speelt zich af in een dystopisch Brussel in het jaar 2042, waar agenten met exoharnassen, geholpen door bijendrones, de orde in de baronieën bewaken en waar orgaanhandel openlijk op straat plaatsvindt. Film- en documentairemaker Stan Obel, ternauwernood uit handen van drugs- en orgaanhandelaar Tonton Tibonage gered door zijn ninja-achtige partner Deedee, moet zichzelf opnieuw uitvinden. Zijn documentaire over de val van Europa heeft hem weliswaar beroemd gemaakt, maar onder invloed van drank en drugs is hij de grip op de werkelijkheid kwijt geraakt. Zelf vindt hij het allerminst vreemd. ‘Al jaren zitten we met zijn allen opgesloten in dit vendiagram van enclaves en favela’s. Geen wonder dat we ons verstand erbij verliezen, wij, dolende zielen, verdwaald in dit Arkham Asylum, gekneed uit de as van de Europese Unie.’
Stan en Deedee nemen hun intrek in het verlaten en inmiddels bouwvallige, naar bederf en ontbinding ruikende hotel Renaissance. Als Stan haar een middag alleen laat, ontdekt ze via een Alice-in-Wonderland-achtige constructie een trap die naar de hotelzolder leidt. Daar maakt ze kennis met Leon: een oude man die zijn dagen vult met het verzorgen van een bijenvolk (dat steeds kleiner wordt), het organiseren van zijn uit dozen en kratten met papieren bestaande archief en het trainen van zijn geheugen door het spelen van een memoryspel met foto’s van gestorven familieleden, zoals broer Max, stiefzus Nora en de jonge Timur. Net als Stan is ook hij de grip op de realiteit kwijtgeraakt.
De structuur van het verhaal is die van een achterstevoren verteld klassiek drama in vijf bedrijven, waarbij de ontmoeting tussen Deedee en de oude Leon in eerste instantie gezien kan worden als het motorisch moment. Wat volgt is een reconstructie van het verleden. Schaduw en vuur is een knap geconstrueerde, volle en rijke roman, waarin fictie en non-fictie, heden en verleden onlosmakelijk met elkaar verbonden worden. Ieder personage heeft een eigen verhaal met een eigen waarheid. Bontenakel raakt veel thema’s: schuld en verzoening, verborgen plannen, misverstanden, wraakgevoelens, het menselijk tekort en het (on)vermogen van mensen om verder te zien dan hun neus lang is. Bontenakel laat zien dat gebeurtenissen in het verleden voor een groot deel bepalen hoe iemands leven verloopt. Tegelijkertijd maakt hij ook duidelijk dat je verhalen wel in dozen kunt parkeren, maar dat hetgeen iemand erin stopt, nooit hetzelfde is als wat een ander eruit haalt.
De vormgeving van het boek sluit aan bij de thematiek. De opvallende cover is afkomstig uit het boek The City van Lori Nix en Kathleen Gerber, waarin een verlaten stad wordt verbeeld die langzaam door de natuur wordt overgenomen. Arbreville is gebaseerd op de documentaire Marwencol, de duikboot in de tuin van een van de personages is een kopie van de duikboot van Panamarenko. De verwijzingen naar andere werken zijn talloos. Geheel in de geest van een van de personages heeft de auteur met Schaduw en vuur een binnenstebuiten zandkasteel gebouwd: schoonheid, voor wie het wil en kan zien.
Geertje Otten
Dimitri Bontenakel – Schaduw en vuur. Wereldbibliotheek, Amsterdam, 302 blz. € 19,99.
’n Speels, spannend, plezierig verhaal, vol met rare, doch herkenbare figuren,
speelt zich deels af in ’t hoge noorden met het noorderlicht op de achtergrond.
Je reist mee met de inheemse bevolking en hun rendierkuddes.
Werkelijk ’n zeer mooi, fascinerend misdaadverhaal, echt ’n AANRADER.
Papa Leo Bontenakel,