Recensie: Jelmer Soes – Lichaam van licht
Altijd in beweging blijven, nooit stilstaan
Lichaam van licht leest vanaf de eerste bladzijde als de eerlijke en openhartige biecht van Jonas over het jaar waarin hij grotendeels in een ‘andere wereld’ vertoefde: ‘Eén jaar heeft het geduurd. Het mooiste en het lelijkste jaar van mijn leven.’ Niet ongewoon voor telg uit de ‘Slash-reeks’ van Querido, een serie romans gebaseerd op levensverhalen van ‘bijzondere jongeren’. En toch, aangezien geen enkele (ex-)gameverslaafde zich bereid toonde om z’n volledige levensverhaal te delen, creëerde Jelmer Soes een ‘anonymus’ uit gesprekken met meerdere (ex-)gamers.
Als lezer word je vrij snel deelgenoot van Jonas’ besognes. Nauwelijks achttien jaar heeft hij niet bepaald een ‘Groot Levensplan’, vindt hij geen richting in het leven: ‘Hier ben ik, dacht ik. Hier ben ik, leven, wat nu?’ Aangestoken door boezemvriend Björn verliest hij zich al snel in de wereld van de flitsende online-games. Jonas creëert meteen een alter ego: ‘Sanoj [was] juist alles wat ik niet was: snel, behendig, moedig, sterk en volkomen zelfverzekerd.’ Soes heeft zich duidelijk grondig in de materie verdiept en weet de aantrekkingskracht van zulke spelen behoorlijk goed te vatten.
Ik schoof alles aan de kant en zette mijn koptelefoon op. En telkens op die momenten was het alsof er een knop om ging in mijn hoofd. Een knop die al het grijs van de werkelijkheid omzette in mooiere kleuren, sterkere contrasten. Net zo realistisch als de echte wereld, maar sprekender, krachtiger.
Het verslavende effect ligt deels besloten in escapisme uit de monotone realiteit, deels in het overnemen van een heldenrol in de digitale wereld: ‘Altijd in beweging blijven, nooit stilstaan.’ In deze schijnwereld mag Jonas dan een blitzcarrière maken, in de echte wereld wordt z’n bestaan on hold gezet: hij verknalt z’n tentamens, verwaarloost sociale contacten en ziet z’n prille relatie op de klippen lopen. Gaandeweg gaat ook z’n gezondheid onder het ononderbroken gamen lijden. Dat alles weegt echter niet op tegen de droom om professioneel gamer te worden, wat volgens Jonas binnen de mogelijkheden ligt. Sporadisch lijkt hij wel te beseffen dat hij in de realiteit een ‘nieuwe start’ moet maken, maar dat blijkt moeilijker dan verwacht. Een zoveelste symptoom van z’n groeiende verslaving. Vanzelfsprekend kan Jonas beide werelden niet blijvend gescheiden houden. Wanneer de roes van de fictieve overwinning is weggeëbd, voelt hij zich steeds eenzamer worden. Als lezer word je de wat ongemakkelijke getuige van Jonas’ razendsnelle race bergafwaarts.
Jelmer Soes, die zich eerder al liet opmerken met z’n behoorlijk goed uitgewerkte debuut Risk (2012), bedient zich in Lichaam van licht van een sterke compositie: via het chronologisch vertelde verhaal volg je als lezer de ontwikkeling van Jonas’ gameverslaving, waardoor haast vanzelfsprekend begrip en empathie ontstaan. Een weliswaar noodzakelijk, maar zeker geen evident gegeven in dit soort literatuur. Toegegeven, zeker naar het einde toe heeft Soes wel erg veel woorden nodig en valt hij weleens in herhaling. Het neemt echter niet weg dat de aantrekkingskracht van (online-)games haarscherp en overtuigend beschreven wordt, waardoor een zeker begrip ontstaat voor gameverslaafde jongeren. De problematische omgang met het medium wordt daadwerkelijk ‘van binnenuit’ benaderd, zonder dat pedagogische intenties en een storende moraal overheersen. Dat is vaak balanceren op het slappe koord in dit soort literatuur, maar Soes heeft voldoende inzicht om een realistisch en beklijvend verhaal te componeren. De sterke karakterisering van Jonas is daaraan niet vreemd. De andere personages, zoals Jonas’ familieleden, vriendin Sophie en beste vriend Björn worden te oppervlakkig uitgewerkt: ze missen ruggengraat en ontwikkelen zich nergens tot round characters. Het stuwend ritme, veelal opgebouwd uit korte zinnetjes, past perfect bij de thematiek. Soes beperkt zich tot de essentie en vermijdt narratologische hoogstandjes; dat vormt geen gemis, te veel stilistische diepgang zou de drive uit deze fictieve biecht halen. Enkel de ontwikkeling van het liefdesverhaal overtuigt niet; hier mist Soes de stilistische vaardigheden en het inlevingsvermogen om de ontluikende liefde geloofwaardig te verbeelden.
Soes maakt de wat arbitraire slogan van de ‘Slash-reeks’ – boeken op basis van het waargebeurde levensverhaal van een bijzondere jongere – met verve waar. ‘Slash-boeken’ zijn geen echte biografieën, maar evenmin fictie avant la lettre. Behalve de eerste boeken uit de reeks, met name De gelukvinder (Edward van de Vendel) en Voor jou 10 anderen (Mirjam Oldenhave), lijkt het alsof auteurs met deze vormvereiste maar moeizaam overweg kunnen. Ze baseren zich te sterk op enkele markante levenservaringen en herinneringen van ‘hun jongere’, wat resulteert in rommelige verhalen zonder enige (literaire) diepgang. Het is dan ook frappant dat Lichaam van licht – het eerste boek dat niet geheel volgens dat stramien geschreven werd – opnieuw een overtuigende roman oplevert.
Jürgen Peeters
Jelmer Soes – Lichaam van licht. Querido, Amsterdam/Antwerpen, 256 blz. € 14.99.