Recensie: Donald Ray Pollock – De hemelse tafel
Westernroman
De westernroman zit in de lift. Althans, Nederlandse uitgeverijen durven het af en toe aan een ouderwets cowboy-verhaal op de markt te brengen. In 2012 verscheen De gebroeders Sisters (ook op de shortlist van de Man Booker Prize) van Patrick deWitt; in 2013 Butcher’s Crossing van John Williams, in navolging van het waanzinnige succes van Stoner; en in 2014 James Carlos Blake’s Schurkenbloed. Ook De Bezige Bij probeert met De hemelse tafel van Donald Ray Pollock het Wilde Westen weer tot leven te brengen.
Donald Ray Pollock (1954) is een laatbloeier. Tot zijn 50e werkte hij in een papierfabriek in Chillicote, Ohio. Daarna stapte hij over van papier naar pen; schreef zich in voor schrijversopleiding en ziedaar: in 2008 debuteerde Pollock met de bundel Knockemstiff. In 2014 volgde de roman Al die tijd de duivel en nu dus De hemelse tafel – alledrie de boeken spelen zich af op Pollocks home turf: zuidelijk Ohio.
De hemelse tafel uit de titel is een rijkgevulde dis waaraan de armen en nooddruftigen ooit zullen mogen aanschuiven. Dit houdt Pearl Jewett zijn zoons voor als ze weer eens sterven van de honger.
‘Nou, op een dag zul je aan de hemelse tafel mogen eten,’ zei de man. ‘Dan hoef je nooit meer om kliekjes bedelen. Dat kan ik je garanderen.’
Als Pearl, met zijn broek op zijn enkels, plotseling overlijdt, zijn Cane, Cob en Chimney geheel op zichzelf aangewezen. De alles overheersende armoede in het hels-hete grensgebied tussen Georgia en Alabama drijft de drie broers naar de misdaad. De eerste roofoverval met dodelijke afloop – het geweer van de schlemielige Cob gaat per ongeluk af – is de aanzet tot een reeks van bankovervallen die het Amerikaanse zuiden zullen teisteren. Zoals dat ook met Billy the Kid en Jesse James ging: de Jewett-broers worden bigger than life.
Ondertussen ontwikkelt Pollock een andere verhaallijn die zich in Ohio voltrekt. Ellsworth Fiddler, een eenvoudige boer, en zijn vrouw Eula komen erachter dat hun 16-jarige zoon verdwenen is. Zou hij in het leger gegaan zijn om in Duitsland te vechten? Ellsworth besluit dat uit te zoeken en meldt zich in het legerkamp in Meade. Via de soldaten en de officieren in het leger schetst Pollock en levendig, maar ook smerig beeld van een stad in het Ohio van 1917, een plek
[…] waar allerlei randfiguren hun heil zochten, van ex-gedetineerde messentrekkers en onooglijke gokverslaafden tot overspelige alcoholisten of wellicht zelfs een uit de gratie gevallen vrouw met een talent voor schunnigheden, inclusief met haar intieme delen muntjes van de vloer rapen.
Er zijn gore kroegen – zelfs een met een seriemoordenaar als uitbater -, bordelen met hoeren die zich tot overstromens toe laten volpompen, variété-theaters en homo-cafés. Iedereen komt aan zijn trekken. Pollock maakt de lezer wel duidelijk dat de Jewett-broers – op weg naar het veilige Canada – Meade, Ohio zullen aandoen. Deze convergerende verhaallijnen zijn wel een beetje voorspelbaar, moet ik zeggen; eindelijk, op bladzijde 260 komen ze samen.
Zoals het een western betaamt eindigt alles natuurlijk in een gewelddadige apotheose, met dien verstande dat Ellsworth en Eula Fiddler lichtende, goedhartige bakens zijn in een zee van losbandigheid en geweld. De hemelse tafel beschikt niet over een ingenieus plot, je kunt er allemaal op wachten, maar Pollock is wel een meester in snelle, snedige dialogen en in het neerzetten van een rauwe scene; je ruikt de paardenstront, het sperma en de kruitdampen. Uiteindelijk is het alleen de achterlijke Cob gegund aan de hemelse tafel te mogen aanschuiven.
Wiebren Rijkeboer
Donald Ray Pollock – De hemelse tafel. Vertaald door Luc de Rooij. De Bezige Bij, Amsterdam. 446 blz. € 24,99.
Vinden we nou dezelfde auteus ook al leuk. Ben r net in beginnen