Recensie: Cécile de Jong van Beek en Donk – Hilda van Suylenburg
Op weg naar een mooi huwelijk
Er was een tijd – nog niet eens zo lang geleden – dat het huwelijk de natuurlijke bestemming voor een vrouw vormde met daarop automatisch volgend het heilig moederschap. Arme meisjes werden uiteraard geacht om eerst te werken, maar vrouwen uit de betere kringen moesten geduldig wachten op een huwelijksaanzoek en ondertussen de tijd doden met theevisites, oppervlakkig geflirt en het stiekem lezen van prikkelende Franse romans. Jezelf zo aantrekkelijk mogelijk maken voor een man was de boodschap die hen voortdurend voorgehouden werd.
Deze rigide wereld van het fin de siècle vormt het decor van de roman Hilda van Suylenburg, waarin de hoofdpersoon zich verzet tegen haar bestemming en daarbij veel negatieve reacties oproept. De roman wordt bevolkt door enerzijds traditioneel denkende ouders én kinderen, met daar tegenover enkele geëmancipeerde vrouwen én mannen.
De jonge Hilda doet eerst volop mee aan de plichtmatige bezoekjes, het wachten op de gong voor het diner en het eindeloze winkelen in Den Haag. Ook is ze steeds charmant tegen heren met een goed inkomen. Maar dit lege bestaan gaat haar vervelen, zeker als ze een aantal pittige vrouwen ontmoet die hun bestaan wel zinvol invullen, zoals de arts Corona van Oven. Zij kent de wereld buiten het veilige kringetje waar Hilda in verkeert en maakt haar deelgenoot van wat ze allemaal aan ellende in haar praktijk meemaakt. Dit opent Hilda de ogen en maakt dat zij rechten gaat studeren en uiteindelijk een succesvolle advocaat wordt.
Ondertussen zijn heel veel bladzijden van de roman gevuld met gesprekken over het ´vrouwenvraagstuk´, oftewel wat is de rol van de vrouw in de maatschappij. Vrijwel elke opmerking die iemand terloops maakt groeit uit tot een exposé.
‘Maar één moet toch de baas zijn,’ wijsneusde Corry in een klein, ongemotiveerd gegiechel.
‘Waarom? In een gelukkig, in een mooi huwelijk zal niemand verlangen ‘de baas’ te zijn, en in de gewone huwelijken zal de baas zijn, diegene die op een of andere manier de krachtigste is, door geldelijke positie, door knapheid, door willen, door liefde, door koppigheid, door ruwheid, of enfin door wat dan ook, en het man of vrouw zijn heeft daar niks mee te maken.’
De roman, in 1897 verschenen, was enkele jaren uiterst populair, zonder twijfel door de ferme stellingname van de schrijfster omtrent vrouwenemancipatie. Hoewel de mannen in de roman niet allemaal even verdorven zijn, spelen vrouwen de hoofdrol en nu eens niet als verleidster of hysterica maar als krachtige persoonlijkheden, die de bedoelingen van de man doorzien. Jammer genoeg leidt dit ook tot ellenlange beschouwingen, die eerder in een brochure passen dan in een roman.
Maar, zoals op dit ogenblik de toestanden zijn, ben ik overtuigd dat het mee in het huishouden verdienen van de getrouwde vrouw ons nader zal brengen tot drie betrekkelijke ideaaltjes die zeker niet gering zijn te tellen. […] Ten tweede: Als de man komt te sterven, die het gezin onderhoudt en de vrouw blijft met een troepje kinderen achter – en dat zijn van die gevallen die je dagelijks ziet gebeuren – wat ’n zegen dan, als zij geschikt en al gewend is om in de nodige behoeften te voorzien!
Hilda van Suylenburg is nu opnieuw verschenen in de serie Rondom Couperus. Inderdaad geeft de roman een mooie blik op de Haagse wereld zoals de grote meester die ook beschreven heeft. Maar het contrast met het psychologisch uiterst subtiele werk van Couperus is tegelijkertijd ook héél groot. De schrijfster laat niets aan de lezer zelf over, elke keer geeft ze al een oordeel over wat goed of slecht is. Ze heeft zelfs noten toegevoegd die haar betoog moeten ondersteunen: ‘Die bloedverwanten of aangehuwden moeten zijn manspersonen, meerderjarig en binnen het koninkrijk woonachtig.’ Hilda van Suylenburg is in vergelijking met de romans van Couperus niet meer dan een traktaat, waarin de hoofdfiguren onophoudelijk de boodschap van de auteur uitdragen.
Doeke Sijens
Cécile de Jong van Beek en Donk – Hilda van Suylenburg. Met een nawoord van Sander Bink. Astoria, Benthuizen. 338 blz. € 25,50.