Recensie: Johan Harstad – Max, Mischa en het Tet-offensief
Ik capituleer niet
Hoe lang moet je weg van huis zijn voordat het te laat is om terug te keren? Het is een van de vele vragen die centraal staan in Max, Mischa en het Tet-offensief, de lijvige en veelomvattende roman van Johan Harstad.
De lezer maakt kennis met Max in het heden. Hij is regisseur van bij voorkeur kleine stukken, die hij het liefste opvoert voor klein publiek. Hij is een Noor en zal de lezer, zo zegt hij, vertellen over zijn verleden. Hij zal vertellen over Mischa, over zijn vertrek uit Noorwegen, over zijn ontwikkeling als acteur en over zijn oom Ove/Owen. Na een uiterst trage aanloop, waarbij Max uitgebreid vertelt over zijn theaterproducties, is het dan eindelijk zover: Max begint zijn verhaal over zijn verleden, geleid door zijn herinneringen.
Vanaf dat moment wekt Max, Mischa en het Tet-offensief de interesse, om vervolgens tot de laatste bladzijde aantrekkelijk, ontroerend en emotionerend te blijven. Harstad trekt de lezer mee in het verhaal van Max, Mischa en Ove/Owen. Rond het jaar 1990 trekt Max, gedwongen, met zijn ouders en zusje naar de VS, om daar een nieuw leven op de bouwen. Zijn vader, een piloot, is weinig thuis en Max, Ulrikke en hun moeder zijn min of meer aan elkaar overgeleverd. Dan sluit Max vriendschap met Mordecai, een jongen die net als Max de film Apocalypse Now van Francis Ford Coppola kent. Samen trekken ze lange tijd op en doen ze mee aan verschillende toneelproducties. Tegelijkertijd verkennen ze de wereld en ontmoeten ze het meisje dat Max’ leven zal veranderen: Mischa.
Max, Mischa en het Tet-offensief lijkt in alles succesvol. Harstad houdt het verhaal van Max klein. Hij maakt geen extreem grote dingen mee, maar blijft gewoon, net als andere jongeren. Het is juist dat op het oog zo gewone leven dat indruk maakt: het vertrek uit Noorwegen, de confrontatie met de eenzaamheid en het nieuwe leven in Amerika en het besef nergens écht te passen. Uiterst gedetailleerd geeft Harstad weer wat Max doet, denkt en herinnert. Zo precies zelfs dat de lezer het idee heeft dat het allemaal op dat moment gebeurt. Daarbij zijn de gevoelens van Max herkenbaar. Zijn gedragingen en gedachtegangen lijken logische gevolgtrekkingen uit iets wat eerder gebeurde:
‘If you’re neckless you can’t wear a necklace. Het werden mijn nieuwe kleren, deze woorden, iets wat ik kon aantrekken en waarin ik me kon hullen om zo een ander te worden.’
Regelmatig legt Harstad de vinger precies op de zere plek. De eenzaamheid die Max ervaart, het verdriet, het belang van de taal; alles raakt:
‘We hadden geen taal meer die vertrouwd genoeg was om te kunnen spreken.’
Maar niet alleen de verhalen van Max en later ook die van Mischa boeien. Wanneer Ove/Owen in beeld komt, onderbreekt Harstad Max’ herinneringen om passages vanuit Ove te beschrijven. Door goed gekozen, soms fragmentarische, stukken leidt hij de lezer door het leven van Ove, de man, een pianist, die eveneens naar de VS trok, om vervolgens te vechten in de Vietnamoorlog. Zijn verhaal is indrukwekkend en afschrikwekkend tegelijkertijd. Wederom zijn het de details die het verhaal realistisch maken. Vanuit Ove beschrijft Harstad hoe het is om te leven als immigrant, hoe het is om gedwongen te moeten kiezen voor hetgeen je liever wilde vermijden.
Max, Mischa en het Tet-offensief is meer dan ‘alleen maar’ een lijvige roman. Harstad kiest de verhalen van Max, Mischa en Ove en creëert met die verhalen een prachtig nieuw verhaal dat op alle fronten aandoet als de realiteit en rijk is aan symboliek, bijzondere thematiek en prachtige vormen van beeldspraak. Hij combineert geschiedenis met actualiteit en stelt belangrijke (ethische) vraagstukken centraal. In een door hem geschapen geloofwaardige wereld werkt hij toe naar het slotakkoord: de dag waarop je eigen taal je eigen taal niet meer is, de dag waarop je eigenlijk niet meer terug kunt, terwijl je beseft dat je niet hoort waar je nu bent. Met Max, Mischa, Ove en alle andere personages laat hij zien dat ergens kunnen aarden van levensbelang is.
‘Het zou je niet zo dwars moeten zitten. Het probleem is: je bent vierentwintig en je zou oud genoeg moeten zijn om met zulke zaken om te gaan en te snappen dat de wereld hierdoor heus niet jammerlijk ten onder gaat; je bent al vaker een vriend kwijtgeraakt.’
Marloes Otten
Johan Harstad – Max, Mischa en het Tet-offensief. Vertaald door Edith Koenders en Paula Stevens. Uitgeverij Podium. 1230 blz. € 29,99.