Historie: 20 jaar Dichters in de Prinsentuin in 20 stukken
Twintig jaar Dichters in de Prinsentuin
1 Het begin
Organisator en bedenker Tsead Bruinja lag de eerste keer languit op het grasveld te genieten van het poëziefestival. Op 11 juli 1998 werd onder de kop ‘Poëzie in de Prinsentuin’ voor het eerst gewag gemaakt van een ‘Literair Botanisch Festival’ in het Nieuwsblad van het Noorden.
‘Op het veldje voor de theeschenkerij en in de loofgangen kunnen bezoekers van de tuin gedurende drie middagen luisteren naar de dichters die voordragen uit eigen werk.’
Het uitnodgigingsbeleid was vooral pragmatisch. ‘Ik heb alle dichters die ik ken gebeld met de vraag of ze mee wilden doen,’ zei de derdejaarsstudent Engels Tjeerd Bruinja, toen nog geen Tsead, tegen de Loeks. ‘Er gebeurt een beetje weinig op literair gebied.’
2 Muziek
Bruinja organiseerde het festival samen met de coördinator van het Universiteitstheater Frans Geubel. ‘We dachten eraan om het festival ’s avonds te doen als de zon ondergaat, maar dat stuitte op nogal wat bezwaren. Toen we in de Prinsentuin gingen kijken hadden we al snel het idee dat we iets op het veldje moesten doen en iets in de loofgangen. Uit armoede hebben we professionele dichters en amateurs gevraagd. Het leverde een bijzondere mengvorm op.’ De keuze voor muzikanten leek in 1988 nog minder doordacht ‘Ook zijn we bezig om er wat achtergrondmuziek bij te krijgen in de vorm van een dwarsfluit en een viool.’
3 Geld
Het eerste festival kostte in totaal 390 gulden. ‘Ieder de helft,’ volgens Frans Geubel, ‘maar Tjeerd als arme student had het geld op dat moment niet, dus schoot ik het voor. Een maand later kreeg ik het keurig terug.’ Nu is de organisatie onderdeel van de SLAG (Stichting Literaire Activiteiten Groningen) waarin tienduizenden euro’s omgaan.
4 Boos
In 2001 liet de lokale held Kees van der Hoef verstek gaan bij zijn optreden. Hij was boos (‘Iedereen noemt zich tegenwoordig aanstormend talent’) omdat zijn naam niet voorkwam in de persberichten. ‘Een klein knip- en plakfoutje op de computer,’ zei medeorganisator Rense Sinkgraven tevergeefs.
5 Uitnodiging
In de beginjaren was er nauwelijks geld en moesten de organisatoren bedelen om de dichters. In 2004 wilde Roos Custers Wim T. Schippers strikken voor het festival. ‘Ik heb hem toen een brief gestuurd met als aanhef: ‘Geachte mevrouw Wilhelmina Kuttje’ en hem daarna consequent als dichteres Kuttje aangesproken.’ De sherryminnende voordrachtskunstenares Wilhelmina Kuttje jr. was een vaste verschijning in het radioprogramma Ronflonflon met Jacques Plafond waarbij ze gedichten van haar grootmoeder trachtte te reciteren. Die gedichten zijn verzameld in het standaardwerk Kuttje Compleet. ‘Schippers kwam en trad op voor niks.’
6 Loofgangen
Op het theeveld voordragen is fijn, een zaal in de open lucht; in de loofgangen staan de bezoekers recht voor de neus van de dichter. Als ze het niet leuk vinden, lopen ze door. De loofgangen zijn de loopgraven van de poëzie.
7 Onbekend talent
In 2006 hoort Nyk de Vries nog bij het onbekende talent volgens NRC Handelsblad: ‘een hele vreemde vogel, met volslagen idiote verhaaltjes. […] Heel anders was de piepjong ogende dichtersbabe Anneke Claus, helemaal het meisje uit de buurt, die klassiek naar fraaie formuleringen zoekt.’
8 Lof
‘Een poëziefestival waar je bijna onophoudelijk poëzie te horen krijgt, dat niet opgeleukt is met Bulgaarse fluitmuziek, West-Ghanese dans of een andere exotische cultuuruiting waar veel andere poëziemanifestaties een voorkeur voor hebben, dat is verwennerij,’ schreef NRC Handelsblad in 2008.
9 Geluid
Wie voordraagt krijgt ondersteuning van de omgeving. Bussen die optrekken bij de verkeerslichten, ambulancehelikopters die overvliegen, de brug die met belgerinkel open- en dichtgaat. En af en toe een leeuwerik.
10 Kraamkamer
Vicky Franken (1989) won dit jaar de C. Buddingh’-prijs voor de beste debuutbundel. In 2008 stond zij al op het theeveld.
11 Zon
Tijdens Dichters in de Prinsentuin schijnt altijd de zon. Behalve in 2010 toen er voor het eerst in dertien jaar een ware wolkbreuk losbarstte. De dichters traden op onder een tentje, het publiek zat met paraplu en regenponcho’s anderhalf uur te kleumen op het theeveld.
Rain from Coen Peppelenbos on Vimeo.
12 Wasbak
In Huize De Beurs zien gasten hoe Charles Hofman, de man van Dichter des Vaderlands Gerrit Komrij op een stoel gaat staan om voor te doen hoe de situatie in hotel Friesland eruitziet. De gezamenlijke wc zat op de gang en als je in de hoge wasbak wilde pissen, dan moest je eerst op een stoel klimmen.
13 Dood
Wim Brands, Rutger Kopland, Thomas Blondeau, Gerrit Komrij, Rogi Wieg, Tsjêbbe Hettinga om er maar een paar te noemen. Hoe treurig was het tafeltje dat in de Prinsentuin stond ter nagedachtenis aan de 24-jarige Robert Prijs die aan de vooravond van het festival een einde aan zijn leven maakte. Op de dag dat hij had moeten optreden las Sacha Landkroon een gedicht van Prijs voor: ‘Dood aan alle dichters’.
14 Huwelijk
Dichter Willem Thies ontmoette in 2006 dichteres Froukje van der Ploeg. Allebei net gedebuteerd. Vorig jaar stonden ze weer geprogrammeerd, getrouwd paar met kind, en droegen ze samen gedichten voor. Toen Arjen Nolles, die jarenlang Dichters in de Prinsentuin mee-organiseerde, in de sollicitatiecommissie zat voor een nieuwe organisator, ontmoette hij zijn latere vrouw Rolien Scheffer. Zij kreeg de baan. Vorig jaar greep aanstormend dichter Raymond Haans greep zijn kans: op het theeveld vroeg hij zijn vriendin Esther Porcelijn ten huwelijk.
15 Ongeluk
De latere organisator Joost Oomen kreeg het zwaar te verduren toen hij in 2014 de openingsvoorstelling De oversteek maakte op het terrein van de voormalige Suikerfabriek. Oomen kwam lichamelijk gehavend uit de strijd omdat hij tijdens zijn opkomst op een brommer spectaculair ten val kwam en in een kapotte spijkerbroek en met geschaafde knie de voorstelling moest voltooien. ‘Wat een ergerniswekkende verspilling van tijd en talent,’ schreef het Dagblad van het Noorden een dag later in een één-sterrecensie waarin vier keer het woord ‘flauwekul’ terugkwam.
16 Groei
In de loop der jaren groeide het festival. Naast de optredens in de Prinsentuin is er een randprogrammering. Dichters in de Puddingfabriek, boekhandel, café of kerk, bij busreisjes en boottochten, in de dierentuin in Emmen, in museum en parkeergarages, én de – helaas geschrapte – slotavonden bij café De Souffleur met de traditioneel boze buurman. Iedereen bleef wachten tot hij ging schelden en wat een teleurstelling als hij binnen bleef.
17 Ikea
‘Poëzie tussen de afdruiprekken,’ kopt de Volkskrant als de Prinsentuindichters opduiken in de Ikeavestiging in Groningen. ‘Zo bereik je mensen die terugdeinzen voor poëzie omdat ze denken dat de kunstvorm elitair is,’ zegt Thomas Möhlmann in een rode kinderkamer met witte stippen. Wil je een Billy, krijg je een ballade.
18 Genoten
Waarvan heeft Bruinja nou zelf het meest van genoten? ‘Van de openheid van het festival, de verbinding die we wisten te leggen tussen amateurs en professionals, de meertaligheid (Gronings, Fries, Arabisch, Nederlands) en de interviews van dichters met dichters. Dat!’
19 Onvergetelijk
De onmisbare kracht achter de schermen Maarten Praamstra onderschrijft de woorden van Bruinja: ‘Als ik één dichter moet aanwijzen die me ooit echt ondersteboven heeft gegooid dan is dat Ghayath Almadhoun die in zijn gedichten talloze slachtoffers van het conflict in Syrië een stem geeft. Om te ervaren hoe iemand in deze donkere tijden poëzie schrijft met deze impact is onvergetelijk.’
20 Jubileum
In twintig jaar is de kern van het programma is hetzelfde gebleven: dichters op het theeveld en in de loofgangen van de Prinsentuin. Die kern is – in weerwil van wat ondernemerschap eisende subsidiegevers tegenwoordig voorschrijven – gratis toegankelijk voor iedereen; zo’n zo’n tweeduizend mensen tegenwoordig. Hopelijk schijnt de zon en ligt de organisator gewoon in het gras.
Coen Peppelenbos
Dit stuk stond eerder in Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 15 juli 2017. Het is een uitgebreide versie van het stuk in het festivalmagazine.
Dichters in de Prinsentuin kun je nog bezoeken. Vandaag en morgen.
Ben er één keer geweest. Mooie dag, lekker voorgedragen, fijn contact met Rogi Wieg en anderen. Daarna kreeg ik drie jaar achtereen zoiets:
“Nogmaals hartelijk dank voor het inzenden van je gedichten. Uit de aanmeldingen hebben wij een gevarieerde en persoonlijke keuze gemaakt. Voor dit jaar hebben wij je niet in het programma opgenomen.
Niettemin zijn we erg blij met je enthousiasme voor ons festival, en hopen we dat je erbij bent.”
En hoefde het niet meer zonodig.
C’est la vie!
Peter