Column: Coen Peppelenbos – Ow maai kot!
Ow maai kot!
Ik ben ze al een tijdje niet meer tegengekomen: bibliotheekboeken waarin vloekwoorden door een overijverige gelovige zijn weggekrast. Je blijft met je poten van andermans boeken af, vind ik. Toch waren die verminkingen ook aandoenlijk omdat de bibliotheek daarna het boek weggooide en verving door een vers exemplaar, waardoor de gelovige in feite de productie van vloekwoorden stimuleerde.
Ik las in The Guardian over een Amerikaans onderzoek naar vloeken in boeken. Ik heb dat onderzoek er even bij gepakt en zag dat men was gaan turven hoe vaak bepaalde woorden voorkwamen in boeken vanaf de jaren vijftig tot nu. De onderzoekers hadden zich beperkt tot de woorden die je op de Amerikaanse tv niet mocht zeggen (netwerktelevisie althans, op de kabel is het anders): (shit, piss, fuck, cunt, cocksucker, motherfucker, en tits). Er zijn ook andere lijsten met taboewoorden zoals hell, damn, goddamn, Jesus Christ, ass, oh my god, bitch, en sucks. Het probleem daarmee was echter dat je sommige woorden ook in een context kon gebruiken waarbij ze geen vloek of niet obsceen waren. Om daar achter te komen moet je het hele boek lezen en dat kost natuurlijk veel te veel tijd. Dit bleef een vrij eenvoudig digitaal onderzoek. Wat bleek: het gebruik van alle woorden die je niet op tv mocht zeggen was toegenomen, met als uitschieter motherfucker dat nu 678 keer vaker voorkomt dan in de jaren vijftig.
Naarmate je een woord vaker gebruikt gaat de kracht ervan verloren. Ik heb geen bezwaren tegen het gebruik van vloeken en obsceen taalgebruik, behalve dan dat ze de taal nogal verarmen. Als je nu achter twee meisjes in een trein zit, is de kans groot dat je binnen een uur honderd keer ‘Oh my God’ hoort, meestal uitgesproken als ‘Ow maai kot’. Nog erger is het als mensen, meestal vrouwen, in plaats van ‘shit’ een hartgrondig ‘ships’ zeggen. Dat is zo’n scheldwoord van niks. Dan heb ik nog liever de paters die op mijn middelbare school lesgaven en creatieve vervangingen hadden voor vloeken. Je zat echt stijf in je bank als de goedmoedige karmeliet die ons Engels gaf uitbarstte in een hemelverscheurend ‘Godsakkerdenonnederpiep!’
Coen Peppelenbos
Deze column stond eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 12 augustus 2017.
(Afbeelding via Flickr Commons)