Recensie: David Sedaris – Gestolen voorwerpen
De weg naar het succes
De ironische schrijver David Sedaris wint de laatste jaren aan populariteit in ons land. Maar liefst zes vertalers heeft uitgeverij Lebowski dus aan het werk gezet om de Nederlandse vertaling van Theft bij Finding zo snel mogelijk op de markt te krijgen. Gestolen voorwerpen, het eerste deel van de dagboeken van Sedaris, lopen van 1977 tot en met 2002. Dat is tegelijkertijd ook de meest interessante periode in het leven van Sedaris, want dit zijn de jaren waar hij nog worstelt met zijn schrijverschap. Het grote succes pas lonkt aan het einde van het boek.
Sedaris moet als jongeman nog allerlei baantjes aannemen om de huur te kunnen betalen. Zo werkt hij in de bouw al is dat niet altijd een succes, want op een dag ‘ben ik van een open laadbak gevallen’ en dat is nog maar een van ongelukjes die hem die dag overkomen. Het past een beetje bij de karikatuur van de loser die hij van zichzelf tekent in zijn verhalen. Sedaris zet ook de eerste stappen in de liefde en door een terloopse zin uit 1981 weet je opeens weer in welke levensgevaarlijke tijd dat plaatsvond: ‘Er is een nieuwe kankervorm die alleen homoseksuele mannen treft.’ Uit andere zinnen uit het dagboek blijkt dat het met de voorspellende gaven van Sedaris niet zo goed gesteld is.
Tot overmaat van ramp moest ik ook nog zo’n ellenlange trailer van Titanic uitzitten. Denken ze nu echt dat iemand daar heen wil?
Het uitbrengen van de dagboeken is een waagstuk, want zijn verhalen hebben bijna altijd een biografische onderlaag waarin zijn familieleden en vrienden een belangrijke rol spelen. Dit dagboek geeft je dan ook een kijkje in de keuken van de schrijver. In de verhalenbundel Ik mooi praten vertelt hij bijvoorbeeld over de lessen Frans die hij volgt in Parijs met een nogal bazige juf. In het dagboeken zie je hoe die lessen in het echt waren. De schrijver gaat door met de lessen, ook nadat de eerste versie van het verhaal daarover in een tijdschrift is verschenen en dan krijgt hij toch wel spijt van de harde karakterisering van zijn docente die hij in de tussentijd meer is gaan waarderen. Of zijn Frans echt goed is geworden blijkt uit een andere passage als hij uit winkelen gaat.
‘Hallo. Soms zijn mijn kleren gekreukt. Ik heb een apparaat antikreuk gekocht, maar nu zoek ik een tafel. Hebt u zo’n tafel?’
De man zei: ‘Een strijkplank?’
De dagboeken laten iets meer de harde werkelijkheid achter de verhalen zien, maar de toon is helemaal hetzelfde. Een must voor de liefhebbers van zijn werk.
Coen Peppelenbos
David Sedaris – Gestolen voorwerpen. Vertaald door Theo Schoemaker, Monique ter Berg, Lydia Meeder, Annette van der Heijden, Bart Graavendaal en Gerda Baardman. Lebowski, Amsterdam. 512 blz. € 24,99.
Deze recensie verscheen in iets kortere vorm eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 11 augustus 2017.