Recensie: Verna B. Carleton – Terug naar Berlijn
Nergens meer echt thuis
In de roman Terug naar Berlijn, heeft de Amerikaanse journaliste en schrijfster Verna B. Carleton (1914 – 1967), het exil-verhaal opgetekend van de Duitser ‘Erich’ die begin jaren dertig de vlucht nam naar Engeland en daar zijn ware identiteit zorgvuldig verborgen hield. Kan de banneling na de Tweede Wereldoorlog – en een ‘incubatietijd’ van meer dan een decennium – zijn masker zo maar afleggen? In de tijd wanneer de Duitse vuurvogel in rap tempo herrijst, wanneer het Wirtschaftswunder het beladen verleden voor velen snel doet vergeten, of er zelfs een vals nostalgisch tintje aan geeft?
Het is geen wonder dat Carleton dit verhaal heeft opgepikt. Ze was zelf de dochter van een Engelse moeder en een Amerikaanse Duitser. Een vader die het gezin snel in de steek liet. Toen Verna von Kessel een keer langs het luxe Carltonhotel in New York liep, besloot ze nooit meer de naam van haar vader in de mond te nemen en nam ze haar pseudoniem aan. Bij haar huwelijk begin jaren dertig met een Mexicaanse arts waren Diego Rivera en Frida Kahlo de getuigen. Eenmaal in Mexico-stad engageerde ze zich met de daar wonende bannelingen zoals Anna Seghers, Walter Benjamin en Egon Erwin Kisch. In 1957 reisde ze samen met hartsvriendin Gisèle Freund naar Berlijn, alwaar niet alleen de beroemde Berlijnfoto’s van Freund ontstonden, maar ook Carletons roman Terug naar Berlijn.
Het is uit historisch standpunt interessant dat dit werk uit 1959 in een nieuwe vertaling opnieuw toegankelijk is gemaakt. Het is een, overigens behoorlijk gekleurd, ooggetuigenverslag van de tijd net na de Tweede Wereldoorlog. De grens tussen Oost- en West-Berlijn is nog redelijk gemakkelijk te overschrijden. Er is nog geen sprake van een Muur, Europa staat nog in de steigers, de bezettingsmachten in Duitsland zijn nog zoekende. Het Koude-Oorlog-schaakspel is nog bij de openingszetten.
Het is eigenlijk beter om achterflappen te vermijden, al zeker wat het de blurbs betreft. Geloof niet voetstoots wat er zoal geronkt wordt. Zo zou deze roman ‘briljant’ zijn en ‘Verrijkend als literair ooggetuigenverslag’. Dat schept verwachtingen, die niet worden ingelost. Carleton laat niet al te veel aan de lezer over. Ze geeft duidelijk haar mening, maakt daardoor de tekst wat eendimensionaal. Erg literair is het mede daardoor niet. Het verhaal is stilistisch vrij vlak, vaak ook te uitleggerig. Voor een behoorlijk onwetend (Amerikaans?) publiek geschreven?
En tegelijkertijd schuilt daarin ook de charme. Als introductie op een bepaalde periode is het waardevol. Ooggetuigenverslagen, zonder achterafkennis, zijn altijd legitiem. En ergens ontkom je in dat kader niet aan het partij kiezen. De Duitse economische boom leverde ook een zeker nieuw nationalisme op. De angst op herhaling van zetten valt zeker in de jaren vijftig te begrijpen.
De kern van de roman is het gevangenisdagboek van de vader van Erich, een duidelijk voorbeeld van de, helaas wat naïeve gedachte dat de rede het kwaad zal overwinnen, een rotsvast geloof in gerechtigheid. Daaromheen speelt de worsteling van Erich met zijn verleden. Het krampachtig vasthouden aan zijn maskerade heeft zijn gezondheid beslist niet goed gedaan. Er is veel oud zeer dat hij eenmaal in Berlijn moet zien te verwerken. Een deel van zijn familie is vergast, tegelijkertijd waren ander bloedverwanten fervent nazi. (Een dilemma dat literaire hoogspanning op had kunnen leveren.)
De banneling krijgt daarnaast altijd het verwijt de situatie niet goed in te kunnen schatten. Hij is immers vertrokken, heeft bijna geen recht op een mening aangaande het ‘verloochende’ moederland. De Britse wellevendheid en de Duitse vasthoudendheid zijn binnen en buiten Erich constant met elkaar in gevecht. Een ongelijke strijd. Carleton schetst een behoorlijk duister beeld over de herrijzenis. Maar is het eigenlijk niet altijd zo, dat de meeste mensen bij een wisseling van de macht slechts het uniformjasje wisselen? En is er veel verschil tussen de haat die gezaaid werd onder de nazi’s, en die tussen de bezetters van het west en oost? De communisten zijn ineens de vijand van het vrije westen en vice versa.
Erich komt op een gegeven moment los, kan ineens weer Duits spreken, vindt zichzelf als het ware weer terug in zijn moedertaal. Zijn Engelse vrouw heeft hem ook altijd de ruimte gegeven om in te storten. Nu kan hij ook zichzelf weer opbouwen. Er is een parallel met zijn vader. Ook Erich gelooft daarna in de redelijkheid van de mens. Nu kan hij eindelijk zijn Engelse werkgever, zijn vrienden in Londen de waarheid over zijn afkomst vertellen. In de omgang zal men thuis in Londen niets laten merken, maar onderhuids vindt er toch een ommezwaai plaats. De ware tragiek van de banneling is dat hij nergens meer echt thuis is, achterdocht van alle partijen is meestal zijn deel.
Guus Bauer
Verna B. Carleton – Terug naar Berlijn. Vertaald door Natalie Koch. Querido, Amsterdam. 352 blz. € 19,99.