Recensie: Barry Smit – Ondijk/Punt
Twee romans, twee oordelen
Ondijk/Punt heeft als ondertitel – vermoedelijk om de lezer wat op weg te helpen – romans. Het boek bestaat uit twee zelfstandige romans, in feite twee novelles, die dus ook zelfstandig te lezen zijn. Ondijk/Punt is Barry Smits derde boek en zijn eerste voor Lebowski. Het literaire werk van Smit, naast schrijver ook campagneadviseur voor maatschappelijke organisaties en gewezen persvoorlichter van de SP, kent onmiskenbare autobiografische trekken.
In Ondijk keert een man van zo rond de veertig terug naar zijn geboortedorp na een langdurig verblijf in het buitenland. Dat geboortedorp ligt in De Beemster. Rob van Zee treft een ander dorp aan dan hij verlaten heeft. Zijn moeder is dan net overleden en Zee betrekt voorlopig zijn ouderlijk huis en haalt de banden weer aan met zijn jeugdvrienden. Wat hen bezighoudt zijn de perikelen van het kwijnende boerenbedrijf, de onzekere toekomst en de teloorgang van het dorpse bestaan. Dit telkens onder het genot van drank, joints en coke. De kleine gemeenschap wordt onderdrukt door drugsdealer, heler, inbreker en motorduivel Ruud en zijn kompanen. De uitgever noemt het poldergothic en verwijst op het achterplat naar het werk van Cormac McCarthy en Flannery O’Connor. Ik ben daar niet zo zeker van. Eerder komt Ondijk op mij over als een beschrijving van de kneuterigheid van het Hollandse platteland, waarbij de clichématige personages de oppervlakkigheid nauwelijks ontstijgen. Als aan het eind het halve dorp op apocalyptische wijze in de hens wordt gezet kan ik me de immense hitte ervan voorstellen, maar ben ik allerminst warm gelopen voor het weinig intense verhaal.
Van een heel ander kaliber is Punt. In Punt beschrijft Smit het (korte) leven van Cor Punt, een misdadiger die ternauwernood aan een afrekening is ontkomen. Hij is gevlucht naar een afgelegen dorpje in Frankrijk. In een wat krakkemikkig boerderijtje bezint hij zich op zijn toekomst in het volle besef dat de wegen naar Nederland zijn afgesneden. Onvermijdelijk wordt hij in zijn dromen en overpeinzingen achterna gezeten door zijn verleden. Aan de andere kant heeft de nieuwe Punt oog voor de veranderingen in de natuur en leidt hij in de bossen een soberder en nederiger leven. Smit slaagt er hier in van Punt een geloofwaardig karakter te maken, onder meer door de verwijzingen naar het Amsterdamse criminele milieu. Zijn beschrijvingen van Punts daden en misdaden lijken ontleend aan de betere misdaadfilms – denk aan Reservoir Dogs. Anderzijds kan Punt ook doorgaan voor een casestudy naar hoe gevluchte misdadigers een anoniem bestaan pogen op te bouwen, maar toch ook moeten afrekenen met de spoken uit het verleden. En die nog altijd onaangekondigd op bezoek kunnen komen. Trefzeker en filmisch voert Smit Punt naar een eind.
Als geheel houd ik ambivalente gevoelens over aan Ondijk/Punt en dan vooral vanwege het combineren – maar wel met een eigen paginanummering – van de twee romans die geen romans zijn, en waarvan de ene in mijn opinie duidelijk sterker en beeldender is dan de andere. Niettemin: in Punt ontbolstert Barry Smit als een krachtige schrijver.
Wiebren Rijkeboer
Barry Smit – Ondijk/Punt. Lebowski Publishers, Amsterdam. 238 blz. € 19,99.