Recensie: Colm Tóibín – Het huis van de namen
Vertrouwd met de geur van de dood
In Het huis van de namen laat Colm Tóibín de Griekse mythe rondom Agamemnon en zijn vrouw Klytaimnestra herleven. In toegankelijk proza met prachtige beeldspraak en gedetailleerde offerbeschrijvingen laat hij de lezer het verhaal van de machtige legeraanvoerder opnieuw beleven.
Legeraanvoerder Agamemnon heeft last van ongunstige wind, waardoor hij niet uit kan varen en kan daarom zijn plannen moeilijk uitvoeren. Om de wind van richting te veranderen, besluit hij zijn dochter Iphigenia te offeren. Hij vertelt zijn vrouw en dochter dat zij zal trouwen met Achilles en haalt ze over naar zijn woonplaats te komen. Daar grijpt hij zijn dochter en offert haar op gruwelijke wijze. Klytaimnestra blijft woedend en tegelijkertijd doodongelukkig achter. Ze keert terug naar Orestes en Elektra en zint op wraak. Ze zal, samen met minnaar Aigisthos, haar man vermoorden, om vervolgens door haar kinderen – Orestes en Elektra – zelf uit de weg geruimd te worden.
Tóibín behandelt de wrede Griekse vertelling vanuit verschillende perspectieven. Hij begint zijn verhaal met Klytaimnestra’s blik. Door haar ogen ziet de lezer hoe haar dochter op gruwelijke wijze vermoordt wordt en wat dit vervolgens met haar doet. Een breuk in de chronologie maakt het verhaal intrigerend: net nadat de lezer geconfronteerd wordt met het offer, keert hij terug naar de weken voor het offer, om te zien op welke manier Agamemnon zijn vrouw en dochter bedroog.
Ook Orestes, middels het personale perspectief en Elektra, net als haar moeder via het ik- perspectief, komen aan het woord. Zij vertellen hun kant van het verhaal. Net als in de oorspronkelijke mythen blijven de personages op afstand en laten ze slechts weinig van hun gevoelens en aard zien; ze zijn kil en koud.
Gedurende het hele verhaal blijft Tóibín dicht bij het origineel. De zoete geur van wraak en wreken van de vrouw en de kinderen deden het destijds, maar ook nu weer goed: het moorddadige karakter van zowel Klytaimnestra als Orestes smaakt naar meer, ook in dit moderne verhaal. Het avontuurlijke en tegelijkertijd mysterieuze karakter van de mythe (de reis van Orestes en de gedachtegangen van Agamemnon of het gedrag van Klytaimnestra) laat de lezer smachten naar actie, wraak en moord.
Tóibín laat met Het huis van de namen zien een prachtig oud verhaal om te kunnen zetten naar een boeiende hedendaagse roman. Eenvoudig, maar mooi taalgebruik (‘Ik ben wakker, maar de woorden die ik kende slapen’) resulteert in toegankelijk verhaal. Het huis van de namen is geslaagd.
Marloes Otten
Colm Tóibín – Het huis van de namen. Vertaald door Anneke Bok. De Geus, Amsterdam. 282 blz. € 21,99.